Paragraaf lokale heffingen
Algemeen
Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van de lokale heffingen die in de programma´s zijn verwerkt. Het
bestaande beleid is vastgelegd in de nota lokale heffingen.
Naar aanleiding van aanpassingen in het BBV krijgt de kostendekkendheid van leges steeds meer aandacht
binnen de lokale overheid. Ook binnen de gemeente Reimerswaal is ervoor gekozen om de
kostendekkendheid per verordening voor het jaar 2025 inzichtelijk te maken. Hierbij wordt gewerkt volgens
de zogenaamde “Activty Based Costing” methodiek. Bij deze methode worden kosten toegerekend naar een
product waardoor het mogelijk wordt om per product de kosten en een tarief vast te stellen en daarme de
kostendekkendheid te bepalen. Een voordeel hiervan is dat de werkelijke kosten en opbrengsten per
legestarief inzichtelijk worden gemaakt, zodat de significante wijzigingen doorgerekend kunnen worden in de
begroting.
Stand van zaken
Verhoging tarieven
De trendmatige verhoging van de tarieven voor 2025 bedraagt 2,8%. Dit percentage geldt niet voor alle
lokale heffingen. Voor de rioolheffing geldt een afwijkend percentage. Dit percentage is in deze paragraaf
afzonderlijk opgenomen.
Onroerendezaakbelastingen (OZB)
Gemeentebreed volgt de onroerendezaakbelasting de vastgestelde trendmatige verhoging van 2,8%.
Voor de individuele huishoudens en bedrijven is het bij het opstellen van de begroting niet mogelijk exact
aan te geven hoe de ontwikkeling van de onroerendezaakbelastingen er voor het volgende jaar uitziet. Dit
komt doordat in de definitieve tariefstelling rekening wordt gehouden met de jaarlijkse aanpassingen in de
waarde van de (niet-)woningen. Stijgt de waarde van de onroerende zaak, dan daalt in de regel het tarief,
daalt de waarde van de onroerende zaak, dan stijgt het tarief. Alleen op deze wijze is het mogelijk om
gemeentebreed de baten gelijk te houden, dan wel aan te passen aan de trendmatige verhoging.
Een individuele berekening kan daarom alleen worden vergeleken met de trendmatige verhoging wanneer
de WOZ-waarde met hetzelfde percentage wijzigt als de gemiddelde mutatie. Aan het einde van deze
paragraaf is een rekenvoorbeeld over de lokale lastendruk opgenomen.
De grondslag voor de onroerendezaakbelastingen voor 2025 is de WOZ-waarde per 1 januari 2024. Voor
alle objecten die onderhavig zijn aan de onroerendezaakbelastingen worden deze waarden eind 2024
bekend. Daarna is het mogelijk de onroerendezaakbelastingen per object te bepalen.
Afvalstoffenheffing
Op grond van artikel 15.33 Wet milieubeheer is de afvalstoffenheffing ingesteld. Doel van deze
(bestemmings-)heffing is dat de kosten, die verbonden zijn aan het beheer van huishoudelijke afvalstoffen,
kunnen worden verhaald op de belastingplichtige. De kosten van het afvalbeleid worden volledig gedekt door
de afvalstoffenheffing. Deze wordt berekend op basis van een meerjarige ontwikkeling en ondersteund door
een egalisatievoorziening.
Per 1 januari 2023 heeft de gemeente Reimerswaal het Diftar-systeem ingevoerd.
De landelijke doelstellingen voor het hergebruik van grondstoffen liggen op 100 kilo restafval per inwoner per
jaar in 2020. Het accent in het programma VANG verschuift meer naar sturen op het percentage gerecycled
materiaal. Het nieuwe doel is om in 2030 minimaal 60% van het huishoudelijk afval te recyclen. Ook ligt er
vanuit Europa een nieuwe norm: in 2035 moet 65 procent van al ons afval gerecycled worden. De 100 kilo
wordt daarmee niet losgelaten. We willen nog steeds zoveel mogelijk waardevolle materialen uit het restafval
halen om te voorkomen dat ze worden verbrand.
Gemeente Reimerswaal had eind 2023, na de invoer van gedifferentieerde tarieven, 104 kilo per inwoner
aan fijn restafval. Inclusief het grof restafval was dat 127 kilo per inwoner. Het scheidingspercentage lag op
68% voor fijn restafval en op 78% voor fijn en grof restafval tezamen.
Om de hoeveelheid restafval verder te verlagen en het scheidingspercentage van overige gescheiden
fracties te verhogen, zijn ingrepen gewenst in de huidige inzamelstructuur. Aan de raad zal worden
voorgelegd om een ander afvalinzamelsysteem in te voeren per 1 januari 2025, namelijk minder vaak
restafval ophalen (1x per 4 weken in plaats van 1x per 2 weken). Met het voorgestelde inzamelsysteem
wordt meer afval gescheiden en meer waardevolle grondstoffen teruggewonnen, wat ertoe leidt dat de
afvalstoffenheffing vooralsnog gering stijgt.
In opdracht van de gemeente heeft IPR Normag een herberekening gemaakt van de gedifferentieerde
tarieven (Diftar als prijsprikkel) voor de afvalstoffenheffing 2025. Dit is op basis van een actualisatie van
areaalgegevens, een actualisatie van begrotingsgegevens voor de kosten, een actualisatie van het
afvalaanbiedgedrag laagbouw (minicontainers) en hoogbouw (ondergrondse containers) en een
indexering van de tarieven.
Voor de afvalstoffenheffing wordt gebruik gemaakt van een egalisatievoorziening om meerjarig een zo
stabiel mogelijk tariefbeleid te voeren, waarbij zoveel als mogelijk rekening wordt gehouden met de
toekomstige kosteninflatie, “autonome” kostenontwikkelingen in het kader van afvalinzameling en het
egaliseren van de (kapitaal)lasten over de jaren.
Met betrekking tot de kostendekkendheid zijn in het verleden enkele keuzes gemaakt die van invloed zijn op
met name de toerekenbare lasten. De btw-component wordt volgens de juridische uitgangspunten als lasten
aangemerkt en is daarom in de berekening betrokken. Met inachtneming van het voorgaande bedraagt de
kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing, conform onderstaande berekening, voor 2025 op
begrotingsbasis 100%.
Het positieve saldo wordt gedoteerd aan de voorziening reiniging met het oog op toekomstige
kostenontwikkelingen m.b.t. afvalinzameling en het egaliseren van de kosten over de jaren.
Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing 2025
Kosten taakveld incl. (omslag)rente
2.561
Inkomsten taakveld, excl. heffingen
253
Netto kosten taakveld
2.308
Toe te rekenen kosten (incl. dotatie/onttrekking voorziening)
2.579
Overhead (incl. omslagrente)
121
BTW
451
Opbrengsten afvalstoffenheffing
2.897
Totale opbrengsten
3.150
Totale kosten
3.150
Dekkingspercentage
100%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten de bedragen mogelijk niet exact aan.
Rioolheffing
De wettelijke basis voor rioolheffing is gelegen in artikel 228a Gemeentewet. De rioolheffing wordt in de
gemeente geheven van de gebruiker van een, direct of indirect, op de gemeentelijke riolering aangesloten
perceel en ook van de eigenaar. Zodoende wordt eenieder in de heffing betrokken die enig belang heeft bij
de instandhouding van het riool.
Voor de rioolheffing wordt gebruik gemaakt van een egalisatievoorziening om meerjarig een zo stabiel
mogelijk tariefbeleid te voeren, waarbij zoveel als mogelijk rekening wordt gehouden met de toekomstige
kosteninflatie, “autonome” kostenontwikkelingen in het kader van riolering en het egaliseren van de
(kapitaal)lasten over de jaren.
Bij het opstellen van het Gemeentelijk Rioleringsplan wordt voor de planperiode de hoogte van de
rioolheffing geprognosticeerd. Het vigerende Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) heeft een
looptijd van 2022 tot en met 2026. Voor de rioolheffing wordt voorzien dat deze jaarlijks, naast de
trendmatige verhoging, met 1,0% extra zal (moeten) stijgen gedurende de planperiode (tot en met 2027).
Voor wat betreft de kostendekkendheid zijn in het verleden enkele keuzes gemaakt die van invloed zijn op
met name de toerekenbare lasten. De BTW component wordt volgens de juridische uitgangspunten als
lasten aangemerkt en is daarom in de berekening betrokken. Met inachtneming van het voorgaande
bedraagt de kostendekkendheid van de rioolheffing, conform onderstaande berekening, voor 2025 op
begrotingsbasis 100%.
Het positieve saldo wordt gedoteerd aan de voorziening riolering met het oog op de meerjarige
kostenontwikkeling conform het vGRP en het egaliseren van de kosten over de jaren.
Berekening kostendekkendheid rioolheffing 2025
Kosten taakveld incl. (omslag)rente
1.975
Inkomsten taakveld, excl. heffingen
23
Netto kosten taakveld
1.952
Toe te rekenen kosten (incl. dotatie/onttrekking voorziening)
2.361
Overhead (incl. omslagrente)
102
BTW
351
Opbrengsten rioolheffing
2.790
Totale opbrengsten
2.814
Totale kosten
2.814
Dekkingspercentage
100%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten de bedragen mogelijk niet exact aan.
Scheepvaartrechten
Scheepvaartrechten betreft een algemene verzamelnaam, maar heeft onder meer betrekking op de
havengelden, kadegelden en liggelden. Binnen de gemeente Reimerswaal is sprake van een tweetal
gemeentelijke havens. Het betreft de vissershaven en de jachthaven. De tarieven worden voor 2025
aangepast met de trendmatige verhoging van 2,8%.
Voor beide havens wordt gebruik gemaakt van een egalisatiereserve. De reserves kennen een dusdanig
karakter dat zij kunnen worden ingezet voor het egaliseren van kosten over de jaren. Deze situatie doet zich
onder meer voor ten aanzien van (toekomstige) baggerkosten en de geplande vervanging en onderhoud van
de damwanden. In zoverre is het dan ook gerechtvaardigd om de lasten toe te rekenen. De
kostendekkendheid kan voor het aankomende belastingjaar als volgt worden uitgesplitst:
Berekening kostendekkendheid scheepvaartrechten 2025
Kosten taakveld incl. (omslag)rente
966
Inkomsten taakveld, excl. heffingen
0
Netto kosten taakveld
965
Toe te rekenen kosten (incl. dotatie/onttrekking reserve)
923
Overhead (incl. omslagrente)
107
BTW
-
Opbrengsten scheepvaartrechten
1.030
Totale opbrengsten
1.031
Totale kosten
1.031
Dekkingspercentage
100%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten de bedragen mogelijk niet exact aan.
Zoutwaterafvoerrecht
Het zoutwaterafvoerrecht is in het leven geroepen om de kosten voor het onderhoud van de
zoutwaterafvoerleiding, die gelegen is in het natte bedrijventerrein Olzendepolder, te onderhouden. De
heffing die uit de verordening voortvloeit wordt opgelegd naar het aantal vierkante meters in eigendom of
erfpacht zijnde grond, voor zover gelegen binnen het gebied ‘nat bedrijventerrein Olzendepolder’. De heffing
bedraagt in 2025 € 0,59 per m2 en wordt jaarlijks aan de hand van de trendmatige verhoging van de tarieven
aangepast.
Proceswaterrecht Olzendepolder
Het proceswaterrecht Olzendepolder is in het leven geroepen om de kosten voor de vergunningverlening en
afvalwaterheffing Oosterschelde te dekken. De heffing wordt opgelegd naar het aantal vierkante meters in
eigendom of erfpacht zijnde grond, voor zover gelegen binnen het gebied ‘nat bedrijventerrein
Olzendepolder’.
Lijkbezorgingsrechten
De tarieven 2025 worden aangepast met de trendmatige verhoging van 2,8%. Bewust is gekozen om niet
alle kosten, die in aanmerking komen, te verhalen. Concreet betekent dit dat onder meer het onderhoud van
de oude gedeelten niet wordt betrokken in de berekening van de mate van kostendekkendheid.
Eind 2022 is het nieuwe Beleidsplan begraafplaatsen voor de periode 2022-2026 vastgesteld. De
uitgangspunten die hierin staan, zijn van invloed op de huidige tariefstelling en de hoogte van baten en
lasten in de gemeentelijke begroting. De kostendekkendheid volgens deze huidige uitgangspunten is
hieronder uitgesplitst:
Berekening kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten 2025
Kosten taakveld incl. (omslag)rente
634
Inkomsten taakveld, excl. heffingen
1
Netto kosten taakveld
633
Toe te rekenen kosten
468
Overhead (incl. omslagrente)
181
BTW
-
Opbrengsten lijkbezorgingsrechten
322
Totale opbrengsten
323
Totale kosten
650
Dekkingspercentage
50%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten de bedragen mogelijk niet exact aan.
Leges
Onder de naam leges worden rechten geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur
verstrekte diensten. Deze diensten zijn opgenomen in de tarieventabel behorende bij de legesverordening.
Voor de legesverordening en daarbij behorende tarieventabel is het van belang om de tarieven niet zodanig
vast te stellen dat de geraamde baten uitkomen boven de geraamde lasten. We spreken ook wel over de
opbrengstenlimiet. Hierbij wordt verwezen naar artikel 229b lid 1 Gemeentewet.
Het voornaamste uitgangspunt voor het aanpassen van deze leges is de jaarlijkse trendmatige verhoging,
mits dit juridisch toelaatbaar is. In de legesverordening zijn ook tarieven opgenomen waarvoor de gemeente
afhankelijk is van andere overheidsdiensten of van regionale afspraken. In die gevallen vindt afstemming
met deze diensten plaats. Met inachtneming van de wettelijke/juridische uitgangspunten is de
kostendekkendheid voor het belastingjaar 2025 bepaald. Opgemerkt dient te worden dat een rechtstreeks
verband tussen de hoogte van de tarieven en de door de gemeente verstrekte diensten niet noodzakelijk is.
Slechts de desbetreffende verordening in haar geheel mag niet meer dan maximaal kostendekkend zijn. Dit
heeft onder meer tot gevolg dat kruissubsidiëring tussen de verschillende (leges)tarieven onderling is
toegestaan.
Bij het opstellen van de begroting 2024 en Legesverordening 2024 waren er nog onduidelijkheden omtrent
de (financiële) effecten van de (nieuwe) Omgevingswet. Voor input van de kostendekkendheid is minder
voortgeborduurd op de cijfers uit eerdere jaren), maar meer gebruik gemaakt van vergelijkbare (ken)getallen
van andere gemeenten en eigen inschattingen van te verwachten tijdsbestedingen.
De berekening kostendekkendheid kwam over de gehele Legesverordening uit op 80%, wat lager was dan
eerdere jaren (boven de 85% over het totaal).
Door in 2024 te monitoren op met name de nieuwe activiteiten en andere nieuwe structuren, welke
tijdsbesteding daarbij hoort of welke andere kosten, wordt duidelijk of de nu gehanteerde legestarieven in het
nieuwe stelsel recht doen aan de nieuwe opzet.
Vanaf 2026 is het streven om naar een 100% kostendekking te gaan van de tarieven.
Begrote
Begrote
Begrote
kosten
opbrengsten
kostendekkendheid
ALGEMENE DIENSTVERLENING
288
322
111,8%
Burgerlijke stand
Reisdocumenten
Rijbewijzen
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Naturalisatie- en optieverzoeken
Overige publiekszaken
Leegstandswet
Kansspelen
Kinderopvang
Algemene verordening ondergrondse infrastructuren - AVOI
Verkeer en vervoer
DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/
OMGEVINGSVERGUNNING
878
823
93,7%
Beoordeling conceptaanvraag omgevingsvergunning (vooroverleg)
Omgevingsvergunning
Nieuw (postzegel)bestemmingsplan en uitwerken bestemmingsplan
Principeverzoek
DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN
24
23
95,8%
Horeca
Organiseren evenementen en markten APV
Marktstandplaatsen
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
1.190
1.168
98,2%
Marktgelden
Binnen de gemeente wordt wekelijks een tweetal weekmarkten georganiseerd. Het betreft de weekmarkt in
Kruiningen en die in Yerseke. Op deze (afgebakende) markten is een aantal standplaatshouders wekelijks
aanwezig die hiervoor staangeld betalen. Hiermee kunnen de lasten die de gemeente maakt (deels) worden
bekostigd. Tot op heden worden de kosten voor het reinigen van het (markt)terrein nog niet in de berekening
van de kostendekkendheid betrokken. De kostendekkendheid voor het onderdeel marktgelden komt uit op
(afgerond) 98% en kan als volgt worden uitgesplitst:
Berekening kostendekkendheid marktgelden 2025
Kosten taakveld incl. (omslag)rente
83
Inkomsten taakveld, excl. heffingen
-
Netto kosten taakveld
83
Toe te rekenen kosten
20
Overhead (incl. omslagrente)
10
Opbrengsten marktgelden
30
Totale opbrengsten
30
Totale kosten
30
Dekkingspercentage
98%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten de bedragen mogelijk niet exact aan.
Toeristenbelasting
Het tarief per overnachting bedraagt € 1,10.
Kwijtschelding
De gemeente Reimerswaal neemt binnen GR de Bevelanden deel aan het gezamenlijk
kwijtscheldingsbeleid. De kwijtscheldingsnorm binnen dit gebied bedraagt 100%. Een en ander houdt in dat
iemand die alleen moet rondkomen van een inkomen op het niveau van een bijstandsuitkering, in principe, in
aanmerking kan komen voor kwijtschelding van gemeentelijke en waterschapsbelasting. Dit geldt ook voor
mensen die alleen moeten rondkomen van een uitkering uit de Algemene Ouderdomswet (AOW). Hierbij
geldt wel de beperking dat er in die gevallen eveneens gekeken dient te worden naar het inkomen van de
partner. Wanneer een belastingplichtige twee achtereenvolgende jaren voor volledige kwijtschelding in
aanmerking is gekomen wordt overgegaan tot automatische kwijtschelding.
De raming voor het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen bedraagt € 105.122. Deze raming wordt
met ingang van het belastingjaar 2023 verantwoord op taakveld 6.3 ‘Inkomensregelingen’. Dit is het gevolg
van het besluit van de gemeenteraad bij het vaststellen van de Kadernota 2023-2026 om vanaf 2023 de
kwijtscheldingslasten voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing niet meer ten laste te brengen van de
egalisatievoorzieningen reinigingsdienst respectievelijk riolering maar ten laste van de exploitatie te laten
komen.
Financiële consequenties
Tarieven aanslagbiljet gemeentelijke belastingen.
Jaarlijks ontvangen de inwoners een gecombineerde aanslag gemeentelijke belastingen. De tarieven die
hiermee te maken hebben zijn in het onderstaande overzicht opgenomen.
Omschrijving
2023
2024
2025
Trendmatige verhoging tarieven
4,7%
9,4%
2,8%
Extra verhoging OZB
0,0%
0%
0%
Rioolheffing (planperiode vGRP 2022 t/m 2026)
0,0%
10,4%
3,8%
Mutatie WOZ-waarde (jaar -1) 1
- Woningen
16,30%
8,5%
Nnb
- Niet-woningen
-0,89%
1,8%
Nnb
Onroerendezaakbelastingen:
- Woningen eigenaren
0,0833%
0,0868%
Nnb
- Niet-woningen gebruikers
0,1676%
0,1828%
Nnb
- Niet-woningen eigenaren
0,2068%
0,2255%
Nnb
Afvalstoffenheffing:
- Eenpersoonshuishoudens
186,00
184,40
189,48*
- Tweepersoonshuishoudens
250,80
248,40
255,24*
- Meerpersoonshuishoudens
282,00
279,42
287,16*
1
Aangezien de jaarlijkse herwaardering van de WOZ-waarden aan het eind van het jaar wordt afgerond zijn de mutaties van de
WOZ-waarden en de tarieven van de onroerendezaakbelasting voor 2025 nog niet bekend.
Aanvullend tarief per lediging/opening:
- Container (240 liter) voor restafval
8,00
8,00
8,20*
- Ondergrondse container voor restafval
2,00
2,00
2,05*
- Dekkingspercentage reinigingsheffing 2
100%
100%
Nnb
Rioolheffing:
Woningen eigenaren
WOZ-waarde:
- < € 100.000
28,20
31,08
32,16
- € 100.000 tot € 190.000
42,48
46,80
48,48
- € 190.000 tot € 300.000
56,88
62,76
65,04
- € 300.000
85,44
94,32
97,80
Woningen gebruikers
Huishoudens:
- 1
152,40
168,24
174,60
- 2 en hoger
192,12
212,04
220,08
Niet-woningen eigenaren
WOZ-waarde:
- < € 100.000
28,20
31,08
32,16
- € 100.000 tot € 260.000
71,52
78,84
81,72
- € 260.000 tot € 500.000
142,68
157,44
163,32
- € 500.000
429,00
473,52
491,40
Niet-woningen gebruikers
Waterverbruik:
- 0 m3 - 75 m3
- 76 m3 - 200 m3
- 201 m3 - 400 m3
124,44
199,92
235,68
137,28
220,68
260,16
142,44
228,96
270,00
- 401 m3 en hoger
- + per m3 vanaf 401 m3 < 20.400 m3
235,68
0,77
260,16
0,82
270,00
0,87
- + per m3 vanaf 20.400 m3
0,48
0,52
0,53
- Dekkingspercentage riolering 4
96%
100%
Nnb
* = voorlopige tarieven op grond van trendmatige verhoging
Bedragen in euro’s.
Rekenvoorbeeld lokale lastendruk huishoudens
Tweepersoonshuishouden
2023
Gebruiker
2024
2025
Eigenaar en gebruiker
2023 2024 2025
Onroerendezaakbelastingen
-
-
-
227,77
249,18
256,15
Afvalstoffenheffing
266,00
264,40
273,73
266,00
264,40
273,73
Rioolheffing
152,40
168,24
174,60
209,28
231,00
239,64
Totaal
418,40
432,64
448,33
703,05
744,58
769,52
Tweepersoonshuishouden
2023
Gebruiker
2024
2025
Eigenaar en gebruiker
2023 2024 2025
Onroerende zaakbelastingen-
-
-
-
227,77
249,18
256,15
Afvalstoffenheffing
338,80
336,40
347,94
338,80
336,40
347,94
Rioolheffing
192,12
212,04
220,08
249,00
274,80
285,12
Totaal
530,92
548,44
568,02
815,57
860,38
889,21
Meerpersoonshuishouden
Gebruiker
Eigenaar en gebruiker
(5 personen en meer)
2023
2024
2025
2023
2024
2025
Onroerendezaakbelastingen
-
-
-
227,77
249,18
256,15
Afvalstoffenheffing
386,00
383,42
396,71
386,00
383,42
396,71
Rioolheffing
192,12
212,04
220,08
249,00
274,80
285,12
Totaal
578,12
595,46
616,79
862,77
907,40
937,98
Bedragen in euro’s.
Voornaamste uitgangspunten:
Vanaf 2011 wordt voor dit rekenvoorbeeld van de lokale lastendruk een fictieve woning gevolgd. Deze
woning had in 2011 een waarde van € 200.000. De hiervoor opgenomen WOZ-waarde is ontstaan door het
jaarlijks toepassen van de gemiddelde mutatie van de WOZ-waarden van de woningen binnen de gemeente.
Deze gemiddelde WOZ-waarde heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
2022: € 223.410;
de WOZ-waarden zijn ten opzichte van 2021 gemiddeld 6,00% gestegen.
2
Rekening is gehouden met het BTW-compensatiefonds.
2023: € 259.826;
2024: € 281.911
2025: € 289.805
de WOZ-waarden zijn ten opzichte van 2022 gemiddeld 16,30% gestegen.
de WOZ-waarden zijn ten opzichte van 2023 gemiddeld 5,00 % gestegen
de WOZ-waarden met als peildatum 1 januari 2024 worden niet eerder dan eind
2024 bekend, de genoemde verwachte waardestijging is gebaseerd op de
trendmatige verhoging van 2,8 %.
Na het bekend worden van de gemiddelde wijziging van de WOZ-waarden wordt de WOZ-waarde bijgesteld
en wordt ook het daaraan gekoppelde percentage (incl. indexering) voor de onroerendezaakbelastingen
aangepast.