Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing
Algemeen
Het beleid voor het beheersen van risico’s met financiële gevolgen is vastgelegd in de Nota Weerstands-
vermogen
en
Risicobeheersing.
Deze
paragraaf
biedt
de
gelegenheid
uitvoering
te
geven
aan
het
vastgestelde beleid en in te gaan op nieuwe ontwikkelingen. Het Stafbureau werkt aan een evaluatie van de
genoemde Nota en tracht nog in 2024 een voorstel te doen om een (waar nodig) aangepaste en aangevulde
Nota vast te stellen. Dit zodat vanaf 2025 hiermee rekening gehouden kan worden.
Inzicht in risico’s
Drie keer per jaar wordt een beoordeling gemaakt van de risico’s en wordt ingeschat wat de financiële
impact zou kunnen zijn. In het kader van de Programmabegroting, Bestuursrapportage en Jaarstukken vindt
ook
een
beoordeling
plaats
van
de
benodigde
en
beschikbare
weerstandscapaciteit
en
het
weerstandsvermogen. De gemeenteraad wordt van de stand van zaken in kennis gesteld door middel van
deze paragraaf. Door de kansen op een risico en de financiële impact (lees: het financieel gevolg) te
ordenen en te rangschikken, kunnen deze beter met elkaar worden vergeleken. Door dit periodiek te
herhalen en onder de aandacht te brengen, ontstaat bewustzijn over risico’s. Dit bewustzijn is noodzakelijk
voor het omgaan met en bespreken van risico’s.
Door kansen en impact te ordenen en rangschikken en toe te kennen aan risico’s (kans x impact) kunnen
deze met elkaar vergeleken worden. Hieronder is de ordening en rangschikking opgenomen:
Kans op een risico
Klasse
Percentage
Gemiddeld een keer per jaar
5
90
Gemiddeld een keer per 2 jaar
4
70
Gemiddeld een keer per 3 jaar
3
50
Gemiddeld een keer per 4 jaar
2
30
Gemiddeld een keer per 5 jaar
1
10
Gemiddeld minder dan één keer per 5 jaar
0,5
5
Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit geldt: hoe groter de kans, hoe meer gereserveerd
wordt. Het bedrag dat hoort bij het geïdentificeerde, geanalyseerde en beoordeelde risico wordt hierbij
vermenigvuldigd met het percentage van de aangegeven kans.
Financieel gevolg (x)
Klasse
x > € 480.000
5
€ 240.000 > x < € 480.000
4
€ 120.000 > x < € 240.000
3
€ 60.000 > x < € 120.000
2
x < € 60.000
1
Risicokaart
Onderstaande matrix is het resultaat van alle geïdentificeerde en gekwantificeerde risico’s (kansen x impact,
lees: financiële gevolgen). Op basis van de risicokaart wordt een beeld verschaft van de risicospreiding van
de gemeente Reimerswaal. In de risicokaart wordt geen onderscheid gemaakt in incidentele en structurele
risico´s
en
de
toekenning
van
de
factor
2&fraq12;
aan
de
structurele
risico´s.
Ook
het
in
de
Nota
Weerstandsvermogen en Risicobeheersing vastgestelde waarschijnlijkheidspercentage van 80% is op deze
risicokaart niet toegepast. Dit om het beeld van de risicospreiding zo zuiver als mogelijk te tonen.
Hoe groter de kans op een risico en hoe hoger het financieel gevolg, hoe belangrijker het is om aandacht te
schenken aan dat risico.
x > € 480.000
1
1
€ 240.000 > x < € 480.000
1
€ 120.000 > x < € 240.000
1
2
€ 60.000 > x < € 120.000
1
3
3
x < € 060.000
1
7
5
6
3
1
2
3
4
5
Kans
Benodigde weerstandscapaciteit
In totaal zijn 35 risico´s geïdentificeerd en gekwantificeerd. De beste inschatting is dat het daarbij gaat om
een bedrag van € 3,17 miljoen. Voor 2025 en verder geldt dat sprake is van een specifieke risicoreserve
voor het Sociaal Domein. De 4 financiële risico’s die samenhangen met de Wet maatschappelijke
ondersteuning, Jeugdwet en ook de Participatiewet worden daarom niet langer apart meegenomen in de
bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. De inschatting is dat hiermee een bedrag van afgerond €
0,66 miljoen gepaard gaat. Uiteindelijk moet rekening worden gehouden met een benodigde
weerstandscapaciteit van € 2,50 miljoen. In de onderstaande tabel is de top 10 van de risico’s van de
Impact
(financieel gevolg x)
gemeente Reimerswaal, gerangschikt naar financiële impact, weergegeven. De risico’s voor de hiervoor
genoemde wetten zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Het percentage geeft het aandeel van het risico
in de benodigde weerstandscapaciteit weer. Het aandeel van deze 10 risico´s bedraagt 58,6%, of in
totaalbedrag € 1,85 miljoen.
De 10 ‘grootste’ risico’s
Porte-
Structureel/
Aandeel
Bedrag
feuille-
Incidenteel
houder
Gemeente breed: Beveiliging (Digitaal)
J.S. van
Structureel
28,4%
900.000
Door uitval of het verloren gaan van de digitale
Egmond
werkomgeving en data(verbindingen) kunnen de
werkzaamheden binnen de organisatie vertraging oplopen
of tijdelijk stil komen te liggen. Dit als gevolg van onder
andere ransomware, hacking, phising et cetera. Het risico
bestaat voornamelijk uit loonkosten tijdens improductiviteit,
gederfde inkomsten, vervangingsinvesteringen, negatieve
media-aandacht en overige kosten.
Hogere bijdrage(n) gemeenschappelijke regelingen
Per GR
Structureel
10,0%
315.000
Het risico bestaat dat de bijdragen aan de
verschillend
gemeenschappelijke regelingen zoals deze in de begroting
zijn opgenomen te laag zijn. Dit onder andere doordat
toekomstige cao’s hoger uitvallen dan waar initieel
rekening mee is gehouden of dat aanvullende
investeringen/uitbreidingen nodig zijn.
Gemeente breed: Integriteitsschade
Het college
Structureel
4,7%
150.000
In een wereld met steeds meer regelgeving, polarisatie en
van B&W en
gedrag dat wordt uitgemeten op social media, kan de
de
onafhankelijkheid van bestuurders in wezen en/of schijn
gemeente-
snel ter discussie worden gesteld. Schade aan reputatie en
raad
integriteit is snel toegebracht en kan leiden tot aanzienlijke
impact op financieel gebied.
Gemeente breed: Personeel
J.S. van
Incidenteel
4,5%
144.000
Ten tijde van de COVID-19-pandemie heeft het grootste
Egmond
deel van de medewerkers structureel thuisgewerkt. Het is
inmiddels al enige tijd mogelijk een deel van de arbeidstijd
thuis te werken. Het risico op niet-arbo-verantwoorde
werkplekken is aanwezig. Dat kan zorgen voor klachten en
uitval. Ook is sprake van een hoge(re) werkdruk waardoor
het risico op burn-outs toeneemt. Verder is er sprake van
grote krapte op de arbeidsmarkt. De inleen van personeel -
die vaak duurder is dan de reguliere salarislast - is
derhalve meer en vaker nodig. Dit zorgt voor hogere
kosten.
Programma 0: Debiteurenrisico
N. van der
Structureel
2,6%
81.000
Door het niet betalen van facturen door klanten, loopt de
Hoest
gemeente inkomsten mis. Verder vergt wanbetaling het
e.e.a. van de organisatie in de uitvoering. Die
uitvoeringskosten stijgen naarmate de omvang van
oninbare debiteuren toeneemt. Verder is sprake van
kwijtschelding. Daar staat geen vergoeding tegenover.
Gemeente breed: Beveiliging (Fysiek)
J.S. van
Structureel
1,9%
60.000
Door een ontoereikend beveiligingsbeleid en de uitvoering /
Egmond
naleving daarvan kan de gemeente (imago)schade
oplopen door inbraak, verlies en/of ongeautoriseerd
toegang tot ‘gevoelige’ informatie et cetera.
Programma 1: Ramp- en crisisbestrijding
J.S. van
Structureel
1,7%
55.000
Geen tot (te) weinig invulling van voorzieningen in het
Egmond
kader van het rampenplan kan leiden tot hoge kosten voor
de gemeente op die momenten dat een ramp zich
voordoet.
Gemeente breed: Onzorgvuldige uitvoering Inkoop- en
J.S. van
Incidenteel
1,7%
54.000
aanbestedingsbeleid
Egmond
Het gemeentelijke inkoop- en aanbestedingsbeleid zorgt
voor een zorgvuldige afweging bij de inkoop van goederen,
werken en diensten. Ook borgt het dat wet- en regelgeving
wordt nageleefd. Het kost tijd, energie en soms ook geld
om een zorgvuldige procedure te doorlopen. Het resulteert
dan overigens wel in een inkoop waarbij de prijs past bij de
kwaliteit en waar sprake is van onder andere gelijke
behandeling. Wanneer het beleid niet zorgvuldig wordt
uitgevoerd, kan dat tot ongunstige condities bij de inkoop
leiden, een hogere prijs of slechtere kwaliteit. Dat effect is
lastig te kwantificeren maar op dit punt in de risicoanalyse
is dit toch getracht te doen.
Programma 2: (Haven)vervuiling
M. Both / M.
Incidenteel
1,6%
50.000
Verontreiniging van het oppervlaktewater in de havens kan
van
voorkomen door olie of andere voorwerpen die van zowel
Overloop /
de beroepsvaart als particuliere vaart afkomstig zijn.
N. van der
De 10 ‘grootste’ risico’s
Porte-
Structureel/
Aandeel
Bedrag
feuille-
Incidenteel
houder
Verder kan sprake zijn van vervuiling van de gemeentelijke
Hoest
omgeving door oneigenlijke stoffen. Als de schade niet
wordt gedekt door de verzekering, zijn de kosten voor de
gemeente Reimerswaal.
Gemeente breed: Regionale samenwerking
J.S. van
Structureel
1,4%
45.000
De gemeente is steeds meer verbonden in
Egmond
samenwerkingsvormen. Dit brengt ook risico’s met zich
mee in de vorm van het vertragen van uitvoering, het
beperken van de gemeentelijke beleidsvrijheid en het
moeten borgen van uitvoering binnen de eigen organisatie
op het moment dat een samenwerking stopt. Voor dit
laatste is vaak geen capaciteit beschikbaar op korte
termijn. Vorenstaande brengt kosten met zich mee.
Bedragen x 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
1.854
Beschikbare weerstandscapaciteit
De berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt.
Omschrijving
Bedrag
Toelichting
Vrij aanwendbaar deel algemene reserve (sept 2024)
373
Berekende (geprognosticeerde) stand
algemene reserve per eind 2024 ad
€ 37,5 miljoen -/- gelabelde bedragen ad
€ 18,3 miljoen -/- vast percentage van
25% van de algemene uitkering ad
€ 12,2 miljoen -/- + het totaal van de
structurele exploitatietekorten voor de
komende vier begrotingsjaren ad € 6,0
miljoen.
Onvoorzien incidenteel en structureel
-459
2024: stand na besluitraad juli 2024
1.396
2024: idem
Onbenutte belastingcapaciteit
-
Verschil tussen volledige en geraamde
kostendekkendheid van reiniging en
riolering. Dit leidt niet daadwerkelijk tot
een verhoging van de
weerstandscapaciteit, omdat voor zowel
de reiniging als de riolering wordt
gewerkt met een egalisatievoorziening.
Beschikbare weerstandscapaciteit
1.310
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Weerstandsvermogen
Wanneer de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit tegen elkaar worden afgezet, ontstaat het
onderstaande beeld.
Omschrijving
Bedrag
Beschikbare weerstandscapaciteit
1.310
Benodigde weerstandscapaciteit
2.503
Uitkomst (+ = voldoende beschikbaar)
- 1.193
Indicator: (beschikbare/ benodigde capaciteit)
Programmabegroting 2025-2028 (oktober 2024)
Jaarstukken 2023 (juli 2024)
Bestuursrapportage 2023 (oktober 2023)
0,5
4,8
8,6
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
De ratio geeft aan dat volgens de gehanteerde systematiek de risico´s 0,5 keer kunnen worden opgevangen.
Deze begroting is een momentopname. Naar verwachting zal het financiele resultaat over 2024 zodanig
ontwikkelen dat een grote toevoeging aan de algemene reserve verwacht mag worden. Dit vooral door de
extra dividenduitkering vanuit ZEH van € 12,2 miljoen en de Rijksvergoeding voor de opvang van
vluchtelingen uit Oekraïne. Wat betreft de opvang van vluchtelingen komen de baten en lasten naar
verwachting op een voordelig saldo van ca. € 3,4 miljoen.
De ratio van de weerstandscapaciteit zal dan naar verwachting weer toenemen. Een schatting is dat de
beschikbare weerstandscapaciteit dan toeneemt tot ca. € 17 milljoen. De ratio zou dan op ongeveer 6,8
uitkomen.
Nieuwe omstandigheden kunnen de uitkomst beïnvloeden, waardoor het weerstandvermogen een andere
waardering kan krijgen. Om die reden wordt ook in de Bestuursrapportage en de Jaarstukken over dit
onderdeel gerapporteerd.
Kengetallen financiële positie
Om de financiële positie in beeld te brengen, wordt jaarlijks een overzicht van de exploitatie in baten en
lasten (de begroting en jaarrekening) en een balans opgesteld. Voor een goed oordeel over de financiële
positie zijn aanvullende kengetallen nodig, zodat bijvoorbeeld een beeld kan worden geschetst in welke
mate de schuldpositie kan worden gedragen. Dat de schuldpositie risico’s met zich meebrengt is evident.
Naast het opnemen van de kengetallen in deze paragraaf is ook een bespiegeling over de kengetallen in
relatie tot de financiële positie opgenomen. De informatie die uit de kengetallen naar voren komt is belangrijk
voor het inzicht in de financiële positie. De gezamenlijke provinciale toezichthouders hebben besloten om
voor het verkrijgen van een goed beeld aan te sluiten bij de zogenaamde signaleringswaarden die afkomstig
zijn van de stresstesten voor 100.000+ gemeenten. De signaleringswaarden zijn ingedeeld in categorieën.
Aan deze categorieën is geen waardeoordeel te geven, omdat normering in eerste instantie door de
gemeente zelf plaats dient te vinden.
De kengetallen kunnen niet los van elkaar worden gezien. Wanneer de kengetallen gezamenlijk een
‘verontrustend’ beeld laten zien, vraagt dat van een gemeente om maatregelen te treffen om de situatie te
verbeteren. Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt, dat voor het bepalen van de mate van toezicht
(repressief of preventief) het reëel en structureel sluitend zijn van de begroting het doorslaggevende
criterium blijft.
Netto schuld
Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van een gemeente, ten opzichte van de eigen
middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de
exploitatie.
Omschrijving
Realisatie
Begroting
Meerjaren
2023
2024
2025
2026
2027
2028
A Vaste schulden (conform art. 46 BBV)
24.146
22.010
25.280
28.550
31.920
35.490
B Netto vlottende schuld (conform art. 48 BBV)
4.205
10.514
14.888
24.040
27.808
24.902
C Overlopende passiva (conform art. 49 BBV)
8.805
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
D Financiële activa (conform art. 36, lid d, e, f)
0
0
0
0
0
0
E Uitzettingen < 1 jaar (conform art. 39 BBV)
-18.802
-4.500
-4.500
-4.500
-4.500
-4.500
F Liquide middelen (conform art. 40 BBV)
-2
-20
-20
-20
-20
-20
G Overlopende activa (conform art. 40a BBV)
-5.173
-400
-400
-400
-400
-400
H Netto schuld
13.179
33.604
41.248
53.670
60.808
61.472
I Totale baten (excl. mutaties reserves)
(conform art. 17, lid c BBV)
76.940
71.523
72.951
70.275
67.623
66.923
Netto schuldquote (H/I)x100%
17%
47%
57%
76%
90%
92%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst netto schuldquote
< 90%
90-130%
> 130%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van zogenaamd ‘doorlenen’ wordt de netto schuldquote zowel
in- als exclusief ‘doorgeleende’ gelden weergegeven. Op deze manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat
het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.
De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de ‘doorgeleende’ gelden wordt berekend, is gelijk
aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte geldleningen
worden opgenomen. Zie hiervoor de navolgende tabel.
Omschrijving
Realisatie
Begroting
Meerjaren
2023
2024
2025
2026
2027
2028
A Vaste schulden (conform art. 46 BBV)
24.146
22.010
25.280
28.550
31.920
35.490
B Netto vlottende schuld (conform art. 48 BBV)
4.205
10.514
14.888
24.040
27.808
24.902
C Overlopende passiva (conform art. 49 BBV)
8.805
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
D Financiële activa (conform art. 36, lid b, c, d, e, f)
-5.831
-569
-6.465
-6.493
-6.488
-6.483
E Uitzettingen < 1 jaar (conform art. 39 BBV)
-18.802
-4.500
-4.500
-4.500
-4.500
-4.500
F Liquide middelen (conform art. 40 BBV)
-2
-20
-20
-20
-20
-20
G Overlopende activa (conform art. 40a BBV)
-5.173
-400
-400
-400
-400
-400
H Netto schuld
7.348
33.035
34.783
47.177
54.320
54.989
I Totale baten (excl. mutaties reserves)
(conform art. 17, lid c BBV)
76.940
71.523
72.951
70.275
67.623
66.923
Netto schuldquote (H/I)x100%
10%
46%
48%
67%
80%
82%
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst netto schuldquote
< 90%
90-130%
> 130%
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële
verplichtingen te voldoen. Bij deze ratio wordt het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van het
balanstotaal. Het eigen vermogen van de gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als
de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten (resultaat
jaarrekening/begroting).
Omschrijving
Realisatie
Begroting
Meerjaren
2023
2024
2025
2026
2027
2028
A Eigen vermogen (conform art. 42 BBV)
57.438
49.251
57.734
56.536
54.228
51.122
B Totaal passiva
103.231
95.881
113.383
124.178
128.409
125.415
Solvabiliteitsratio (A/B)x100%
56%
51%
51%
46%
42%
41%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst solvabiliteitsratio
> 50%
20-50%
< 20%
Kengetal grondexploitatie
De grondexploitatie kan een forse impact kan hebben op de financiële positie van gemeenten. De
boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de
verkoop. Het kengetal van de grondexploitatie geeft aan wat de verhouding is van de gronden in vergelijking
met de baten van de begroting.
Omschrijving
Realisatie
2023
Begroting
2024 2025
2026
Meerjaren
2027
2028
A Niet in exploitatie genomen bouwgronden (conform art.
38, lid a, punt 1 BBV)
0
4
4
4
4
4
B Bouwgronden in exploitatie (conform art. 38, lid b BBV)
-6.152
-2.304
-3.116
-635
-26
-26
Totaal
-6.152
-2.300
-3.112
-631
-22
-22
C Totale baten (excl. mutaties reserves) (conform art.
17, lid c BBV)
76.940
71.523
72.951
70.275
67.623
66.923
Grondexploitatie: (A+B)/Cx100%
-8,00%
-3,22%
-4,27%
-0,90%
-0,03%
-0,03%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst kengetal grondexploitatie
< 20%
20-35%
> 35%
Structurele exploitatieruimte
Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een
begroting waarbij de structurele baten en lasten in evenwicht zijn.
De overzichten van de geraamde incidentele baten en lasten en structurele toevoegingen en onttrekkingen
aan de reserves maken onderdeel uit van het hoofdstuk Overzicht van baten en lasten in de begroting. Deze
gegevens worden ook opgenomen in de Jaarstukken. Op basis hiervan kan het saldo van de structurele
baten en structurele lasten worden berekend.
Omschrijving
Realisatie
2023
Begroting
2024 2025
2026
Meerjaren
2027
2028
A Totale structurele lasten
64.334
66.359
68.014
67.898
68.522
69.446
B Totale structurele baten
69.101
69.523
69.335
66.668
66.267
66.345
C Totale structurele toevoegingen aan de reserves
218
1.266
192
205
186
186
D Totale structurele onttrekkingen aan de reserves
1.370
1.032
752
563
627
621
E Totale baten (excl. mutaties reserves) (conform art.
17, lid c BBV)
76.940
71.523
72.951
70.275
67.623
66.923
Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/E x 100%
8%
4%
3%
-1%
-3%
-4%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst structurele exploitatieruimte
> 0%
0%
< 0%
Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
De ruimte die een gemeente heeft om belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale
woonlasten. De totale woonlasten bestaan uit de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een
woning met een gemiddelde WOZ-waarde in de betreffende gemeente. De belastingcapaciteit van
gemeenten wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden te vergelijken met
een landelijk gemiddelde.
Omschrijving
Realisatie
2023
Begroting
2024 2025
2026
Meerjaren
2027
2028
A OZB-lasten
waarde
voor gezin
bij
gemiddelde WOZ-
228
249
256
256
256
256
B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-
waarde
249
275
285
285
285
285
C Afvalstoffenheffing voor een gezin
386
383
397
397
397
397
D Eventuele heffingskorting
0
0
0
0
0
0
E Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde
WOZ-waarde
863
907
938
938
938
938
F Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin in t-1
904
944
994
994
994
994
Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde jaar er
voor: (E/F)x100%
95%
96%
94%
94%
94%
94%
Toelichting
Ad A.
De WOZ-waarden voor het heffen van de OZB in 2025 worden eind 2024 bekend. Hiertoe is de OZB voor
2025 t.o.v. 2024 vooralsnog alleen verhoogd met de vastgestelde trendmatige verhoging van de lokale
heffingen van 2,8%. Na het bekend worden van de gemiddelde wijziging van de WOZ-waarden wordt de
WOZ-waarde bijgesteld en wordt tevens het daaraan gekoppelde percentage (incl. indexering) voor de
onroerendezaakbelastingen aangepast.
Ad B
De rioolheffing wordt naast de trendmatige verhoging van 2,8% met 1% extra verhoogd conform het
vigerende GRP 2022 - 2026.
Ad F.
De landelijk gemiddelde woonlasten zijn overgenomen vanuit de website COELO atlas lokale lasten.
Uit de bovenstaande tabel kan worden afgelezen dat de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in
de gemeente Reimerswaal rond het landelijk gemiddelde ligt.
Verloop van de kengetallen
Kengetal
Realisatie
2023
Begroting
2024 2025
2026
Meerjaren
2027
2028
netto schuldquoute
17%
47%
57%
76%
90%
92%
netto schuldquote
verstrekte leningen
gecorrigeerd
voor
alle
10%
46%
48%
67%
80%
82%
solvabiliteitsratio
56%
51%
51%
46%
42%
41%
structurele exploitatieruimte
8%
4%
1%
-2%
-4%
-5%
grondexploitatie
-8%
-3%
-4%
-1%
0%
0%
belastingcapaciteit
95%
96%
94%
94%
94%
94%