Hoofdlijnen ontwikkeling financiële positie
Uitgangspunt voor het financieel beleid is dat er sprake dient te zijn van een duurzaam financieel evenwicht
in de begroting en dat het weerstandsvermogen een gezond karakter draagt. De focus ligt op het zo mogelijk
wegnemen en verkleinen van financiële risico´s.
Een duurzaam financieel evenwicht is meer dan alleen een sluitende begroting. Structurele lasten dienen te
worden gedekt door structurele baten en incidentele lasten dienen gedekt te kunnen worden met incidentele
baten of gereserveerde middelen.
Het jaar 2025 laat een sluitende begroting zien. Vanaf 2026 is er geen sprake meer van een sluitende
begroting.
De financiële positie van de gemeente wordt in grote mate bepaald door externe factoren. Een structureel
lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds vanaf 2026 is van grote invloed op de financiële positie van
de gemeente.
De onderstaande onderwerpen vragen bijzondere aandacht:
AU GF
De AU GF is de voornaamste inkomstenpost van de gemeente. De ontwikkelingen van de AU GF bepalen in
hoge mate de financiële mogelijkheden van de gemeente. De AU GF is in deze Programmabegroting,
overeenkomstig de richtlijn van de Provincie Zeeland, gebaseerd op de meicirculaire 2024. Zoals in juni jl.
aan uw gemeenteraad is meegedeeld, bevat de meicirculaire een aantal negatieve en ook positieve
bijstellingen voor 2025 en verder.
Volume accres
In de meicirculaire 2024 is de nieuwe financieringssystematiek vervroegd van 2027 naar 2024. Dit betekent
dat de koppeling van het (volume) accres aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) per
2024 al is ingevoerd. Het volume accres wordt vanaf 2024 gebaseerd op een 8-jaars historisch gemiddelde
(t-9 t/m t-2) van de ontwikkeling van het bbp. Door het toepassen van de ontwikkeling van het bbp vanaf
2024 zijn de tranches voor de jaren 2024 en 2025 lager dan in de septembercirculaire 2023. Verder worden
de tranches voor de jaren 2024 en 2025 structureel opgenomen in plaats van incidenteel. Hierdoor is de
mutatie in het volume accres voor de jaren 2024 en 2025 lager dan in de septembercirculaire 2023 en voor
de jaren 2026 en verder hoger.
Incidentele compensatie
In verband met het vervroegen van de gewijzigde bbp-indexatie van 2027 naar 2024 dalen het volume en
LPO-accres per saldo voor de jaren 2024 en verder. Voor 2024 wordt dit volledig gecompenseerd en voor
2025 voor ongeveer 50%. Voor de jaren 2026 en verder vindt nog een beperkte compensatie plaats.
Opschalingskorting
Sinds 2015 worden gemeenten geconfronteerd met een korting op de AU GF die oploopt tot € 975 miljoen in
2026. Deze korting is opgelegd omdat gemeenten door gedwongen herindeling kosten zouden besparen.
Sinds 2019 is een stand van de opschalingskorting bereikt (en geëffectueerd in de vorm van een korting op
de AU GF) van € 300 miljoen. In de meicirculaire 2024 is de oploop van de opschalingskorting vanaf 2026,
die zou leiden tot een structurele uitname van de resterende € 675 miljoen, geschrapt. In 2025 is een
eenmalige korting van € 675 miljoen opgevoerd. In de kadernota was met deze effecten al rekening
gehouden.
De structurele terugval van de omvang van de AU GF in 2026 en verder, leidt in de programmabegroting
voor de jaarschijven 2026 en 2027 tot flink lagere AU GF waarbij de druk op de budgetten door
onevenredige kostenstijgingen verder toeneemt.
Afspraken jeugdmiddelen in begroting en meerjarenraming
Conform de IPO-richtlijn rekenen we voor de gemeente Reimerswaal voor de jaren 2026 en 2027 met €
200.000 aan inkomsten uit een eigen bijdrage voor de Jeugdzorg. Voor de jaren 2025 en verder rekenen we
met € 500.000 aan lastenbesparing op de Jeugdzorg dan wel compensatie door het Rijk als de bezuiniging
niet wordt gerealiseerd. De financiële effecten zijn als stelpost verwerkt in programma 6.
De cijfers over Jeugdzorg worden niet langer meer via de P&C-stukken van Inkoop Jeugdzorg/ GGD begroot
en verantwoord, maar dit moet de gemeente zelf rechtstreeks in haar eigen P&C-documenten doen.
Gezien de impact is hiertoe een apart raadsvoorstel gemaakt. Het raadsbesluit op dit voorstel is niet
meegenomen in voorliggende begroting, maar zal worden meegenomen in een begrotingswijziging 2025.
Vooralsnog is in de voorliggende begrotingsopstelling uitgegaan van een stijging van de kosten met € 1,3
miljoen per 2025. Dit overeenkomstig de Kadernota. Dat is de helft van de door Inkoop Jeugdzorg
geprognotiseerde kostenstijging van € 2,6 miljoen. Er is een onderzoek ingesteld om vanuit een niet zorg
gerelateerd perspectief te bekijken of middelen doelmatig worden besteed en welke mogelijkheden er zijn
om kosten te besparen. Als uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de besparing op de kostenbijdrage
niet kan worden gerealiseerd, dan wordt een beroep gedaan op de reserve sociaal domein.
WMO
In de conceptbegroting van het SWVO voor 2025 is rekening gehouden met indexeringen op grond van de
VZG-richtlijn en contracten met leveranciers. Ook is rekening gehouden met volumestijgingen op basis van
gemiddelden van eigen ervaringscijfers in combinatie met andere voorspellende gegevens zoals het WMO-
voorspelmodel van de Vereniging Nederlandse Gemeenten.
De gevraagde stijging van de bijdrage van € 854.000 vanaf 2025 is niet houdbaar. Er is een onderzoek
ingesteld om vanuit een niet zorg gerelateerd perspectief te bekijken of middelen doelmatig worden besteed
en welke mogelijkheden er zijn om kosten te besparen. In afwachting van de resultaten van dit onderzoek is
met 50% van de geprognosticeerde kostenstijging, € 427.000 vanaf 2025, rekening gehouden.
Als uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de besparing op de kostenbijdrage niet kan worden
gerealiseerd, dan wordt een beroep gedaan op de reserve sociaal domein.
Er zijn nog geen bezuinigingen gepland op andere beleidsterreinen dan Jeugdzorg en WMO. Wel is bij
nieuwe posten of investeringen getoetst op noodzaak. Posten die nog geen noodzaak hebben, zijn naar de
toekomst doorgeschoven.
De provincie geeft verder aan in haar begrotingscirculaire dat het nog niet zeker is of er na 2025 extra geld
komt vanuit het Rijk en adviseert net als VNG na te denken over scenario’s en maatregelen die daarbij
passen.
Een aantal mogelijke maatregels zijn nog niet verwerkt in deze begrotingsopstelling.
1.
Inzet van dividenduitkering vanuit ZEH. De provincie als toezichthouder geeft aan dat 50% van de
dividendprognose van ZEH structureel ingerekend mag worden ter dekking van kosten. Deze
uitkering mag nog 9 jaar verwacht worden. Reimerswaal geeft er de voorkeur aan om vooraf geen
rekening te houden met deze dividenduitkering gezien de onzekerheden van de energiemarkt, de
risico’s rondom exploitatie van de kerncentrale en mogelijk toekomstige overname door het Rijk.
2.
Inzet van een deel van de algemene reserve ter dekking van kapitaallasten van grote investeringen.
Dit geeft in potentie voor langere tijd dekking van kapitaallasten. Nadeel is dat de buffer die de
algemene reserve voor tegenvallers vormt, flink zal afnemen. Ook wordt er dan geen rekening
gehouden met toekomstige lasten van eventuele vervangende investeringen. Hierdoor wordt
mogelijk een wissel getrokken op de toekomst.
3.
Het vergroten van de belastingcapaciteit. Door Sabewa wordt onderzocht wat eventuele
mogelijkheden zijn om de belastingcapaciteit te vergroten. Te denken valt bijvoorbeeld aan
leegstandcontroles en een forensenbelasting. De gemeente kiest ervoor om geen extra OZB-
verhoging door te voeren anders dan de trendmatige verhoging, om de lastendruk bij de burgers niet
verder op te laten lopen.
4.
Bezuinigingen op taken die worden uitgevoerd door de gemeente. Conform het advies van de VNG
is eerst gekeken naar medebewindstaken om op te bezuinigen. Er is nog niet gerekend aan
eventuele bezuinigingen op “eigen taken” of de organisatie.
De afgelopen jaren zijn de reserves gegroeid door positieve financiele resultaten en dividenduitkeringen.
Door de ontwikkelingen op het gebied van het sociale domein en de huisvesting van basisscholen, zal een
flink deel van deze reserves komende jaren aangesproken moeten worden.
Overzicht van de geplande investeringen in 2025
Ondergenoemde bedragen zijn de netto investeringsbedragen verminderd met een eventuele bijdrage van
derden
Programma/Omschrijving
Bedrag
0
Bestuur en ondersteuning
GW Buitendienst
Pick-up bus (voertuig ploeg Hansweert)
45
Compact voertuig
35
Huisvesting personeel
Vervangen raambekleding gemeentehuis
60
1
Veiligheid
2
Verkeer, vervoer en waterstaat
Herbestrating/asfaltering
Veerweg (voetpad kruin dijk)
16
Aanpassen openbare ruimte MFC Yerseke (Tehaere)
860
Herbestrating, restant krediet 2024 en jaarlijks krediet 2025
675
Straatverlichting
Diversen straatverlichting
428
Verkeersmaatregelen en straatmeubilair
Herstellen straatmeubilair jaarlijks krediet
50
Parkeervoorzieningen jaarlijks krediet
50
Kruising N289-Zuidweg/JW Frisostraat Krabbendijke
210
Fietsveiligheid jaarlijks krediet
100
Mobiliteitshub station Kruiningen-Yerseke
150
Reconstructie havens Yerseke fase 3 + 4 aanvulling. scenario 2
722
Jachthaven
Systeem ligplaatsadministratie
50
Omzetten van houten naar kunststof dekken (jachthaven)
85
Vissershaven
Omzetten van houten naar kunststof dekken (vissershaven)
35
3
Economie
4
Onderwijs
5
Sport, cultuur en recreatie
Sportvelden en tennisbanen
Algemeen - Vervanging 6 beregeningshaspels
30
Kruiningen - Renovatie 3e trainingsveld
82
Museum
Transformatie OosterscheldeMuseum
2.850
Openbaar groen
Dorpsgroenstructuurplan jaarlijks krediet
204
Recreatie en toerisme
Speelvoorzieningen
100
Pumptrackbaan
117
6
Sociaal domein
7
Volksgezondheid en milieu
Riolering
vGRP 2022-2026, jaarschijf 2025
3.215
8
Volkshuisvesting, RO en Sted. Vernieuwing
Verduurzaming gemeentelijk vastgoed
100
Totaal
10.269
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.