Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
Algemeen
Het
beleid
voor
het
omgaan
met
risico’s
met
financiële
gevolgen
is
vastgelegd
in
de
Nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Deze paragraaf betreft een effectuering van het vigerende
beleid.
Classificatie van risico’s
Drie keer per jaar worden risico´s met een financiële impact geactualiseerd met de beschikbare informatie op
dat moment en vindt een beoordeling plaats van de benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit en het
weerstandsvermogen. De gemeenteraad wordt van de stand van zaken in kennis gesteld door middel van
deze paragraaf.
Door de kansen op een risico en de financiële gevolgen (lees: impact) te ordenen en te rangschikken,
kunnen deze beter met elkaar worden vergeleken. Door dit periodiek te herhalen en daarbij te wijzen op de
mogelijke gevolgen, ontstaat bewustzijn inzake de belangrijkste risico’s. Dit bewustzijn is onder andere
noodzakelijk voor het omgaan met risico’s.
Om kansen en impact te ordenen en rangschikken en zo risico’s (kans * impact) met elkaar te kunnen
vergelijken, worden hier klassen aan gekoppeld. In onderstaande tabellen is dit uitgewerkt.
Kans op een risico
Klasse
Percentage
Gemiddeld een keer per jaar
5
90
Gemiddeld een keer per 2 jaar
4
70
Gemiddeld een keer per 3 jaar
3
50
Gemiddeld een keer per 4 jaar
2
30
Gemiddeld een keer per 5 jaar
1
10
Gemiddeld minder dan één keer per 5 jaar
0,5
5
Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit geldt: hoe groter de kans, hoe meer gereserveerd
wordt. Het bedrag dat hoort bij het geïdentificeerde, geanalyseerde en beoordeelde risico wordt hierbij
vermenigvuldigd met het percentage van de aangegeven kans.
Financieel gevolg (x)
Klasse
x > € 480.000
5
€ 240.000 > x < € 480.000
4
€ 120.000 > x < € 240.000
3
60.000 > x < € 120.000
2
x < €
60.000
1
Risicokaart
Onderstaande matrix is het resultaat van alle geïdentificeerde en gekwantificeerde risico’s (kansen * impact
(lees: de financiële gevolgen)). Op basis van de risicokaart wordt een beeld verschaft van de risicospreiding
van de gemeente Reimerswaal. In de risicokaart wordt nog geen onderscheid gemaakt in incidentele en
structurele risico´s en de toekenning van de factor 2&fraq12; aan de structurele risico´s. Ook het in de Nota
Weerstandsvermogen en Risicobeheersing vastgestelde waarschijnlijkheidspercentage van 80% is op deze
risicokaart niet toegepast. Dit om het beeld van de risicospreiding zo zuiver als mogelijk te tonen.
Hoe groter de kans op een risico en hoe hoger het financieel gevolg des te voornamer is het om voldoende
aandacht te schenken aan het corresponderende risico.
x > € 480.000
1
€ 240.000 > x <
1
1
€ 480.000
€ 120.000 > x <
3
€ 240.000
€ 60.000 > x < € 120.000
1
2
x < € 060.000
7
3
8
4
6
1
2
3
4
5
Kans
Benodigde weerstandscapaciteit
In totaal zijn 37 relevante risico´s geïdentificeerd en gekwantificeerd. Hiervoor dient rekening te worden
gehouden met een benodigde weerstandscapaciteit van in totaal € 2,45 miljoen. In de onderstaande tabel
zijn de 10 ‘grootste’ gekwantificeerde risico’s van de gemeente Reimerswaal, gerangschikt naar hoogte
financiële
impact,
weergegeven.
Het
percentage
geeft
het
aandeel
van
het
risico
in
de
benodigde
weerstandscapaciteit weer. Het aandeel van deze 10 risico´s bedraagt in totaal 76,1%.
Impact
(financieel gevolg x)
Top 10 Risico’s
Portefeuille-
houder
Soort
Invloed
Bedrag
Gemeente breed: Beveiliging (Digitaal)
Door uitval of het verloren gaan van de digitale werkomgeving en
J.S. van
Egmond
Structureel
28,5%
700
data(verbindingen) kunnen de werkzaamheden binnen de
organisatie vertraging oplopen of tijdelijk stil komen te liggen.
Denk aan hacking, ransomware, phising et cetera. Het risico
bestaat voornamelijk uit loonkosten tijdens improductiviteit,
gederfde inkomsten, vervangingsinvesteringen, negatieve
media-aandacht en overige kosten.
Programma 6: Jeugdhulp
A.J. Meeuwsen
Structureel
14,7%
360
M.b.t. de taak Jeugdhulp is sprake van een dossier waarin de
kosten zeer omvangrijk zijn. Ook voor 2024 blijft dit het geval.
Het risico op overschrijding van de ter beschikking gestelde
middelen is gezien de hoge en min of meer onvoorspelbaarheid
van de zorgtrajecten groot. Daarbij komt dat ook huisartsen,
medisch specialisten en rechters zelfstandig kunnen verwijzen
zonder tussenkomst van de gemeente. Sturen op het aantal en
de omvang van indicaties is zodoende lastig. Ondanks het
opgestelde (en herijkte) actieplan, om tot een kostenreductie te
komen, is het risico op overschrijding van het budget
onverminderd groot.
Gemeente breed: Algemene uitkering / Gemeentefonds
Het effect van de decembercirculaire 2023 is bekend. Voor 2026
N. van der
Hoest
Structureel
8,1%
200
en verder is sprake van een financiël teruggang. Met de
beschikbare informatie, wordt het effect op enkele miljoenen
negatief ingeschat voor Reimerswaal. Een groot deel van het
negatieve effect, zal moeten worden verwerkt in de toekomstige
begrotingscijfers. Er zal de komende jaren echter een bepaalde
onzekerheid rondom die inschattingen en het werkelijke effect
zijn. Op dit moment is een risico-inschatting gedaan om het
weerstandsvermogen voor te bereiden op deze ontwikkeling.
Gemeente breed: Bijdragen Gemeenschappelijke
Regelingen
J.S. van
Egmond
Structureel
5,5%
135
Door allerlei factoren (o.a. stijgende loonkosten) en
vervangingsinvesteringen kunnen de kosten voor de
verschillende Gemeenschappelijke Regelingen naar verwachting
in 2024 en verder toenemen t.o.v. de aangepaste ramingen.
Programma 6: Huishoudelijke hulp
A.J. Meeuwsen
Structureel
5,5%
135
Het budgettaire risico wordt bepaald door een stijging van het
aantal aanvragen huishoudelijke hulp (n.a.v. het
abonnementstarief) en de daaruit voortvloeiende toekenningen.
Het aantal ouderen neemt toe en door de afbouw van
verzorgingsplaatsen blijven ouderen langer thuis wonen.
Daarnaast heeft ook de extramuralisatie effect op het aantal
aanvragen. De door de Rijksoverheid ter beschikking gestelde
middelen zijn al enkele jaren niet afdoende en de verwachting is
dat dit zo blijft.
Programma 6: Ondersteuning en begeleiding Wmo
A.J. Meeuwsen
Structureel
4,4%
108
De kosten voor ondersteuning en begeleiding blijven toenemen
als gevolg van de extramuralisatie, het gegeven dat mensen
langer thuis blijven wonen (meer ouderen worden ouder) en het
afschaffen van de eigen bijdrage CAK waarvoor een
abonnementstarief is ingevoerd. Dit heeft tot gevolg dat de ter
beschikking gestelde middelen door de Rijksoverheid
onvoldoende zijn.
Y. Gemeente breed: Personeel
Het structureel thuiswerken kan zorgen voor een verhoogd risico
J.S. van
Egmond
Structureel
3,1%
75
op burn-outs en niet-arbo-verantwoorde werkplekken. Verder is
er sprake van grote krapte op de arbeidsmarkt. De inleen van
personeel - die vaak duurder is dan de reguliere salarislast - is
derhalve meer en vaker nodig. Dit zorgt voor hogere kosten.
Programma 6: Participatiewet (inkomensdeel)
A.J. Meeuwsen
Incidenteel
2,4%
60
Voor de uitvoering van de Participatiewet, wordt rekening
gehouden met het feit dat het budget niet toereikend is voor de
jaarlijkse kosten. Dit mede vanwege een blijvende onzekerheid
over de ontwikkelingen rondom te huisvesten statushouders en
het beleid van de Rijksoverheid ten aanzien van de Integratie-
uitkering voor de Participatiewet.
Programma 1: Ramp- en crisisbestrijding
Geen tot weinig invulling van voorzieningen in het kader van het
J.S. van
Egmond
Structureel
2,0%
50
rampenplan kan leiden tot hoge kosten voor de gemeente op die
momenten dat een ramp zich voordoet.
Programma 0: Pensioen- en wachtgeldvoorziening
Wethouders
J.S. van
Egmond
Structureel
1,8%
45
Wanneer een wethouder stopt met de functie kan dat leiden tot
een verplichting voor de gemeente tot uitbetaling van
wachtgelden. De gemeente dient een voorziening te treffen die
deze uitbetalingen van wachtgelden mogelijk maakt. Daarnaast
dient de gemeente rekening te houden met uitkering aan
overlijdensuitkeringen aan nabestaanden van (ex) bestuurders.
Tenslotte moet de gemeente rekening houden met de
mogelijkheid van verplichte overdracht van pensioenen aan
bestuurders die daartoe een verzoek doen. De nodige
Top 10 Risico’s
Portefeuille-
houder
Soort
Invloed
Bedrag
voorzieningen zijn getroffen. Dit risico is als zodanig
gekwantificeerd voor het bedrag dat mogelijk moet worden
uitbetaald / gedoteerd dat niet als zodanig in de begroting is te
voorzien.
Totaal
1.868
Bedragen x 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
In
deze
paragraaf
zijn
de
risico’s
die
horen
bij
de
grondexploitaties
/
gebiedsontwikkelingen
niet
meegenomen. Dit omdat voor deze risico’s een aparte inschatting wordt gemaakt in de Meerjarenprognose
Grondexploitaties (het MPG). De meest recente versie hiervan is de MPG 2024 die in het voorjaar van 2024
wordt voorgelegd aan de gemeenteraad ter vaststelling. In het MPG, maar ook in de Paragraaf Grondbeleid
is meer informaie over de risico’s aangaande grondexploitaties / gebiedsontwikkelingen opgenomen. Voor
hier wordt om die reden volstaan met het vermelden dat het benodigd weerstandsvermogen voor dat
onderdeel
wordt
ineschat
op
316.000
en
dat
dekking
hiervoor
kan
worden
gevonden
in
de
Bestemmingsreserve Grondexploitatie.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt.
Omschrijving
Bedrag
Toelichting
Vrij aanwendbaar deel algemene reserve
10.684
Berekende stand algemene reserve eind 2023 ad
28.051k minus gelabelde bedragen ultimo 2023 ad
887k en minus de berekende minimumstand
volgens het (geamendeerde) raadsbesluit van
november 2023 inzake de Nota Reserves en
voorzieningen ad 16.480k (25% van de omvang AU
GF 2023 ad 44.217k + geraamde begr.tekorten in
2026 en 2027 ad 2.600k resp. 2.865k)
Resultaat jaarrekening
1.815
Nog te bestemmen resultaat 2023
Overhevelen budgetten
-1.641
Voorstel bestemming resultaat jaarrekening 2023
(overhevelen budgetten)
Onvoorzien incidenteel en structureel
1.156
2024: stand na besluitraad februari 2024
Onbenutte belastingcapaciteit
-
Verschil tussen volledige en geraamde
kostendekkendheid van reiniging en riolering.
Dit leidt niet daadwerkelijk tot een verhoging van de
weerstandscapaciteit, omdat voor zowel de
reiniging als de riolering wordt gewerkt met een
egalisatievoorziening. Voor de OZB wordt ten
behoeve van de berekening van de beschikbare
weerstandscapaciteit verondersteld dat er geen
sprake is van een onbenutte belastingcapaciteit.
Beschikbare weerstandscapaciteit
12.014
Bedragen x 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Weerstandsvermogen
Wanneer de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit tegen elkaar worden afgezet, ontstaat het
onderstaande beeld.
Omschrijving
Bedrag
Beschikbare weerstandscapaciteit
12.014
Benodigde weerstandscapaciteit
2.480
Uitkomst (+ = voldoende / - = onvoldoende beschikbaar)
9.534
Indicator: (beschikbare / benodigde weerstandscapaciteit)
Jaarstukken 2023
4,8
Bestuursrapportage 2023 (oktober 2023)
8,6
Programmabegroting 2024-2027 (oktober 2023)
7,0
De ratio behorend bij ‘Jaarstukken 2023’ in bovenstaande tabel geeft aan dat volgens de gehanteerde
systematiek de risico´s 4,8 keer kunnen worden opgevangen. Daarbij wordt er dan tevens vanuit gegaan dat
de benoemde risico’s zich allen tegelijkertijd manifesteren. De kans daarop is nagenoeg nihil.
N.B.
Deze rapportage is een momentopname. Nieuwe omstandigheden kunnen de uitkomst beïnvloeden
waardoor het weerstandvermogen een andere waardering kan krijgen.
Kengetallen financiële positie
Om de financiële positie in beeld te brengen, wordt jaarlijks een overzicht van de exploitatie in baten en
lasten (de begroting en jaarrekening) en een balans opgesteld. Voor een goed oordeel over de financiële
positie zijn aanvullende kengetallen nodig, zodat bijvoorbeeld een beeld kan worden geschetst in welke
mate de schuldpositie kan worden gedragen. De schuldpositie is bepalend voor de rentekosten die dat met
zich meebrengt.
Naast het opnemen van de kengetallen in deze paragraaf is ook een bespiegeling over de kengetallen in
relatie tot de financiële positie opgenomen. De informatie die uit de kengetallen naar voren komt, is
belangrijk voor het inzicht in de financiële positie. De gezamenlijke provinciale toezichthouders hebben
besloten om voor het verkrijgen van een goed beeld aan te sluiten bij de zogenaamde signaleringswaarden
die afkomstig zijn van de stresstesten voor 100.000+ gemeenten. De signaleringswaarden zijn ingedeeld in
categorieën. Aan deze categorieën is geen waardeoordeel te geven, omdat normering in eerste instantie
door de gemeente zelf plaats dient te vinden. Meer informatie hierover is ook te vinden op Dashboard -
Gemeentelijke rekening kengetallen - Reimerswaal (findo.nl).
De kengetallen kunnen niet los van elkaar worden gezien. Wanneer de kengetallen gezamenlijk een
‘verontrustend’ beeld laten zien, vraagt dat van een gemeente om maatregelen te treffen om de situatie te
verbeteren.
Kengetal netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van een gemeente ten opzichte van de eigen
middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de
exploitatie. Hoe lager hoe beter is daarbij de stelregel.
Omschrijving
Realisatie
2022
Raming
2023
Realisatie
2023
A
Vaste schulden (conform art. 46 BBV)
26.327
24.028
24.146
B
Netto vlottende schuld (conform art. 48 BBV)
5.881
6.621
4.205
C
Overlopende passiva (conform art. 49 BBV)
6.255
6.000
8.808
D
Financiële activa (conform art. 36, lid b, c, d, e, f)
-
0
-
E
Uitzettingen < 1 jaar (conform art. 39 BBV)
-15.402
-5.500
-18.802
F
Liquide middelen (conform art. 40 BBV)
-16
-20
-2
G
Overlopende activa (conform art. 40a BBV)
-2.040
-400
-5.173
H
Netto schuld
21.004
30.729
13.183
I
Totale baten (excl. mutaties reserves) (conform art. 17, lid c BBV)
69.197
63.300
76.940
Netto schuldquote (H/I)x100%
30%
49%
17%
Netto schuld per inwoner
0,90
1,34
0,57
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst netto schuldquote
< 90%
90-130%
> 130%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van zogenaamd ‘doorlenen’ wordt de netto schuldquote zowel
in- als exclusief ‘doorgeleende’ gelden weergegeven. Op deze manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat
het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.
De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de ‘doorgeleende’ gelden wordt berekend, is gelijk
aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte geldleningen
worden opgenomen. Zie hiervoor de navolgende tabel. Ook hier geldt wederom de stelregel: hoe lager hoe
beter.
Omschrijving
Realisatie
2022
Raming
2023
Realisatie
2023
A
Vaste schulden (conform art. 46 BBV)
26.327
24.028
24.146
B
Netto vlottende schuld (conform art. 48 BBV)
5.881
6.621
4.205
C
Overlopende passiva (conform art. 49 BBV)
6.255
6.000
8.808
D
Financiële activa (conform art. 36, lid b, c, d, e, f)
-3.654
-621
-5.831
E
Uitzettingen < 1 jaar (conform art. 39 BBV)
-15.402
-5.500
-18.802
F
Liquide middelen (conform art. 40 BBV)
-16
-20
-2
G
Overlopende activa (conform art. 40a BBV)
-2.040
-400
-5.173
H
Netto schuld
17.350
30.108
7.352
I
Totale baten (excl. mutaties reserves) (conform art. 17, lid c BBV)
69.197
63.300
76.940
Netto schuldquote (A/B)x100%
25%
48%
10%
Netto schuld per inwoner
0,75
1,31
0,32
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld
Meest
Uitkomst netto schuldquote
< 90%
90-130%
> 130%
Kengetal solvabiliteitsratio
De
solvabiliteitsratio
geeft
inzicht
in
de
mate
waarin
de
gemeente
in
staat
is
aan
haar
financiële
verplichtingen te voldoen. Bij deze ratio wordt het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van het
balanstotaal. Het eigen vermogen van de gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als
de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten (resultaat jaarrekening).
Hierbij is de stelregel hoe hoger hoe beter.
Omschrijving
Realisatie
2022
Raming
2023
Realisatie
2023
A
Eigen vermogen (conform art. 42 BBV)
48.741
45.859
57.438
B
Balanstotaal
94.851
89.890
103.231
Solvabiliteitsratio (A/B)x100%
51%
51%
56%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld
Meest
Uitkomst solvabiliteitsratio
> 50%
20-50%
< 20%
Kengetal grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie
van gemeenten. De boekwaarde van de gronden in voorraad is van belang, omdat deze waarde moet
worden terugverdiend door de verkoop van gronden. Het kengetal van de grondexploitatie geeft aan wat de
verhouding is van de gronden in vergelijking met de baten van de begroting.
Omschrijving
Realisatie
2022
Raming
2023
Realisatie
2023
A
Niet in exploitatie genomen bouwgronden (conform art. 38, lid a, punt 1
0
4
0
BBV)
B
Bouwgronden in exploitatie (conform art. 38, lid b BBV)
-6.533
-1.523
-6.152
Totaal
-6.533
-1.519
-6.152
C
Totale baten (excl. mutaties reserves) (conform art. 17, lid c BBV)
69.197
63.300
76.940
Grondexploitatie: (A+B)/Cx100%
-9,44%
-2,40%
-8,00%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst kengetal grondexploitatie
< 20%
20-35%
> 35%
Kengetal structurele exploitatieruimte
Een begroting en jaarrekening waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer
flexibel dan een begroting en jaarrekening waarbij de structurele baten en lasten in evenwicht zijn.
De overzichten van de geraamde en gerealiseerde incidentele baten en lasten en structurele toevoegingen
en onttrekkingen aan de reserves maken onderdeel uit van het hoofdstuk ‘Overzicht van baten en lasten in
de rekening’. Op basis hiervan kan het saldo van de structurele baten en structurele lasten worden
berekend.
Omschrijving
Realisatie
2022
Raming
2023
Realisatie
2023
Totale lasten
63.184
60.420
68.243
Incidentele lasten
4.470
1.258
3.909
A
Totale structurele lasten
58.714
59.162
64.334
Totale baten
69.197
63.300
76.940
Incidentele baten
3.453
-
7.839
B
Totale structurele baten
65.744
63.300
69.101
C
Totale structurele toevoegingen aan de reserves
2.556
2.578
218
D
Totale structurele onttrekkingen aan de reserves
3.163
2.853
1.370
E
Totale baten (excl. mutaties reserves) (conform art. 17, lid c BBV)
69.197
63.300
76.940
Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/E x 100%
11%
7%
8%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld
Meest
Uitkomst structurele exploitatieruimte
> 0%
0%
< 0%
Kengetal belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
De ruimte die een gemeente heeft om belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale
woonlasten. De totale woonlasten bestaan uit de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning
met een gemiddelde WOZ-waarde in de betreffende gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt
berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden te vergelijken met een landelijk
gemiddelde.
Omschrijving
Rekening
2022
Begroting Rekening
2023
A
OZB-lasten voor een gezin bij een gemiddelde WOZ-waarde
218
228
228
B
Rioolheffing voor een gezin bij een gemiddelde WOZ-waarde
249
251
249
C
Afvalstoffenheffing voor een gezin
370
387
386
D
Eventuele heffingskorting
-
-
-
E
Totale woonlasten voor een gezin bij een gemiddelde WOZ-
837
867
863
waarde
F
Woonlasten landelijk gemiddelde voor een gezin in t-1
904
876
944
G
Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde jaar er voor (E/F) x 100%
93%
99%
91%
Bedragen in hele euro’s. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst belastingcapaciteit
< 95%
90-105%
> 105%
Toelichting
Uit de tabel kan worden afgelezen dat de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in de gemeente
Reimerswaal lager zijn dan het landelijk gemiddelde.
Ad A
Bij het berekenen van de OZB 2022 is een gemiddelde WOZ-waarde van € 223.410 gehanteerd en voor de
OZB 2023 een gemiddelde WOZ-waarde van € 259.826.
Ad F
De landelijk gemiddelde woonlasten zijn overgenomen uit de COELO Atlas van de lokale lasten 2023.
Continuïteit
De gemeente Reimerswaal rapporteert in aanvulling op vorenstaande indicatoren het volgende over
contiuïteit.
Uit de meerjarenraming 2024 – 2027 welke in 2023 is gemaakt, is naar voren gekomen dat er in de jaren
2026 en 2027 vooralsnog geen positieve resultaten zijn te verwachten.
In de aanloop naar 2026 wordt zowel het college van Burgemeester en Wethouders als de gemeenteraad
over de financiële ontwikkelingen geïnformeerd via informeel overleg en de verschillende jaarlijkse P&C-
documenten. Ook bereidt het college al maatregelen voor, het zogenaamde ‘plan B’, om indien nodig tijdig
de gemeenteraad te informeren over te nemen besluiten in dit kader. De bedoeling is om daarmee de druk
op het begrotingsresultaat vanaf 2026 en verder te verminderen. Veel zal ook afhangen van de besluiten die
het kabinet zal nemen over de algemene uitkering gemeentefonds.
De verschillende ratio’s die in deze Paragraaf staan, zijn zeer positief. Dit zowel individueel als in onderlinge
samenhang. Dat maakt dat op korte termijn (2024 en 2025) de financiële positie van de gemeente
Reimerswaal solide is. Ook voor 2026 en verder is er vooralsnog voldoende (eigen) vermogen om nadelige
resultaten op te vangen.
Oorlog in Oekraïne
De impact van de oorlog in Oekraïne op onder andere de wereldwijde economie en politiek is nog steeds
groot. Van een forse inflatie met excessen voor brandstoffen, gas en elektriciteit is in mindere mate sprake,
maar de historische cijfers hebben een blijvende impact met als gevolg dat voor inwoners het leven duurder
is geworden en blijft.
Ook in 2023 zijn er binnen de gemeentegrenzen Oekraïense ontheemden opgevangen in zowel
gemeentelijke als particuliere opvanglocaties. Belangrijke gemeentelijke opvanglocaties zijn (i) de Hogeweg
te Yerseke, (ii) de verschillende woningen die van Beveland Wonen zijn gehuurd en de Montesoristraat in
Kruiningen geweest.
Voor de gemeentelijke opvang van Oekraïense ontheemden (de regeling: GOO) heeft de gemeente
Reimerswaal in 2023 wederom een rijksvergoeding op grond van de Bekostigingsregeling Opvang
Ontheemden Oekraïne (BOOO) aangevraagd en ontvangen. Deze vergoeding is vanuit de Rijksoverheid als
voorschot uitbetaald. Er is afgerond € 5,1 miljoen uitbetaald. Op basis van de realisatiecijfers over 2023
bedraagt de rijksvergoeding voor dit onderdeel afgerond € 5,4 miljoen. Voor de particuliere opvang van
Oekraïense ontheemden (POO) binnen de gemeentegrenzen heeft de gemeente Reimerswaal voor 2023
nog geen rijksvergoeding ontvangen. Die wordt in 2024 aangevraagd (via de SiSa-verantwoording). Verder
wordt ook nog een rijksvergoeding aangevraagd voor de uitvoeringskosten. In totaal gaat het dan om
afgerond € 155.000 respectievelijk € 97.000.
Uit de totale rijksvergoeding 2023 voor de GOO en POO ad afgerond € 5,65 miljoen zijn de kosten die in
2023 voor de opvang van de ontheemden zijn gemaakt (afgerond € 1,77 miljoen) gedekt. Daarbij valt te
denken aan de kosten voor huisvesting het leefgeld, maar ook de met de opvang samenhangende kosten
voor het organiseren en coördineren hiervan. Het resterende deel van de rijksvergoeding is onderdeel van
het gerealiseerde resultaat 2023 en krijgt via de resultaatbestemming een plaats.
Transitiekosten opvang Oekraïense ontheemden
In 2022 is aan de Hogeweg te Yerseke (tijdelijke) huisvesting gerealiseerd voor de Oekraïense ontheemden
(hierna: het Project). De kosten voor de realisatie van dit Project bedroegen in 2022 € 5.891.809. In 2023
zijn er nog aanvullende werkzaamheden verricht aan het Project. Zo is een deel van het complex verder
afgebouwd om te voldoen aan de toegenomen vraag voor opvangplekken en zijn – eerder niet voorziene –
zonneschermen aangeschaft. In totaliteit is in 2023 nog voor € 266.421 geïnvesteerd in het Project.
Ultimo 2022 had de gemeente Reimerswaal in totaal significant hogere kosten gemaakt dan aan
vergoedingen was ontvangen en toegezegd door het Ministerie. Voor een vergoeding van de transitiekosten
is in december 2022 een aanvraag bij het Ministerie ingediend. Het grootste deel van 2023 is er
gediscussieerd met het Ministerie over het toekennen van een vergoeding van de gemaakte transitiekosten.
Dit contact heeft uiteindelijk geresulteerd in een toekenningsbeschikking begin oktober 2023 van
€ 3,77 miljoen. Met dit bedrag is het eerder geactiveerde investeringsbedrag als ook de in 2023 op het
krediet verantwoorde investeringslasten naar € 0 gebracht. De transitiekostenvergoeding is daarmee –
conform het Besluit Begroten en Verantwoorden – verwerkt als een investeringsbijdrage van een derde.
Volledigheidhalve wordt nog melding gemaakt van het feit dat in 2023 voor een bedrag van € 131.000 aan
investeringen in de Montessoristraat in Kruiningen op het genoemde investeringskrediet zijn verwerkt. Dit is
formeel fout omdat het investeringskredit initieel bedoeld was voor de investering aan de Hogeweg. Dit
bedrag aan lasten is naar € 0 gebracht door de ontvangen transitiekostenvergoeding. Omdat hier sprake is
van een last die volledig gecompenseerd is door een bijbehorende baat, is er geen sprake van een
begrotings-onrechtmatigheid.
In de SiSa-verantwoording 2022, welke als bijlage bij de jaarstukken 2022 was opgenomen, als ook in deze
Paragraaf en de ‘Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen’ was in de jaarstukken van 2022 een
uitgebreide tekstuele toelichting opgenomen. Voor de ‘Oekraïne-gelden’ is 2022 afgesloten. Reimerswaal
heeft namelijk definitieve beschikking ontvangen. Voor 2023 zijn er geen onzekerheden en is de verdere
informatie opgenomen in de SiSa-verantwoording 2023.