Paragraaf bedrijfsvoering
Beleid en strategie
Overleg Zeeuwse Overheden (OZO) en Regiobureau
De samenwerking van de 15 Zeeuwse overheden richt zich op:
-
de gezamenlijke regionale doelen die zijn geformuleerd in de strategische samenwerkingsagenda;
-
een gezamenlijke en overtuigende lobby in Den Haag en Brussel;
-
het betrekken van de Zeeuwse volksvertegenwoordigers in de gemeenteraden, in de Provinciale
Staten en in het algemeen bestuur van het waterschap.
De bestuurlijke kerngroep is de spil in de samenwerking binnen het OZO. Zeven vertegenwoordigers vanuit
de Zeeuwse overheden maken deel uit van de kerngroep. De Commissaris van de Koning is voorzitter. De
kerngroep signaleert nieuwe samenwerkingskansen en bereidt plenaire vergaderingen voor.
Het OZO is een platform. Het neemt geen taken over van de overheden zelf. Het OZO werkt daarom ook
met
een
klein
team
van
ambtelijke
adviseurs
die
werkzaam
zijn
bij
het
Regiobureau.
Zij
jagen
de
samenwerking aan, organiseren bestuurlijke en ambtelijke processen die op regionale schaal van Zeeland
nodig zijn om de doelen die geformuleerd zijn in de samenwerkingsagenda te realiseren.
Qua structuur vinden de overleggen op basis van een zevental thema’s plaats: Bestuur en financiën, Klimaat
en energie, Economische versnelling, Wonen en voorzieningen, Arbeidsmarkt, Mobiliteit en Sociaal Domein.
De Reimerswaalse collegeleden nemen op basis van hun portefeuille deel aan de desbetreffende thema-
overleggen. In VZG-OZO verband worden periodiek netwerkbijeenkomsten georganiseerd, waarvoor ook de
Zeeuwse raadsleden worden uitgenodigd.
Uitvoeringsplan Coalitieakkoord 2022-2026
Het Coalitieakkoord 2022-2026 “Samen verder bouwen” is nader uitgewerkt en financieel doorgerekend in
een Uitvoeringsplan, bestaande uit een overzicht van verschillende statements en concrete acties. De
financiële consequenties van het akkoord zijn in de (meerjaren)begroting opgenomen.
De
uitvoering
van
de
items
uit
het
Coalitieakkoord
is
geborgd
door
deze
binnen
de
bekende
programmastructuur in de (meerjaren)begroting op te nemen. Binnen de betreffende programma’s wordt
daarover nader gerapporteerd.
Ook
in 2025 wordt de gemeenteraad gerapporteerd over de stand van zaken met betrekking tot de
uitvoering van de activiteiten en acties uit het Uitvoeringsplan. Dit gebeurt wederom aan de hand van een
PowerPoint Presentatie, waarin aan de hand van actuele tekst en kleuren de status van een activiteit wordt
geduid. De voortgang van de items uit het Uitvoeringsplan maakt binnen de organisatie, onderdeel uit van de
periodieke Managementrapportages.
Online-dienstverlening
Wij investeren continu in het uitbreiden en verbeteren van zowel onze onlinedienstverlening als in sociale
media. Digitale producten, het digitaal maken van een afspraak en digitale communicatie zijn belangrijke
aandachtspunten. Uitgangspunt blijft: digitaal waar het kan, persoonlijk waar het gewenst is.
Op 1 januari 2026 treedt de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) in werking. De
Wmebv regelt dat inwoners en bedrijven digitaal zaken kunnen doen met de overheid. Zij krijgen daarmee
het recht om officiële berichten, zoals aanvragen voor vergunningen en bezwaarschriften, elektronisch aan
het bestuursorgaan te zenden. In belangrijke mate voldoen wij al aan deze nieuwe wet. In 2025 worden alle
processen Wmebv-proof gemaakt. Overigens blijft ook de mogelijkheid aanwezig om per post met de
overheid te communiceren. Dit aangezien de Algemene wet bestuursrecht inwoners en bedrijven de keuze
geeft tussen de papieren of de digitale weg.
Klanttevredenheidsmetingen
Wie kan ons beter vertellen wat we wel en niet goed doen dan onze eigen inwoners, bedrijven en
instellingen? Daarom zijn en blijven we ook in 2025 aan de slag met klanttevredenheidsonderzoeken. Niet
kortdurend, algemeen en eenmalig, maar een langere periode inzoomen op procesniveau. Op procesniveau
wordt gedurende een bepaalde periode een bepaald proces real-time en continu gemeten om te zien hoe
onze dienstverlening op dat specifieke proces ervaren wordt. Wat gaat er goed, wat kan er beter, welke
servicenormen/werkafspraken maken we als
het
gaat om
dit proces?
Oftewel proces-
en doelgericht
monitoren, evalueren en verbeteren om de klantervaring te optimaliseren.
Doelmatigheid, doeltreffendheid en Rekenkamer
In 2024 is door de gemeenteraad besloten om gezamenlijk met de gemeenten Borsele, Goes, Noord-
Beveland en Tholen invulling te geven aan de wettelijke verplichting om een gemeentelijke rekenkamer in te
stellen. Medio 2024 is de gezamenlijke rekenkamer geïnstalleerd. De hiermee verband houdende financiële
kosten zijn in de meerjarenbegroting opgenomen. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de rekenkamer
minimaal twee onderzoeken per jaar gaat uitvoeren naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van ons
beleid.
Los van de rekenkamer worden op basis van artikel 213a Gemeentewet periodiek
doelmatigheid- en
doeltreffendheidonderzoeken
uitgevoerd.
Voor
het
uitvoeren
van
de
onderzoeken
is,
naast
een
Begeleidingscommissie, binnen de organisatie een Auditteam actief.
Het Auditteam werkt op basis van een meerjarenplanning, waarin wordt uitgegaan van een aantal concrete
en beknopte onderzoeken. Die onderzoeken moeten relatief snel resultaat opleveren. De coördinatie en
planning
van
de
onderzoeken
gebeurt,
in
goed
en
periodiek
overleg
tussen
het
Auditteam
en
de
concerncontroller.
In
2024
is
door
het
team
een
rapportage
naar
aanleiding
van
een
themagericht
onderzoek
naar
risicobeschrijvingen en/of -inschattingen in collegevoorstellen opgeleverd. Met de aanbevelingen uit het
rapport gaat de organisatie concreet aan de slag. Overigens worden de rapportages, volgens afspraak,
steeds ter kennisname gebracht van de gemeenteraad.
Ook in 2025 zal het Auditteam een onderzoek ter hand nemen.
Management
Organisatiekoers gemeente Reimerswaal 2018
Binnen de organisatie wordt gewerkt in lijn met de in 2018 vastgestelde Organisatiekoers:
“SAMENWERKEN IN DE SAMENLEVING”
De Organisatiekoers speelt zoveel als mogelijk in op actuele ontwikkelingen binnen de samenleving, die van
invloed
(kunnen)
zijn
op
de
gemeentelijke
bedrijfsvoering.
Er
ligt
een
zware
nadruk
op
houding-
en
gedragsaspecten en het leveren van maatwerk binnen de actuele spelregels. De koers vormt het kompas
voor
de
ambtelijke
organisatie
hoe
te
acteren
binnen
de
bestuurlijk
vastgestelde
kaders.
Over
de
Organisatiekoers wordt binnen de ambtelijke organisatie breed gecommuniceerd, onder meer door het
inzetten van de karakters “Rik en Wilma”. Bovendien wordt gebruik gemaakt van een Infographic, waarin op
een interactieve wijze verdieping plaatsvindt van de individuele thema’s uit de Organisatiekoers. Inmiddels
wordt via de Infographic op eenzelfde wijze aandacht besteed aan Informatieveiligheid. Hiertoe is een nieuw
karakter, Ana, ontwikkeld. Over Informatieveiligheid meer onder de paragraaf “De Zeeuwse Norm Weerbare
Overheid”.
De tekst van de Organisatiekoers is hierna integraal opgenomen.
SAMENWERKEN IN DE SAMENLEVING
Onze toegevoegde
De gemeente is er voor de samenleving en de inwoners, die gezamenlijk de lokale
Waarde
samenleving vormen. De samenleving staat nooit stil en verandert voortdurend. Die
veranderingen zijn richtinggevend voor de organisatiekoers die wordt gevaren.
Maatwerk
De samenleving vraagt in toenemende mate om flexibiliteit in de manier waarop de
gemeente maatschappelijke opgaven oppakt. Elk probleem vraagt zijn eigen oplossing. Er
is een dringende behoefte aan het leveren van maatwerk binnen de actuele spelregels. Het
gaat daarbij om ‘eenieder het zijne te geven’. Bij regels gaat het niet om de regel op zich,
maar juist ook om de bedoeling daarachter.
Collectief
Als gemeentelijke organisatie hebben we een belangrijk adviserende rol richting bestuur
Belang
over het toetsen van individuele verzoeken van inwoners aan het algemene, collectieve
belang. Dat collectieve belang wordt beschreven in bestuurlijk vastgestelde kaders en
beschermd door wetgeving. Bij het toetsen van individuele verzoeken hebben wij een open
Open houding, dialoog en
houding en gaan wij de dialoog aan met de verzoeker. Wij gaan daarbij gemotiveerd op
Transparant
zoek naar oplossingen die transparant zijn voor de verzoeker en uit te leggen zijn aan de
samenleving.
In
het geval er geen maatwerk
oplossing
mogelijk is, leggen
we
dat
zorgvuldig en begrijpelijk uit.
Verbindingen,
In ons werk ligt de nadruk op het leggen van verbindingen. Werken binnen het openbaar
Mensenwerk
bestuur
is
mensenwerk.
Gemeenten
maken
onderdeel
uit
van
een
dynamische
netwerksamenleving,
waarbij
we
ook
als
ambtelijke
organisatie
steeds
opereren
in
Durf, vertrouwen,
wisselende netwerken, met een grote diversiteit aan rollen. Dat vereist durf, vertrouwen,
flexibiliteit en lenigheid
flexibiliteit en lenigheid.
Integrale
Ook binnen onze eigen organisatie, denken en opereren wij horizontaal. Vragen en
benadering
problemen die zich aandienen worden integraal benaderd. We zijn daarbij enthousiast om
over onze eigen schuttingen heen te kijken en zoeken (project)samenwerking met zowel
andere afdelingen als overige betrokkenen indien vraagstukken dat vereisen.
Professioneel en
Als
uitgangspunt
bij
het
verrichten
van
onze
werkzaamheden
geldt
dat
wij
altijd
Betrouwbaar
professioneel, deskundig en integer handelen, een betrouwbare gesprekspartner zijn en
veilig omgaan met informatie en (persoonlijke) gegevens.
April 2018
Aangezien de Organisatiekoers alweer zo’n 6 jaar geleden is vastgesteld en in de tussenliggende periode
niet
alleen
binnen
de
gemeente,
maar
ook
regionaal,
provinciaal
en
internationaal
zich
tal
van
ontwikkelingen hebben voorgedaan, die in meer of mindere mate invloed hebben of hebben gehad op de
gemeentelijke
organisatie,
zijn
medio
2024
door
de
directie
gesprekken
gevoerd
met
de
individuele
organisatieonderdelen. Dit om met elkaar te bediscussiëren of er aanleiding bestaat om de tekst van de
Organisatiekoers te actualiseren. De planning is om dit traject nog voor aanvang van het begrotingsjaar
2025 af te ronden.
Kernwaarden
Er is de afgelopen jaren veel effort gestoken in organisatieontwikkeling. Denk aan de hierboven omschreven
Organisatiekoers ’Samenwerken in de samenleving’, het besluitvormingsproces is geoptimaliseerd (Steller is
Regisseur), er zijn LEAN-trajecten doorlopen, er zijn interviews gehouden met alle medewerkers over de
structuur, visie, cultuur en klantgerichtheid van de organisatie, Management Drives heeft z’n intrede gedaan,
et cetera.
Deze trajecten waren met name intern gericht. De handschoen is opgepakt om tot een extern gericht
dienstverleningsconcept
te
komen.
Gaandeweg
is
het
beeld
ontstaan
dat
dit
geen
flyer
met
harde
servicenormen moet zijn, maar dat onze dienstverlening op basis van input van onze inwoners, bedrijven,
verenigingen en instellingen beetje bij beetje verbeterd moet kunnen worden.
Ondanks dat er geen flyers met servicenormen worden verspreid, is het wel wenselijk om aan onze inwoners
te laten zien wat ze van de gemeente mogen verwachten. Daarom zijn de kernwaarden betrouwbaar,
flexibel, eerlijk en daadkrachtig vastgesteld en uitgewerkt. In voorgaande jaren zijn de kernwaarden zowel in-
als extern uitgerold. Ook in 2025 blijven we proactief aandacht besteden aan het werken overeenkomstig
deze kernwaarden.
Organogram
Hieronder is het organogram van de organisatie opgenomen. Per afdeling is ook de formatie vermeld. De
totale formatie bedraagt 163,29 fte (peildatum 1 januari 2025 en is inclusief de Griffie).
Gemeenteraad
Griffie
(19 Raadsleden)
(1,78 fte)
College van B&W
(1 Burgemeester
4 Wethouders)
Directie
(2,22 fte)
Stafbureau
(7,22 fte)
Samenleving
Dienstverlening
Advies & Ondersteuning
Financiën
(30,24 fte)
(23,86 fte)
(18,79 fte)
(8,34 fte)
Gemeentewerken
(42,91fte)
Ruimtelijke &
Economische
Ontwikkeling
(15,26 fte)
Bouwen, Milieu &
Handhaving
(12,67 fte)
NB: in deze formatie zijn niet opgenomen de werknemers die op de loonlijst staan als gevolg van politieke activiteiten.
Project- en programmatisch werken
Om project- en programmatisch werken nog beter te kunnen ondersteunen en borgen is enkele jaren
geleden een aanpassing in de gemeentelijke organisatie doorgevoerd. Eén van de directieleden is primair
belast met het aansturen en coördineren van de project- en programmastructuur, waarbij de inhoudelijke
aansturing uiteraard door project- en programmaleiders gebeurt. Doel is om de organisatie zo optimaal
mogelijk te faciliteren om flexibel en slagvaardig op steeds veranderende maatschappelijke ontwikkelingen
en behoeften te kunnen inspelen. En, daarnaast uiteraard een ongestoorde doorgang van de “going
concern” werkzaamheden en verplichtingen te waarborgen.
Nadat in 2023 een op maat toegesneden opleidings- en trainingstraject voor projectleiders werd afgerond, is
in 2024 een trainingstraject voor projectgroepleden opgestart. Dit ontwikkeltraject zal ook in 2025 worden
gecontinueerd. Ook collegeleden treden steeds vaker op als projectbestuurder.
Door de bril van meer project- en programmatisch werken ziet ons organisatieplaatje er als volgt uit.
Cluster Databeheer
Het Cluster Databeheer, opgericht in 2024 en onderdeel van de afdeling Dienstverlening, is verantwoordelijk
voor de centrale informatievoorziening binnen de organisatie. De e-adviseur (en tevens CISO) is vanuit de
staf toegevoegd aan het cluster voor ondersteuning op het gebied van visie, beleid en informatieveiligheid.
Het cluster is binnen de organisatie hét centrum van informatievoorziening van waaruit data voor de gehele
organisatie op een veilige wijze wordt verzameld, bijgehouden en ontsloten. Dit biedt de mogelijkheid om
data gedreven werken verder uit te bouwen. Ook wordt het cluster betrokken bij vraagstukken over Common
Ground en het opzetten van een centraal Data Warehouse. Ook Bevelands breed vindt hier structureel
overleg over plaats.
Werkprocessen
Het geoptimaliseerde besluitvormingsproces is geïntegreerd in het zaaksysteem. Daarnaast worden de
reguliere werkprocessen – met behulp van de softwareapplicatie ‘Engage’ – waar nodig beschreven. Dit
wordt mede gedaan in het kader van de rechtmatigheidsverantwoording en het interne controleplan.
Het is van belang om de actualiteit van de werkprocessen periodiek te toetsen en verder te optimaliseren.
Het verder optimaliseren gebeurt via het project ‘grip op de informatiehuishouding’ waarbij het Model-DSP
voor Gemeenten, ontwikkeld door Sdu en VHIC, is gevuld met relevante informatie over de processen. Dit
DSP
(documentair
structuurplan)
kan
diverse
systemen
waaronder
het
zaaksysteem
aansturen.
De
beheerapplicatie hiervoor is i-Navigator.
Zaakgericht werken
Bij zaakgericht werken is er sprake van een koppeling tussen de klant, het product, de benodigde gegevens,
de uit te voeren werkstroom en de relevante documenten. Het is een manier om de dienstverlening,
besluitvorming, informatievoorziening en bedrijfsvoering te verbeteren. Dat neemt niet weg, dat het succes
van zaakgericht werken uiteindelijk afhankelijk is en blijft van de mensen die de onderliggende processen
uitvoeren.
De Zeeuwse Norm Weerbare Overheid
In
maart
2022
is
de
intentieverklaring
Zeeuwse
norm
weerbare
overheid
(hierna:
Zeeuwse
norm)
ondertekend door de dertien Zeeuwse gemeenten, het waterschap en de Provincie. Het doel van de
Zeeuwse norm is om samen de weerbaarheid en de integriteit van de Zeeuwse overheid te versterken.
Daarmee werpen partijen ook drempels op tegen ondermijnende criminaliteit.
De
Zeeuwse
norm
is
een
groeimodel:
de
geformuleerde
ambities
vormen
de
basis.
Jaarlijks
wordt
gerapporteerd aan het Overleg Zeeuwse Overheden (OZO) over de uitvoering van de Zeeuwse norm. In
maart 2023 heeft een eerste terugkoppeling plaatsgevonden.
Een belangrijk streven uit de Zeeuwse norm is om de Zeeuwse overheden samen te laten werken in de
aanpak van ondermijnende criminaliteit, hetzelfde beleid op de thema’s te voeren en dit op consequente
wijze toe te passen. Ondermijnende criminaliteit houdt zich namelijk niet aan (gemeente)grenzen, dus de
dijken van de Zeeuwse overheden dienen van gelijke hoogte te zijn. Om deze ambitie ook daadwerkelijk in
de praktijk te vertalen, is ingezet op het creëren van breed eigenaarschap. Hiertoe is een ‘adoptiesysteem’
ingesteld.
Om te zorgen voor dat brede eigenaarschap, is aan de Zeeuwse overheden gevraagd om één (of meerdere)
van de negen thema’s te adopteren. Dit zogenoemde adoptieproces heeft verschillende voordelen: door de
thema’s bij de verschillende Zeeuwse overheden te beleggen, wordt de intergemeentelijke samenwerking
gestimuleerd, omdat één of meerdere organisaties op een specifiek thema samen (extra) de diepte ingaan
en zij hun ervaringen op dat onderwerp beschikbaar stellen aan de overige Zeeuwse overheden. Het
uitwisselen van inzichten, ontwikkelingen en best practices maakt ook dat de Zeeuwse overheden van elkaar
leren. Op die manier hoeft niet iedere organisatie opnieuw het wiel uit te vinden. De insteek van het
adoptiesysteem is dat de ‘adoptant’ haar thema ontwikkelt en actief ‘uitleert’ aan de overige deelnemers van
de Zeeuwse norm. Deze werkwijze benadrukt het uitgangspunt van de Zeeuwse norm, namelijk dat de
Zeeuwse overheden gezamenlijk optrekken en eenzelfde uitvoering van de norm hanteren.
Onderstaand
schema
geeft
het
overzicht
van
de
overheden
die
één
of
meerdere
thema’s
hebben
geadopteerd:
Thema
Adoptieorganisatie
Thema
1:
Bewustwording
bij
bestuur
en
Gemeente Sluis en Waterschap Scheldestromen
medewerkers
Thema
2:
De
integriteit
van
bestuur
en
Gemeente Vlissingen, gemeente Kapelle
medewerkers
Thema 3: Veilige Publieke Taak
Gemeente Veere
Thema 4: Informatiehuishouding ondermijning
Gemeente Tholen
Thema 5: Bestuurlijk Instrumentarium
Gemeente Vlissingen
Thema 6: Bibob
Provincie Zeeland en gemeente Middelburg
Thema 7: Opiumwet (Wet Damocles)
Gemeente Reimerswaal
Thema 8: Signaleren en handhaven
Gemeente Schouwen-Duiveland
Thema 9: Informatiebeveiliging
Provincie
Zeeland,
gemeente
Sluis
en
gemeente
Borsele
Uit het schema blijkt dat Reimerswaal thema 7 Opiumwet (Wet Damocles) heeft geadopteerd. Maar ook op
de overige thema’s is onze organisatie actief. Intern is een Regiegroep Informatieveiligheid actief, die de
acties binnen de diverse thema’s coördineert. Ook in 2025 zal aan diverse thema’s aandacht worden
besteed.
Frauderisico’s
Wet- en regelgeving verandert continue. Zo geldt dat het college van Burgemeester en Wethouders een
rechtmatigheidsverantwoording toevoegt aan de jaarstukken. Een onderdeel van die verantwoording is meer
expliciete aandacht voor ‘Misbruik’ en ‘Oneigenlijk gebruik’. Dat zijn twee vormen van ongewenst gebruik
van gemeentelijke middelen. Een andere vorm van ongewenst (lees: strafbaar) gebruik is ‘Fraude’. Vanwege
aangescherpte
wet-
en
regelgeving
moet
de
controlerend
accountant
expliciet
rapporteren
over
het
onderwerp
‘Fraude’.
Dit
als
onderdeel
van
de
controleverklaring
bij
de
jaarrekening.
In
2023
heeft
Reimerswaal de reeds aanwezige organisatie brede risicoanalyse uitgebreid. Per risico dat was beschreven,
is aangegeven of het ook een risico in het kader van ‘Misbruik’, Fraude’ en/of ‘Oneigenlijk gebruik’ is. Een
dergelijke risicoanalyse is niet alomvattend. Het is wel een document dat richting geeft en de mogelijkheid
biedt om prioriteit aan te brengen. De risico’s met de hoogste impact en/of kans, verdienen als eerste de
aandacht voor zover die niet al aandacht krijgen.
Aan de hand van de uitgebreide risicoanalyse wordt meer bewustwording voor de genoemde onderwerpen
gecreëerd en wordt waar nodig gewerkt aan verder verbeteren van beheersmaatregelen.
Financiën
Planning en control-cyclus
De vormgegeven planning en control-cyclus wordt door de organisatie als leidraad gehanteerd voor het
uitvoeren van de werkzaamheden in de jaarlijks terugkerende cyclus van kadernota, programmabegroting,
bestuursrapportage,
mondelinge
managementrapportages,
jaarstukken,
rechtmatigheidscontroles,
organisatieplan, informatiebeveiliging en -veiligheid en verordeningen.
Planning en control bevat het geheel van afspraken en activiteiten die moeten leiden tot het bereiken van de
doelstellingen die op de diverse beleidsterreinen en op de bedrijfsvoering geformuleerd zijn.
De
doelstellingen
worden
onder
andere
vastgelegd
in
beleidsplannen,
de
programmabegroting,
de
producten- en taakveldenraming en het organisatieplan.
Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
Het
BBV
schrijft
een
verplichte
basisset
van
vijf
financiële
kengetallen
voor.
Deze
kengetallen
zijn
opgenomen
in
de
Paragraaf
Weerstandsvermogen
en
Risicobeheersing.
Het
gaat
dan
om
de
(gecorrigeerde) netto schuldquote, de structurele exploitatieruimte, de solvabiliteit, de belastingcapaciteit en
het kengetal grondexploitaties. Naast deze kengetallen is een beoordeling van de onderlinge verhouding van
de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen. De invoering van de kengetallen is bedoeld om
de financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken. De voorgeschreven kengetallen worden al
langere tijd gebruikt bij onder andere financiële stresstesten.
Ook worden de kengetallen gebruikt voor verschillende landelijke en jaarlijkse benchmarks. Zo is er de
mogelijkheid om de kengetallen van gemeenten onderling te vergelijken op één van de websites van de
Rijksoverheid te weten: https://findo.nl/dashboard. Verder is het sinds enige tijd mogelijk om jaar- en
begrotingscijfers van gemeenten in te zien en met elkaar te vergelijken via: Dashboard; Jaarrekeningcijfers
(waarstaatjegemeente.nl) en Budget Benchmark voor Gemeenten van Venster voor Bedrijfsvoering.
Controle door accountant
In 2021 is de controle van de gemeentelijke jaarrekening meerjarig aanbesteed. Het gesloten contract loopt
tot en met 2025 met een mogelijkheid tot verlenging.
De controlewerkzaamheden worden ieder jaar ingepland als onderdeel van de planning en control-cyclus.
Ook vindt communicatie en afstemming tussen de gemeentelijke organisatie enerzijds en de controlerend
accountant anderzijds zo gecoördineerd als mogelijk plaats via het Stafbureau en de afdeling Financiën.
De jaarrekeningcontrole bestaat uit twee onderdelen, namelijk de interim-controle (najaar van boekjaar T
voor de jaarrekening boekjaar T) en de eindejaarscontrole (voorjaar boekjaar T+1 voor de jaarrekening
boekjaar T). De interim-controle ziet met name toe op processen en de interne beheersing. Vanaf 2023
wordt op dat moment ook getoetst hoe het staat met de interne rechtmatigheidscontroles die de input zijn
voor de rechtmatigheidsverantwoording van het college van Burgemeester en Wethouders. Uit de interim-
controle komt een Managementletter voort. Met de managementletter kan door de organisatie zo nodig nog
worden
bijgestuurd
in
aanloop
naar
de
eindejaarscontrole
en
het
opstellen
van
de
jaarstukken.
De
eindejaarscontrole ziet toe op het controleren van de jaarrekening en het afgeven van een oordeel daarbij
over de getrouwheid.
Rechtmatigheid
Naast
doelmatigheid
en
doeltreffendheid
is
rechtmatig
handelen
voor
een
gemeente
noodzakelijk
en
verplicht.
Jaarlijks
wordt
gestreefd
naar
een
goedkeurende
accountantsverklaring
voor
wat
betreft
de
getrouwheid. Vanaf 2023 heeft dat oordeel ook betrekking op de rechtmatigheidsverantwoording die door
het college van Burgemeester en Wethouders wordt opgenomen in de jaarstukken.
Het controleprotocol, het normenkader en toetsingskader zijn basiselementen die ten grondslag liggen aan
de rechtmatigheidsverantwoording en de totstandkoming daarvan. Deze en een – indien nodig – aangepast
controleplan worden voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden voor de jaarrekeningcontrole
geactualiseerd en aan uw gemeenteraad voorgelegd.
De gemeenteraad hoeft niet op de jaarrekening van het lopende kalenderjaar te wachten om te horen of er
bevindingen
ten
aanzien
van
de
rechtmatigheid
zijn.
In
tussentijdse
rapportages,
bijvoorbeeld
de
Bestuursrapportage worden de tot dat moment gedane rechtmatigheidsbevindingen – mits van toepassing –
gerapporteerd.
Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen
Met ingang van 2016 is de vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten ingegaan.
Op het taakveld vennootschapsbelasting wordt de kostenraming van de te betalen belasting opgenomen.
Deze belasting is de gemeente verschuldigd vanwege de fiscale winst die de gemeente per saldo realiseert
op ondernemingsactiviteiten in het begrotingsjaar, na eventuele verrekening van fiscale verliezen uit eerdere
begrotingsjaren. Voor Reimerswaal betreft het vooral activiteiten in het kader van grondexploitaties.
Bij de post vennootschapsbelasting is in deze programmabegroting geen bedrag geraamd. Het is
aannemelijk dat eventueel af te dragen vennootschapsbelasting in 2025 te compenseren is met verliezen uit
voorgaande jaren.
In de Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing is rekening gehouden met een onvoorziene last
die niet tijdig via een begrotingswijziging financieel kan worden verwerkt.
Inkoop- en aanbestedingsbeleid
De gemeente is aangesloten bij de Stichting Inkoopbureau West-Brabant (SIW). Sinds 2024 werkt het
bureau onder de naam “Karel”. Het inkoopbureau adviseert onder andere over de te volgen procedures en
het toepassen van bepaalde inkoopvoorwaarden. Daarnaast is het SIW een klankbord en helpdesk voor
inhoudelijke ondersteuning bij bijzondere inkoop- en aanbestedingstrajecten.
Het
inkoop-
en
aanbestedingsbeleid
van
de
gemeente
is
vastgelegd
in
de
beleidsnotitie
Inkoop-
en
aanbestedingsbeleid gemeente Reimerswaal. Onderdeel uit de notitie vormt het jaarlijks samenstellen van
het Inkoopplan.
Het uitgangspunt is en blijft dat alle inkoop- en aanbestedingstrajecten volgens dit beleid worden uitgevoerd.
Echter, als daartoe gegronde argumenten bestaan, kan het college gemotiveerd afwijken van dit beleid. Dit
geldt niet in het geval van inkopen die boven de Europese aanbestedingsgrenzen uitkomen. Wanneer dit
onverhoopt toch gebeurt, is dat onrechtmatig en legt het college hierover verantwoording af via de hierboven
genoemde rechtmatigheidsverantwoording.
Medewerkers
Arbeidsmarkt in beweging
Met het doel om onze concurrentiepositie binnen de arbeidsmarkt op peil te kunnen brengen en houden zijn
in de kadernota 2023-2026 met ingang van 2023 structureel middelen vrijgemaakt.
Los van de geconstateerde druk op de arbeidsmarkt staat de gemeente Reimerswaal voor mooie, kansrijke
maar
ook
ingrijpende
uitdagingen.
Daarbij
wordt,
los
van
de
speerpunten
uit
het
Coalitieakkoord/
Uitvoeringsplan
2022-2026
en
zonder
volledig
te
zijn,
alleen
al
gedacht
aan
de
gevolgen
van
de
Omgevingswet, de opgave op basis van de Provinciale Woondeal en Energietransitie. Daarnaast is de
komende
jaren
de
bouw
van
diverse
(brede)scholen
voorzien
en
wordt
gewerkt
aan
de
renovatie/
verduurzaming van meerdere gemeentelijke gebouwen.
Om
al
deze
uitdagingen
en
opgaven
op
een
verantwoorde
wijze
te
kunnen
verzilveren,
is
een
gestructureerde en planmatige aanpak essentieel.
Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO)/ onderzoek PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA)
Eind 2022 zijn alle medewerkers binnen de organisatie uitgenodigd om deel te nemen aan een zogenoemd
PSA-onderzoek. Met het PSA-onderzoek zijn minder zichtbare risico’s in beeld gebracht, zoals langdurig
zitten, beeldschermwerk, een hoge werkdruk of ongewenst gedrag. Maar ook is in het onderzoek aandacht
besteed aan hybride werken.
Hierdoor is een representatief beeld ontstaan en is gericht aan de slag gegaan met aanpassingen of
eventuele verbeteringen. De overwegend positieve resultaten zijn overigens geen aanleiding geweest om
“op de handen te gaan zitten”. Aan de hand van een “Menukaart” zijn afdelingen daarom uitgenodigd om
waar gewenst, in de vorm van workshops, aanvullende training of ondersteuning kenbaar te maken. Op
basis van deze inventarisatie van de wensen/behoeften zijn in 2024 een aantal gerichte workshops en
trainingen georganiseerd, waarvoor medewerkers zich hebben kunnen inschrijven. Ook in 2025 zal hier
aandacht aan worden besteed.
Thuis werken/ hybride werken
Thuis werken heeft een enorme vlucht genomen en is inmiddels niet meer weg te denken. Binnen de
organisatie is het thuis werken formeel geregeld door de vaststelling van een Thuiswerkverordening. Op
basis daarvan
zijn met individuele medewerkers zogenoemde Thuiswerkovereenkomsten gesloten. De
verordening biedt ruimte om tot maximaal 50% van de arbeidstijd vanuit huis te werken. Daarbij wordt
opgemerkt dat uiteraard niet alle functies in aanmerking komen om deels vanuit huis invulling aan te geven.
Nog voor aanvang van het begrotingsjaar 2025 staat een eerste evaluatie van het thuis werken gepland.
Informatie
Informatie op orde
De VNG beschrijft in de ‘Wegwijzer Grip op Informatie’ dat het meer dan ooit van belang is om als
gemeenten open en transparant te zijn. Inwoners zijn mondiger en kritischer geworden over de overheid en
het gevoerde beleid. Open en transparant besturen draagt bij aan maatschappelijk draagvlak voor beleid,
vertrouwen in de overheid en de goede werking van de lokale democratie. Door publiekelijk verantwoording
af te leggen over besluiten en over de inzet van middelen, laat de gemeente zien dat ze burgers serieus
neemt.
Digitalisering heeft grote impact (gehad) op de informatiehuishouding van de overheid. Dit heeft niet per se
geleid tot een beter inzicht en overzicht. In 1990 deed de computer zijn intrede in de bedrijfsvoering.
Sindsdien heeft er geen overgang plaatsgevonden van een volledig analoge naar een volledig digitale
situatie. We hebben te maken met een hybride situatie waarin analoge en digitale informatie deels door
elkaar
lopen.
Meer
en
meer
software/applicaties
(techniek)
doen
de
intrede
en
op
de
documentaire
informatievoorziening
is
bezuinigd
(want:
‘We
zijn
toch
gedigitaliseerd?’).
De
Inspectie
van
Overheidsinformatie
en
Erfgoed
constateert
in
het
rapport
‘Een
dementerende
overheid
2.0’
dat
een
overzicht van de informatie ontbreekt en dat de toegankelijkheid, volledigheid en authenticiteit van de
overheidsinformatie onder druk staan. Het is vaak onduidelijk welke informatie bewaard- en welke informatie
vernietigd wordt. De overheid heeft moeite met het beheren van informatie die wordt verwerkt in nieuwe(re)
technologie. Bovendien is het geregeld onduidelijk wie verantwoordelijk is voor het beheer van welke
informatie.
Bovenstaande
geldt
in
grote
lijnen
ook
voor
Reimerswaal.
Het
is
daarom
zaak
om
informatie(beheer) op orde te brengen. We blijven inzetten op het voldoen aan alle wet- en regelgeving op
het
gebied
van
informatiebeheer
(Archiefwet,
Wet
open
overheid,
Algemene
verordening
gegevensbescherming, etc.) en op het halen van (meer)waarde uit de beschikbare informatie.
Wet Digitale Overheid
In maart 2023 is de Wet digitale overheid (Wdo) aangenomen. De Wdo regelt dat Nederlandse burgers en
bedrijven veilig en betrouwbaar kunnen inloggen bij de (semi-)overheid. Daarmee wordt bedoeld dat burgers
elektronische identificatiemiddelen krijgen met de betrouwbaarheidsniveaus ‘substantieel’ of ‘hoog’. Deze
identificatiemiddelen geven publieke dienstverleners meer zekerheid over iemands identiteit. Tevens biedt
de
wet
een
juridische
grondslag
voor
het
toelaten
van
private
inlogmiddelen
en
het
gebruik
van
inlogmiddelen uit andere Europese lidstaten.
Daarnaast stelt de wet open standaarden verplicht. Die openheid maakt het mogelijk dat iedereen de
standaarden kan gebruiken. Daarbij gaat het onder meer om standaarden voor digitale toegankelijkheid. In
de
Wdo
wordt
de
Europese
richtlijn
over
digitale
toegankelijkheid
van
overheidswebsites
en
apps
geïmplementeerd.
Er is nog veel onduidelijk over de manier waarop gemeenten aan de wet kunnen voldoen. Wel is duidelijk
dat gemeenten de betrouwbaarheidsniveaus voor het inloggen bij bepaalde gemeentelijke dienstverlening
moeten verhogen. In de voorbereiding op de Wdo moet begonnen worden met het classificeren van de
betrouwbaarheidsniveaus van alle digitale diensten die de gemeente aan burgers en bedrijven levert.
Digitale Agenda Gemeenten
In mei 2020 heeft de VNG de Digitale Agenda Gemeenten 2024 gepubliceerd. Deze agenda brengt de
belangrijkste onderwerpen in kaart voor de komende jaren op het gebied van digitalisering bij gemeenten.
Kernthema
is
de
informatiesamenleving,
met
het
perspectief
van
inwoners
en
ondernemers
als
uitgangspunt. De focus op de digitale infrastructuur, de basis, blijft.
De Digitale Agenda Gemeenten 2024 is de opvolger van de eerste gemeente brede Digitale Agenda (2015-
2020) en vormt de invulling van de meerjarige Verenigingsagenda voor de opgave ’Informatiesamenleving’.
In deze agenda wordt de rol van gemeenten in de digitale transitie van onze samenleving beschreven aan
de hand van 3 doelstellingen.
Door de ontwikkelingen om ons heen en bij onszelf veranderen de komende 4 jaar de activiteiten van
gemeenten. En daarmee ook de rol van de commissie Informatiesamenleving. Zij behoudt (bestuurlijke)
aandacht voor digitale infrastructuur, omdat het de basis is die andere activiteiten op het gebied van
digitalisering mogelijk maakt. Met de komst van het College van Dienstverleningszaken, dat zich richt op de
gezamenlijke
gemeentelijke
uitvoering,
ontstaat
meer
ruimte
voor
onderwerpen
als
‘samenleving’
en
‘overheid’.
Dit leidt tot 3 doelstellingen in de digitale transitie:
Mogelijk maken (de basis op orde);
Kansen benutten (in beleidsdomeinen van de overheid en in de economie);
Duiden en reflecteren (van waarden en innovatie in de informatiesamenleving).
Vanuit deze doelstellingen toont de agenda op welke hoofdonderwerpen, thema’s en vraagstukken onze
digitale activiteiten zich zullen richten. Voorbeelden: Regie op Gegevens, Wet open overheid, Innovatie,
Fysiek domein en Energie etc.
Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU)
Veel maatschappelijke en organisatorische vraagstukken zijn voor alle gemeenten gelijk. Daarom is in 2017
op initiatief van de VNG de GGU gestart. Via de GGU en het bijbehorende fonds GGU worden standaarden
afgesproken,
kopen
we
samen
in
en
werken
we
samen
aan
nieuwe
diensten
en
producten.
Denk
bijvoorbeeld aan de Informatiebeveiligingsdienst, de gezamenlijke inkoop van ICT, het Ketenbureau i-
Sociaal Domein en het GGI-netwerk, een beveiligd landelijk datanetwerk voor gemeenten.
Daar waar
mogelijk maakt onze gemeente hier gebruik van.
Informatievoorziening en digitalisering
Informatievoorziening
Harmonisering
is
een
randvoorwaarde
om
de
beoogde
effecten
van
samenwerking
met
de
andere
Bevelandse gemeenten op het gebied van kosten, kwaliteit en continuïteit te kunnen bereiken. Voor wat
betreft de aanschaf van applicaties is dit op een flink aantal gebieden inmiddels gerealiseerd.
Op het gebied
van het inrichten van de applicaties en het beheer is dit veel lastiger gebleken. Het ontbreken van een
strategisch informatiebeleid voor alle deelnemers en een daaraan gekoppeld informatiebeleidsplan, wordt
gezien als een van de oorzaken daarvan. Het opstellen daarvan is tot op heden niet van de grond gekomen.
Om hier verandering in te brengen is in het eerste halfjaar van 2021 een onderzoek uitgevoerd naar de
oorzaken hiervan. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek is begin 2022 gestart met het opstellen van
een zogenaamde I-visie. Deze I-visie is inmiddels door alle deelnemers vastgesteld. In 2022-2023 is een
methode voor Project Portfolio Management opgesteld waarmee de speerpunten uit de I-visie vertaald
worden
naar
projecten
met
bijbehorende
prioriteitsstelling
en
innovatiebudget.
Ook
is
hiermee
de
governance richting de GR verbeterd.
Op lokaal niveau is het cluster data verantwoordelijk voor de informatievoorziening en wordt er nauw
samengewerkt met de andere deelnemers van GR De Bevelanden. Hiermee wordt niet alleen data gedreven
werken ondersteund, maar vindt er ook innovatie plaats op beheer en onderhoud van de gegevens waar de
gemeente verantwoordelijk voor is.
Digitalisering
Mede door eerder omschreven ontwikkelingen rond digitale dienstverlening grijpt het gebruik van
ICT-
voorzieningen, nog meer dan voorheen het geval was, in op het bedrijfsproces van de gemeente. Veel taken
zijn, met de huidige personele bezetting, niet meer uitvoerbaar zonder de inzet van geautomatiseerde,
onderling gekoppelde, systemen. Deze samensmelting van ICT-voorzieningen met de bedrijfsprocessen
heeft de speciale aandacht van het management. Immers, ook de afbreukrisico’s voor de gemeente worden
hierdoor steeds groter. De sterke wisselwerking tussen aanpassingen van werkprocessen en aanpassingen
in het ondersteunende ICT-instrumentarium betekent dat veranderingsprocessen op dit terrein parallel
moeten lopen om een succesvolle verandering tot stand te brengen.
Het
beheer
van
de
ICT-omgeving
wordt
uitgevoerd
door
de
afdeling
ICT
van
GR
De
Bevelanden.
Vervanging van apparatuur en vernieuwing van programmatuur vindt grotendeels binnen de begroting van
de GR plaats. De verwachting is dat er de komende jaren voornamelijk investeringen zullen plaatsvinden om
invulling te geven aan de eerdergenoemde ontwikkelingen in het kader van de verdere digitalisering van de
dienstverlening en de bijbehorende landelijke afspraken.