Uiteenzetting van de financiële positie
Algemeen
De kaders voor het samenstellen van de begroting zijn vastgelegd in de Kadernota 2024-2027.
Het uitgangspunt voor het samenstellen van de voorliggende begroting betreft de 12e wijziging van de
begroting 2023 (besluitraad 11 juli 2023).
Vervolgens is de begroting aangevuld met de effecten van de aangedragen ontwikkelingen uit de
organisatie. Hierbij kan worden gedacht aan de indexeringen c.a. van gemeenschappelijke regelingen,
actualisering van budgetten en de Meicirculaire van de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
De uitkomst van de begroting en de meerjarenraming is onderstaand opgenomen. In het traject naar het
vaststellen van deze begroting wordt nader geadviseerd over de uitkomst. De budgettaire gevolgen van de
Bestuursrapportage 2023 en actuele landelijke ontwikkelingen worden eveneens hierbij, indien en voor zover
mogelijk en/of noodzakelijk, betrokken.
Omschrijving
Begroting
2024
2025
Meerjarenraming
2026
2027
Uitkomst begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2027
1.557
1.312
-2.600
-2.865
Bedragen x € 1.000.
Hoofdlijnen ontwikkeling financiële positie
Uitgangspunt voor het financieel beleid is dat er sprake dient te zijn van een duurzaam financieel evenwicht
in de begroting en dat het weerstandsvermogen een gezond karakter draagt. De focus ligt op het zo mogelijk
wegnemen en verkleinen van financiële risico´s.
Een duurzaam financieel evenwicht is meer dan alleen een sluitende begroting. Structurele lasten dienen te
worden gedekt door structurele baten en incidentele lasten dienen gedekt te kunnen worden met incidentele
baten of gereserveerde middelen.
De jaren 2024 en 2025 laten een sluitende begroting zien. Vanaf 2026 is er geen sprake meer van een
sluitende begroting.
De financiële positie van de gemeente wordt in grote mate bepaald door externe factoren. Een structureel
lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds vanaf 2026 is van grote invloed op de financiële positie van
de gemeente.
De onderstaande onderwerpen vragen bijzondere aandacht:
Algemene uitkering uit het gemeentefonds (AU GF)
De Algemene Uitkering Gemeentefonds (hierna AU GF) is de voornaamste inkomstenpost van de
gemeente. De ontwikkelingen van de AU GF bepalen in hoge mate de financiële mogelijkheden van de
gemeente. De AU GF is in deze Programmabegroting, overeenkomstig de richtlijn van de Provincie Zeeland,
gebaseerd op de meicirculaire 2023. Zoals in juni jl. aan de gemeenteraad is meegedeeld in de kadernota,
bevat de meicirculaire positieve bijstellingen voor 2024 en 2025 als gevolg van de zogenaamde
accresontwikkeling.
Het kabinet heeft aangekondigd met ingang van 2026 over te gaan naar een andere accres-methodiek. Als
gevolg hiervan zal naar verwachting de omvang van de Algemene Uitkering Gemeentefonds en de jaarlijkse
indexering c.a. hiervan voor de gemeenten fors lager uitvallen.
Daarbij laat de komende jaren een stevige toename zien in het lastenniveau van de gemeente. In belangrijke
mate bestaat deze toename uit noodzakelijke en slechts beperkt "beïnvloedbare" lastenstijgingen zoals de
bijdragen aan de GR’en, de zorgkosten voor de Wmo en de Jeugdzorg, cao-effecten en de zorg voor een
robuuste ambtelijke organisatie die in staat is om de vele toegenomen activiteiten en maatschappelijke
ontwikkelingen te realiseren. Het Rijk dicht een belangrijke rol toe aan de gemeenten om invulling te geven
aan de realisatie van de vele noodzakelijke maatschappelijke doelstellingen en activiteiten op het vlak van
bijvoorbeeld het klimaat, de energietransitie, de armoedebestrijding, de woningbouw, verduurzaming.
De forse korting en (structurele) terugval van de omvang van de AU GF zoals toegepast door het Rijk doet
geen recht aan de belangrijke rol die gemeenten hebben en die het Rijk zelf ook aan de gemeenten
toebedeelt. Vanuit de VNG (de Vereniging van Nederlande Gemeenten) is dit ook nadrukkelijk bij het
(demissionaire) kabinet onder de aandacht gebracht en is aangegeven de gemeenten in Nederland ook
vanaf 2026 op een passende manier van voldoende structurele middelen te voorzien om hun
werkzaamheden adequaat uit te kunnen voeren. Ook na de verkiezingen en de vorming van een nieuw
kabinet zal dit wederom en wellicht nogmaals bij het nieuwe kabinet op tafel moeten komen!
De structurele terugval van de omvang van de AU GF in 2026 en verder, leidt in de programmabegroting
voor de jaarschijven 2026 en 2027 tot een nadelig begrotingsresultaat. Het college verwacht dat op zijn
vroegst in het voorjaar van 2024, na de verkiezingen en de kabinetsformatie die daarop volgt, voor deze
jaren en de jaren daarna, meer duidelijkheid zal komen over de structurele ontwikkeling van de hoogte van
de AU GF. Eerst dan zal ook meer duidelijk worden op welke wijze en in welke mate de gemeente (weer) tot
een sluitend meerjarenperspectief in haar begroting zal kunnen komen.
Afspraken jeugdmiddelen in begroting en meerjarenraming
Rijk en VNG werken al enige tijd aan de Hervormingagenda jeugdzorg (HA). Onderhandelingen hierover zijn
afgerond. Vooruitlopend op de uitkomsten van deze onderhandelingen zijn in de meicirculaire voor de jaren
2022, 2023, 2024 en 2025 aanvullende, incidentele middelen toegevoegd aan het gemeentefonds, in lijn met
de financiële reeks van de uitspraak van de Commissie van Wijzen (CvW). Naast de besparingsopgave die
volgt uit de uitspraak van de Commissie van Wijzen heeft het kabinet besloten tot het realiseren van een
aanvullende besparing van structureel € 511 miljoen, welke een Rijksverantwoordelijkheid is gemaakt.
Concreet betekent dit dat het aan de Rijksoverheid is om de besparing in te vullen met (wettelijke)
maatregelen. Het gaat daarbij om maatregelen waardoor gemeenten minder middelen nodig hebben of
waarbij alternatieve inkomsten gegenereerd kunnen worden. Ook draagt het Rijk het budgettaire risico
ingeval (een deel van) deze maatregelen geen of niet tijdig doorgang vinden.
De provincies als financieel toezichthouder erkennen de noodzaak om op deze ontwikkelingen te anticiperen
en hebben beoordeeld in hoeverre het ramen van de financiële reeks van de CvW na 2025 als reëel kan
worden beoordeeld.
Aangezien voor het daadwerkelijk uitkeren van de extra bijdragen er geen garanties zijn, maar de middelen
binnen de Rijksbegroting wel zijn gereserveerd en de CvW een semi-bindende uitspraak heeft gedaan
waarvan vanuit het Rijk de toezegging is gedaan om hieraan te zullen voldoen, heeft de toezichthouder de
volgende richtlijn uitgebracht:
-
Gemeenten mogen in de jaarschijven 2026 en 2027 de middelen zoals die in de Hervormingsagenda
zijn afgesproken als structurele en reële raming meenemen in hun meerjarenraming. Concreet gaat
het om respectievelijk € 284 miljoen en € 211miljoen.
-
Daarnaast mogen gemeenten in hun begroting rekening houden met een besparing op de uitgaven
van €500 miljoen in 2025, € 500 miljoen in 2026 en vanaf 2027 € 511 miljoen (structureel) als gevolg
van maatregelen die het Rijk zal uitwerken.
Het gaat om afspraken die gehanteerd worden voor het financieel toezicht op de begroting en
meerjarenraming 2024-2027. De toezichthouder merkt op dat bij jaarlijks uitblijven van een structurele
compensatie voor de tekorten jeugdzorg het realisme van de ramingen onzekerder wordt. Bij het uitblijven
van een structurele oplossing in de meicirculaire 2024 zal deze richtlijn daarom heroverwogen worden.
In deze Programmabegroting heeft de gemeente Reimerswaal voor de jaren 2024 tot en met 2026 de
eerstgenoemde afspraak financieel verwerkt. De genoemde kostenbesparing heeft de gemeente uit
voorzichtigheid nog niet in haar Programmabegroting verwerkt.
Balansprognose per 31 december
Activa
Realisatie
2022
Begroting
2023 2024
2025
Meerjaren
2026
2027
Vaste activa
(Im)materiële vaste activa
80.271
81.688
89.637
88.408
88.082
87.310
Financiële vaste activa
- deelnemingen
3.056
3.181
3.055
3.055
3.055
3.055
- effecten
0
0
0
0
0
0
- overige langlopende leningen (excl voorz dub debiteuren)
598
621
569
534
501
496
Totaal vaste activa
83.925
85.489
93.261
91.998
91.639
90.861
Vlottende activa
Voorraden
- onderhanden werk, waaronder grond in exploitatie
-6.533
-1.523
-2.304
-2.235
114
114
- overige grond- en hulpstoffen, w.o. niet in expl genomen
grond
1
4
4
4
4
4
Vooruitbetalingen
0
0
0
0
0
0
Uitzettingen met een looptijd korter dan 1 jaar (excl voorz
dub debiteuren)
15.402
5.500
4.500
4.500
4.500
4.500
Liquide middelen
16
20
20
20
20
20
Overlopende activa
2.040
400
400
400
400
400
Totaal vlottende activa
10.926
4.401
2.620
2.689
5.038
5.038
Totaal activa
94.851
89.890
95.881
94.687
96.676
95.899
Passiva
Realisatie
2022
Begroting
2023 2024
2025
Meerjaren
2026
2027
Vaste passiva
Eigen vermogen
48.741
45.859
49.251
50.666
48.910
46.374
Voorzieningen (incl voorz dub debiteuren)
7.647
7.382
8.106
7.939
7.607
7.143
Langlopende schulden
26.327
24.028
22.010
20.280
18.550
16.920
Totaal vaste passiva
82.715
77.269
79.367
78.885
75.067
70.437
Vlottende passiva
Vlottende schulden met een looptijd korter dan 1 jaar
5.881
6.621
10.514
9.801
15.610
19.462
Liquide middelen
0
0
0
0
0
0
Overlopende passiva
6.255
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
Totaal vlottende passiva
12.136
12.621
16.514
15.801
21.610
25.462
Totaal passiva
94.851
89.890
95.881
94.685
96.677
95.898
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Toelichting
Investeringen
In de begroting 2024 wordt uitgegaan van een (geprognosticeerde) stand van de geactiveerde investeringen
per 1 januari 2024 (exclusief onderhanden werk grondexploitatie) van € 83,8 miljoen. Het bedrag van de
geactiveerde investeringen brengt een kapitaallast van € 4,7 miljoen met zich mee.
Voor het jaar 2024 zijn onderstaande investeringen opgenomen in de investeringsplanning. Deze
investeringen, maar ook de investeringen in de meerjarenraming, zijn eveneens opgenomen bij de
programma´s. Met de vaststelling van deze begroting gaat de gemeenteraad ook akkoord met de
investeringen tot een bedrag van € 0,2 mln. Voor de opgenomen (voorgenomen) investeringen boven dit
grensbedrag geldt dat deze nog separaat aan de gemeenteraad ter goedkeuring en kredietvotatie moeten
worden voorgelegd alvorens tot daadwerkelijke investering (i.c. het aangaan van investeringsverplichtingen)
mag worden overgegaan.
Programma/Omschrijving
Bedrag
0
Bestuur en ondersteuning
Dienstverlening
Agenda Digitale Overheid
253
GW Buitendienst
Compact voertuig
35
Vervangen 10 elektrakasten
85
Watertank
25
Huisvesting gemeentepersoneel
Vervangen raambekleding gemeentehuis
60
Uitbreiding en renovatie gemeentehuis
3.500
2
Verkeer, vervoer en waterstaat
Herbestrating/asfaltering
Herinrichting centrum Yerseke, fase 1
460
Aanpassen openbare ruimte MFC Yerseke (Tehaere)
900
Herbestrating, jaarlijks krediet
350
Straatverlichting
Diversen straatverlichting
214
Verkeersmaatregelen en straatmeubilair
Herstellen straatmeubilair
50
Parkeervoorzieningen
50
Herinrichting gebied Havendijk - Fase 3: Herinrichten WA-haven
1.598
Kruising N289-Zuidweg/JW Frisostraat Krabbendijke
210
Fietsveiligheid
100
Parkbanken
43
Mobiliteitshub station Kruiningen-Yerseke
150
Aanpassen kruising Stationsweg-Goversweg
200
Reconstructie havens Yerseke fase 3 + 4 (scenario 2)
1.727
Jachthaven
WA Haven, havendammen
1.000
Prins-Willem Alexanderhaven: reconstructie golfscherm
30
Systeem ligplaatsadministratie
50
Renoveren toiletgebouw jachthaven
100
Willem-Alexanderhaven: 203 m damwand
600
Vissershaven
Beatrixhaven, havendammen
500
Reconstructie vaste steigers Beatrixhaven
250
Omzetten van houten dekken naar kunststof dekken
65
4
Onderwijs
Huisvesting basisonderwijs
D’n Akker (incl verhuiskosten/aankoop grond of tijdelijke huisvesting)
4.005
5
Sport, cultuur en recreatie
Sportvelden en tennisbanen
Algemeen - Vervanging 6 beregeningshaspels
30
Kruiningen - Renovatie 3e trainingsveld
82
Rilland - Renovatie veld 2
80
Museum
Transformatie Oosterscheldemuseum
3.000
Recreatievoorzieningen
Strand Roelshoek Krabbendijke
60
Openbaar groen
Dorpsgroenstructuurplan
204
Recreatie en toerisme
Speelvoorzieningen
75
Krabbendijke, aanleg kunstgras trapveld
50
Pumptrackbaan
350
Natuurspeeltuin Den Inkel
100
6
Sociaal domein
Dorpshuizen
Vervangen inventaris
91
Renovatie dorpshuis MFC Tehaere Yerseke
1.700
Verbouwing dorpshuis Apeldoorn Oostdijk
307
Verbouwing dorpshuis Kay Munck Hansweert
550
7
Volksgezondheid en milieu
Riolering
vGRP 2022-2026, jaarschijf 2024
1.683
8
Volkshuisvesting, RO en Sted. Vernieuwing
Verduurzaming gemeentelijk vastgoed
250
Totaal
25.221
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Financiering
Om investeringen te kunnen doen leent de gemeente in veel gevallen geld. Op begrotingsbasis bedraagt de
leningenportefeuille ultimo 2024 € 22,0 miljoen. Daarnaast worden de reserves en voorzieningen als intern
financieringsmiddel gebruikt.
Reserves en voorzieningen
Het belangrijkste verschil tussen reserves en voorzieningen is dat de gemeenteraad bij de reserves een
grote mate van vrijheid heeft om de bestemming van de reserves te wijzigen. De spelregels hiervoor liggen
vast in de Nota reserves en voorzieningen. Zolang de gemeenteraad de bestemming van geoormerkt geld
kan wijzigen, is er sprake van een bestemmingsreserve. De reserves worden dan ook gerekend tot het eigen
vermogen van de gemeente. De specificatie van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan
de reserves zijn opgenomen in het hoofdstuk “Overzicht van baten en lasten in de begroting”.
Bij voorzieningen ligt de besteding vast, waarbij in de meeste gevallen sprake is van concrete verplichtingen.
Deze verplichtingen worden gerekend tot het vreemd vermogen van de gemeente.
Geraamd verloop reserves en voorzieningen
Prognose
begin 2024
Beoogde
toevoeging
Beoogde
onttrekking
Prognose
eind 2024
Reserves
Algemene reserve
15.096
-
291
14.805
Egalisatiereserve vissershavens
966
123
25
1.064
Reserve Project Yerseke-West
3.563
-
165
3.397
Reserve monumenten
350
-
-
350
Reserve Deltawateren
15
-
-
15
Egalisatiereserve jachthaven
186
11
-
197
Reserve bodemsanering
288
-
-
288
Reserve De Zaete
1.300
-
-
1.300
Egalisatiereserve dorpsvernieuwing
1.040
-
-
1.040
Reserve Bouwfonds
1.133
-
-
1.133
Reserve in erfpacht uitgegeven gronden bouwgrondexploitatie
698
-
-
698
Risicoreserve bouwgrondexploitatie
462
-
-
462
Reserve bouwgrondexploitatie
17.139
726
503
17.361
Reserve toekomstige investeringen
1.476
-
-
1.476
Egalisatiereserve Participatie
450
-
-
450
Reserve overheveling budgetten
26
-
-
26
Egalisatiereserve Wmo
160
-
-
160
Reserve dekking kapitaallasten
1.397
291
101
1.588
Reserve onderhoud wegen
989
156
237
908
Egalisatieres. kapitaallasten onderwijshuisvesting
-
975
-
975
Totaal reserves
46.735
2.283
1.323
47.694
Voorzieningen
Egalisatievoorziening reinigingsdienst
978
293
-
1.270
Egalisatievoorziening rioleringen
1.678
-
32
1.646
Voorziening wachtgeld bestuurders
54
-
32
22
Voorziening pensioenen wethouders
3.148
55
199
3.004
Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen
1.114
485
653
946
Voorziening dubieuze debiteuren algemeen
121
-
-
121
Voorziening dubieuze debiteuren Belastingen
221
-
-
221
Voorziening dubieuze debiteuren SOZA
444
-
-
444
Voorziening spaarverlof
328
-
-
328
Voorziening afwikkeling afgesloten complexen bouwgrond
103
-
-
103
Totaal voorzieningen
8.189
833
916
8.106
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten de totalen mogelijk niet exact aan.
In de kolom “Prognose begin 2024” is rekening gehouden met de vastgestelde mutaties tot en met de
12e wijziging van de begroting 2023. De (eventuele) invloed van het geprognosticeerde begrotingsresultaat
2024 op de reservepositie is nog niet in bovenstaand overzicht verwerkt.