Programma 4 - Onderwijs
Omschrijving
2025
2026
2027
2028
A.
Exploitatie
1
Bijdrage aan RBL/RMC
-3
-1
-1
-1
2
Nieuwe taakstelling doorstroompunt
pm
pm
pm
pm
3
Doordecentralisatie Calvijn College
-92
-92
-92
-92
4
Huisvesting onderwijs doorberekening aan derden
-8
-8
-8
-8
5
Opbouw egalisatiereserve kap.lasten onderwijsinvest.
975
975
975
975
B.
Investeringen
1
Mutatie lopende kapitaallasten
pm
pm
pm
pm
2
Kapitaallasten investeringsplanning 2025-2028
11
11
11
13
Totaal
883
885
885
887
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten de saldi mogelijk niet exact aan.
Toelichting exploitatie
A1. Bijdrage aan RBL/RMC
Op basis van de begroting 2025 van de GR RBL/RMC moet (volgens de aangepaste VZG-norm van 3,9%
(91% personeel/ 9% materieel) rekening worden gehouden met een toename van € 3.448 aan bijdrage aan
de RBL/ RMC.
Voorstel college
Het college stelt voor om de bezuinigingsrichtlijn van de VZG toe te passen. Deze richtlijn is gekoppeld aan
de AU GF. Als de AU GF in enig jaar daalt met meer dan 1% dan volgt een doorvertaling naar de
gemeenschappelijke regelingen. In 2025 daalt de uitkering al behoorlijk en vanaf 2026 aanzienlijk. Daarom
wordt voorgesteld om vanaf 2026, 2,5% op de bijdrage te bezuinigen. Voor RBL/RMC betekent dat € 2.297
lagere vergoeding t.o.v. 2025.
Met deze verlaging is vanaf 2026 rekening gehouden in deze kadernota. In communicatie en besluitvorming
zal duidelijk gemaakt moeten worden wat het standpunt van de gemeente is en dat de gemeenschappelijke
regelingen aan zet zijn om ervoor te zorgen dat de gemeentelijke bijdrage omlaag moet.
A2. Doorstroompunt
In 2025 nog bijstelling van de raming moeten plaatsvinden in verband met nieuwe taakstelling van het
Doorstroompunt medio augustus 2025. Deze nieuwe taakstelling vloeit voor uit het dan in augustus 2025 in
werking getreden wetsvoorstel “Van school naar duurzaam werk’. Inhoudelijk betekent dit dat de doelgroep
voor vroegtijdige schoolverlaters (VSV) wordt uitgebreid van 23 naar 27 jaar. Daarnaast zal de VSV-definitie
worden herijkt, waarmee ook een verhoging van onze doelgroep wordt verwacht. Daarbij behorend heeft het
RBL de opdracht om een nieuw VSV-programma op te stellen, in samenwerking met RBL Walcheren, RBL
Zeeuws- Vlaanderen en de contactschool Scalda. In samenwerking met de arbeidsmarktregio zal er een
regioanalyse worden gemaakt. Voor dit regionale VSV-programma zal een extern bureau worden
ingeschakeld. Omdat hiertegenover ook een rijksbijdrage zal worden ontvangen, wordt deze post “PM”
geraamd.
A3. Doordecentralisatie Calvijn College
Met het Calvijn College is wettelijk verplicht en contactueel afgesproken om de vergoeding jaarlijks te
indexeren met de nieuwbouwwoningindex. Deze index stijgt dusdanig, dat er aanzienlijk meer nodig is dan
begroot. In de AUGF worden we voor deze stijging deels gecompenseerd (inflatiecorrectie).
Voorgesteld wordt om jaarlijks € 92.000 hiervoor bij te ramen.
Voorstel college
Gelet op de hoge jaarlijkse indexering/aanpassing van de vergoeding, onderzoeken of wijziging van het
contract mogelijk is. Hiertoe zal extern advies worden ingewonnen.
A4. Huisvesting onderwijs
Onder de post “Doorberekening aan/bijdragen van derden” staat jaarlijks een te innen bedrag van € 7.700
begroot, dat volledig en structureel af geraamd dient te worden. Het betreft namelijk doorberekende
belastingen, die eerst via de gemeente, maar nu rechtstreeks aan de scholen in rekening worden gebracht.
A5. Huisvesting basisonderwijs
Op basis van het collegebesluit 15.031073 d.d. 19 januari 2016 is besloten om in het traject van de
totstandkoming van de Kadernota af te wegen om de benodigde geraamde middelen voor vervangende
nieuwbouw van de basisonderwijshuisvesting voor de komende jaren op te nemen. Er wordt hierbij in
beginsel uitgegaan van vervangende nieuwbouw als het oudste deel van een schoolgebouw 60 jaar of ouder
is.
Er wordt op korte termijn nieuwe wet- en regelgeving verwacht, die nadere verplichtingen aan de gemeente
stelt bij het vaststellen van het Integrale (onderwijs) Huisvesting Plan (IHP). Zoals het er nu naar uitziet, zal
de gemeente verplicht worden om vervangende nieuwbouw, die binnen de periode van minimaal de
komende 16 jaar wordt voorzien, in het IHP op te nemen.
Er is een langjarige doorrekening van de investeringsplanning voor de onderwijsgebouwen c.a. (nieuwbouw
e.d.) voor de periode 2024-2083 gemaakt. Daarin zijn de geplande nieuwbouwinvesteringen tot en met 2052
opgenomen. Deze langjarige doorrekening laat vooralsnog zien dat de jaarlijkse (kapitaal)lasten in de
begroting voor de periode 2024-2053 ongeveer € 2.000.000 bedragen wanneer de werkelijke jaarlijkse
kapitaallasten in deze periode worden geëgaliseerd door middel van de hiervoor ingestelde
egalisatiereserve.
Verder zal in de komende periode nog een verdere fine-tuning van de langjarige doorrekening plaatsvinden
waarbij ook wordt onderzocht of een aantal investeringen in de (ver)nieuwbouw van scholen in de tijd naar
voren kan worden gehaald. In verband hiermee is voorlopig een PM-post in 2028 opgenomen.
Los hiervan is al wel een “veilige” draaiknop uit Plan B in de berekeningen meegenomen. Zoals eerder
aangegeven kan door een ander scenario van egaliseren van kapitaallasten voor onderwijshuisvesting
(€ 18 miljoen uit de Algemene reserve) de exploitatie met een bedrag van globaal € 975.000 per jaar worden
ontlast.
Toelichting investeringen
B1. Mutatie lopende kapitaallasten
De huidige staat van activa wordt voor de programmabegroting 2025 – 2028 geactualiseerd. Hier zullen naar
verwachting geen grote mutaties uit voort komen. In deze kadernota is gerekend met de stand tot en met de
besluitraad april 2024.
B2. Kapitaallasten investeringsplanning 2025 2028
De vigerende investeringsplanning is doorgelopen op actualiteit en op de noodzaak om de investeringen op
relatief korte termijn te realiseren. Dit heeft geresulteerd in het doorschuiven van een aantal posten naar de
toekomst, waardoor eerder geraamde kapitaalslasten ook doorschuiven.
Er zijn geen nieuwe investeringen voor programma 4.