Paragraaf grondbeleid
Gemeentelijk grondbeleid
Inleiding
De gemeentelijke grondbedrijfsfunctie is financieel gezond. Er is sprake van een mix van actief grondbeleid
en faciliterend grondbeleid. Het actuele grondbeleid is of wordt door de gemeenteraad vastgelegd in de
volgende documenten:
1.
Nota Grondbeleid 2017-2020 (vastgesteld bij raadsbesluit van 24 januari 2017).
2.
Nota Prijsbeleid 2019 (vastgesteld bij raadsbesluit van 29 januari 2019).
3.
De Meerjarenprognose Grondexploitatie (vaststelling jaarlijks).
Ad 1. Nota Grondbeleid 2017-2020
In de ‘Nota Grondbeleid 2017-2020’ heeft de gemeenteraad het gemeentelijke grondbeleid vastgelegd. In
deze nota wordt ingegaan op de strategie voor het grondbeleid. De nota sluit aan bij de geldende wet- en
regelgeving en is afgestemd op de in 2012 vastgestelde ‘Structuurvisie kernen en bedrijventerreinen’ en de
‘Structuurvisie buitengebied’. In de nota staat beschreven welke strategische keuzes de gemeenteraad heeft
gemaakt en welk grondbeleid de gemeente wil voeren om de doelstellingen te verwezenlijken. Ook is
beschreven welke risico’s hieraan zijn verbonden.
Er wordt in de ‘Nota Grondbeleid 2017-2020’ nadrukkelijk ingezet op samenwerking. De nota schetst de
geactualiseerde
kaders
voor
een
goede
financiële
beheersing
van
de
grondgebruiksportefeuille.
Het
gemeentelijke grondbeleid wordt vooral vanuit een bedrijfsmatig oogpunt bezien. De aanpak is afgestemd op
de wettelijke verplichting om vanaf 1 januari 2016 vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) af te dragen over
winstgevende activiteiten.
Het behalen van winst uit bouwgrondexploitatie is geen doel op zich. Het gemeentelijke grondbeleid is
gericht op het realiseren van beleidsdoelen, zoals het aanbieden van voldoende nieuwbouwmogelijkheden
voor particuliere woningen en voor bedrijfsvestigingen. In het door de gemeenteraad op 25 januari 2022
vastgestelde actieplan voor de versnelling van de woningbouw wordt aangegeven op welke wijze de
woningbouw
binnen
de
gemeente
Reimerswaal
de
komende
jaren
wordt
opgepakt.
Ook
in
het
coalitieakkoord
wordt
hieraan
ruim
aandacht
geschonken.
Ten
aanzien
van
de
ontwikkeling
van
bedrijventerreinen geldt hetzelfde, waarbij het door het college van de gemeente Reimerswaal en het college
van
gedeputeerde
staten
vastgestelde
bedrijventerreinenprogramma
2021
2030
voor
de
regio
De
Bevelanden, de bestuurlijke uitgangspunten bevat waarbinnen de uitbreiding van bedrijventerreinen vorm
dient te worden gegeven.
Lang niet alle activiteiten binnen de grondbedrijfsportefeuille zijn winstgevend. Een plangebied waarbinnen
maatschappelijke
voorzieningen
worden
gerealiseerd,
is
veelal
verlieslatend.
Ook
herstructurering
en
inbreiding leveren bijna altijd een financieel tekort op. Daar staat natuurlijk een maatschappelijk rendement
tegenover
van
het
voorkomen
van
verwaarloosde
gebieden
binnen
de
dorpen.
Die
maatschappelijke
meerwaarde wordt echter niet gemonetariseerd. Wat daarvan ook zij, voor alle projecten in de portefeuille
wordt per complex jaarlijks bekeken of de activiteiten winstgevend zijn.
De doorrekening van de exploitatieopzetten vindt plaats voorafgaand aan de jaarlijkse opstelling van de
Meerjarenprognose Grondexploitatie (hierna: MPG). De werkelijke lasten en baten vormen de basis voor de
eventuele
Vpb-aangifte
van
de
grondexploitaties.
In
de
MPG
worden
jaarlijks
- op
basis
van
de
geactualiseerde grondgebruikskaarten - alle actieve exploitaties doorgerekend, toegelicht en voorzien van
een raming voor de komende jaren. Hierbij wordt een relatie gelegd tussen ruimtegebruik, kosten en
opbrengsten.
Inmiddels
ligt
de
crisis
op
de
woningmarkt
ver
achter
ons.
De
markt
is
de
afgelopen
jaren
stevig
aangetrokken. Het uitgiftetempo van de resterende woningbouwgrond binnen nagenoeg alle complexen is
verhoogd en daarmee de looptijd van deze exploitaties verkort. De afgelopen jaren zijn diverse complexen
eerder afgesloten dan voorzien omdat alle woningbouwkavels snel verkocht waren.
De uitbraak van COVID19-virus in maart 2020 en de daaropvolgende periodes van ‘lock-downs’ hebben
geen invloed gehad op de verkopen binnen het grondbedrijf. De vraag naar woningen en woningbouwkavels
is
nog
steeds
groot
en
ook
voor
bedrijfskavels
is
nog
steeds
belangstelling.
Ook
de
gemiddelde
verkoopprijzen van bestaande woningen blijven stijgen. In Reimerswaal is de vraag naar woningbouwkavels
en
woningen
groter
dan
het
aanbod.
Binnen
de
regio
De
Bevelanden
proberen
de
gemeenten
een
versnelling van de woningbouwproductie te bereiken; binnen onze gemeente is daarvoor -zoals eerder
genoemd- een actieplan door de gemeenteraad vastgesteld. Daarbij blijft het nodig dat het juiste type
woningen op de juiste plaatsen terecht komen.
De komende jaren blijft het volgen en analyseren van de ‘markt’ belangrijk, net als het monitoren van de
voortgang van de uitvoering van het actieplan voor de versnelling van de woningbouw in onze gemeente.
Hoewel de ‘Corona crisis’ geen afname van de vraag heeft veroorzaakt zijn er mogelijk
wel andere
parameters die de (versnelling van de) woningbouw en uitgifte van bedrijfsgrond parten kunnen spelen,
zoals
de
sterk
gestegen
bouwkosten,
het
gebrek
aan
gekwalificeerd
personeel
in
de
branche,
aangescherpte milieuwetgeving (zoals PFAS en stikstof) en de stijgende rente op de kapitaalmarkt.
Vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet moet de inhoud van de Nota Grondbeleid worden
afgestemd op het nieuwe wettelijke kader. Omdat er nog geen helderheid bestaat over de uiteindelijke
regelgeving is gewacht met het actualiseren van de huidige nota. De inwerkingtreding van de Omgevingswet
is
voorshands
opgeschort
tot 1
januari 2023. Parallel
aan
de
voorbereiding op de gevolgen
van
de
inwerkingtreding van de nieuwe wet voor de gemeentelijke organisatie wordt ook gewerkt aan het opstellen
van de ‘Nota Grondbeleid 2023-2026’. De vaststelling daarvan wordt voorzien in het najaar van 2022.
Ad 2. Nota Prijsbeleid 2019
De ‘Nota Prijsbeleid 2019’ geeft inzicht in de manier waarop de verkoopprijzen voor bouwgrond worden
bepaald. Uitgangspunt voor het prijsbeleid voor woningbouwgrond is dat bij de vaststelling van de
uitgifteprijzen wordt uitgegaan van de marktwaarde van de grond per complex binnen het grondbedrijf. Deze
waarde is vastgesteld op basis van uitgevoerde analyses, waarbij gekeken is naar de prijsontwikkeling aan
de hand van verkooptransacties in het verleden. Op basis van deze analyses zijn rekenprijzen in de
exploitaties vastgesteld. Binnen de rekenprijs wordt een bandbreedte aangehouden. De variatie ten opzichte
van de rekenprijs is afhankelijk van:
1.
De desbetreffende locatie binnen de gemeente.
2.
De liggingsfactoren van de kavels binnen een plangebied.
De in de exploitaties opgenomen rekenprijzen vormen de onderkant van de bandbreedte. De opgenomen
prijzen worden jaarlijks getoetst aan de marktwaarde.
Op basis van de waardering van de woningbouwgronden in 2018 zijn de grondprijzen per 1 januari 2019 met
10% verhoogd. In de Nota Prijsbeleid 2019 was hierop al geanticipeerd.
Voor het prijsbeleid voor gronden op de gemeentelijke bedrijventerreinen gold tot medio 2018 een
afwijkende waarderingsmethode. In directe aansluiting op het regionale bedrijventerreinenprogramma is
enkele jaren geleden een harmonisering van de grondprijzen in de regio in gang gezet. Omdat alleen de
gemeenten Goes en Reimerswaal invulling gaven aan deze afspraak is het prijsniveau voor bedrijfsgronden
in de gemeente Reimerswaal aan de bovenkant van de markt gepositioneerd. Uit een externe beoordeling
van de prijsstelling van de bedrijventerreinen ‘De Poort’ in Rilland en ‘Olzendepolder’ in Yerseke bleek
overigens dat de prijsstelling vergelijkbaar is met de grondprijzen van vergelijkbare terreinen in Zeeland en
West-Brabant. In de Nota Prijsbeleid 2019 is de uitgevoerde analyse verder uitgewerkt en op basis daarvan
is de prijsstelling van bouwgrond bepaald.
Op basis van de hierboven genoemde uitgangspunten wordt jaarlijks door het college een zogenoemde
‘Grondprijsbrief’ vastgesteld. Deze grondprijsbrief geldt als prijslijst in het desbetreffende boekjaar voor de
door de gemeente uit te geven gronden.
Ad 3. Meerjarenprognose Grondexploitatie
In de MPG wordt jaarlijks de stand van zaken per 1 januari van het boekjaar opgenomen met betrekking tot
de bouwgrondexploitatie. De MPG geeft ook inzicht in de ontwikkelingen binnen het grondbedrijf binnen het
voorafgaande boekjaar en bevat per complex een vooruitblik. In de MPG is per project een risicoanalyse
opgenomen. De MPG geeft een integraal financieel beeld, waarmee nieuwe investeringsbeslissingen of
nieuw beleid op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling kunnen worden afgewogen. Het vormt daarmee het
kader voor besluitvorming waaraan financiële consequenties ten aanzien van het grondbedrijf verbonden
zijn.
Voor
alle
gemeentelijke
grondexploitaties
wordt
vanaf
1
januari
2022
gerekend
met
een
intern
rentepercentage
van
1,58%.
In
2021
was
dit
nog
1,77%.
De
herziening
van
het
rentepercentage
is
gebaseerd op de ‘Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019’ van de Commissie Besluit Begroting
en Verantwoording (Commissie BBV). De rente wordt toegerekend aan de boekwaarde per 1 januari van elk
boekjaar. Voor de kostenstijging wordt bij alle projecten uitgegaan van een percentage van 2,0 per jaar. Dit
percentage is acceptabel gelet op de gemiddelde prijsstijging van de afgelopen jaren. In de grondexploitaties
wordt
de
komende jaren
geen
rekening
gehouden met een
opbrengstenstijging.
Dit
houdt
in
dat
de
opbrengsten gedurende de gehele looptijd van de exploitaties niet stijgen. In de kasstroomoverzichten in
deze MPG 2022 wordt altijd het prijspeil 1 januari 2022 gehanteerd.
Bovengenoemde
uitgangspunten
zijn
verwerkt
in
de
eindresultaten.
De
onderstaande
tabel
bevat
de
uitkomsten van de verwachte eindresultaten op hoofdlijnen van de bouwgrondexploitaties zoals in detail
uitgewerkt in het MPG.
Overzicht verwachte eindresultaten bouwgrond (in €) op grond van MPG 2022
Complex
Boekwaarde per
Eindwaarde per
Contante waarde per
01-01-2022
01-01-2022
01-01-2022
Particulier
305.307
-1.079.089
-1.014.714
Bedrijven
-4.510.965
-796.420
-757.065
Totalen
4.205.658
-1.875.509
-1.771.779
Het positief verwachte resultaat van de lopende grondexploitaties tegen contante waarde bedraagt derhalve
op basis van de laatst herziene MPG in totaal € 1.771.779. In dit bedrag is niet begrepen de in het verleden
reeds genomen tussentijdse financiële resultaten van de grondexploitaties. Tussentijdse financiële resultaten
worden bepaald conform de ‘Notitie grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019’ van de commissie BBV.
De grond die de gemeente heeft, maar waarvoor nog geen concrete plannen zijn, staat als Materiële vaste
activa op de balans. Dit dient in beginsel te gebeuren tegen de aankoopwaarde. Dit heeft vooral gevolgen
voor
de
manier
waarop
er
met strategisch
aangekochte gronden kan
worden
omgegaan.
Binnen
de
gemeente Reimerswaal zijn de gevolgen vooralsnog beperkt, omdat de voorraad strategische gronden
beperkt is.
Reserves en voorzieningen
De gemeente kent de volgende aan grondexploitaties gerelateerde reserves en voorzieningen:
Risicoreserve bouwgrondexploitatie:
De gemeente loopt bij het uitvoeren van haar grondbeleid diverse risico’s. Deze zijn het gevolg van
langdurige
looptijd van plannen en planvorming, inschatting van parameters aan het
begin van de
planperiode, marktwerking en betrokkenheid van externe partijen. Deze reserve dient ter dekking van
risico’s binnen de grondexploitaties zoals die jaarlijks bij het opstellen van de jaarrekening worden berekend
en toegelicht in de MPG.
Algemene reserve bouwgrondexploitatie:
Deze reserve dient voor het opvangen van eventuele nadelige exploitatieresultaten van grondexploitaties
voor zover de risicoreserve hiervoor niet toereikend is.
Voorziening afgesloten complexen:
Deze voorziening bevat middelen voor het opvangen van de kosten van nog uit te voeren werkzaamheden
binnen al afgesloten complexen.
Ontwikkelingen woningmarkt in relatie tot de grondexploitatie
Landelijke ontwikkeling woningverkopen
De verkoop van huizen remt landelijk iets af. Dit komt omdat het woningaanbod wat afvlakt en de rente
oploopt. De huizenprijzen blijven echter onverminderd hoog en stijgen sinds 2013 onafgebroken. Een
bestaande woning kostte volgens het Kadaster in het 2e kwartaal van 2022 gemiddeld bijna € 448.000,
ongeveer 11% meer dan voorgaand jaar. De coronacrisis heeft tot nu toe dus geen negatieve gevolgen voor
de huizenprijzen. De verwachting van De Rabobank is dat de stijging van de huizenprijzen ook in 2023
doorzet met ongeveer 4,5% op jaarbasis. Hoewel deze stijging minder sterk is dan de afgelopen periode, is
van een daling geen sprake en blijft de betaalbaarheid van woningen onder druk staan. De opwaartse druk
op de prijzen wordt overigens wel geremd door de oplopende rentes en de zwakkere economische groei.
Vertrouwen in de woningmarkt en de toekomstige economische situatie
Het vertrouwen in de woningmarkt daalt, zoals uit de onderstaande figuur van de Verenging Eigen Huis van
eind juni 2022 blijkt. Als oorzaken worden de oplopende rente, de lagere economische groei en de sterke
inflatie genoemd. Aan de andere kant blijft aan de aanbodkant een tekort en zijn er ook andere significante
factoren waardoor een sterke vraag naar woningen blijft, waarvan de sterk toegenomen immigratie een
belangrijke is. Het is lastig te voorspellen wat deze complexe mix van factoren voor gevolgen heeft op de
vraag naar woningen in 2023. In meerdere publicaties wordt aangegeven dat de ‘oververhitting’ van de
markt weliswaar zal afnemen maar dat de vraag hoog zal blijven.
Nieuwbouw cruciaal voor kalmering verhitte woningmarkt
Nieuwbouw is cruciaal om woningzoekenden vooruit te helpen, maar dat is niet eenvoudig, volgens ABN-
Amro (rapport ‘Stand van de bouw’ juli 2022). De hoge bouwkosten vormen in de komende maanden en
volgend jaar het meest urgente probleem bij nieuwbouwprojecten. De bouwkosten zijn in het eerste kwartaal
van 2022 met 15 procent gestegen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Hoge energieprijzen en
schaarste van producten zoals staal en hout als gevolg van de oorlog in Oekraïne liggen daaraan ten
grondslag. De sterk stijgende kosten voor bouwmaterialen heeft tot gevolg dat bouwprojecten duurder
worden. Voor veel investeerders, woningcorporaties, particulieren en andere opdrachtgevers zijn de hoge
kosten reden om nieuwe bouwprojecten uit te stellen in de hoop dat de kosten over een wat langere periode
weer dalen. In april van dit jaar zijn landelijk 28 procent minder vergunningen afgegeven dan een jaar
eerder. Dat is een voortzetting van de daling in het aantal vergunningverleningen die begin dit jaar is ingezet.
Binnen de gemeente Reimerswaal is extra menskracht ingezet om de woningbouwprojecten die op stapel
staan alsmede initiatieven die door marktpartijen nog worden aangedragen, te faciliteren. Ondanks die inzet
is het van belang telkens een goede afweging te maken tussen haalbaarheid van projecten en de daarbij
behorende
inspanningen
van
initiatiefnemers
en
de
organisatie.
Daarbij
speelt
de
komst
van
de
Omgevingswet -nu voorzien per 1-1-2023- eveneens een rol. De inspanning die voorbereiding op de
implementatie van die wet vraagt van de organisatie en de onbekendheid met de procedures die per 1-1-
2023 zullen gelden, zullen hoogstwaarschijnlijk een weerslag op de voortgang van nieuwbouwprojecten
hebben. Dit is overigens niet alleen een kanttekening voor Reimerswaal, maar is ook landelijk een zorg.
Regionale samenwerking en afstemming
Periodiek maken de vijf Bevelandse gemeenten regionale woningmarktafspraken. De huidige regionale
woningmarktafspraken bevatten per gemeente een woningbouwplanning voor de periode tot en met 2030.
Die woningbouwplanningen per
gemeente
zijn zodanig op elkaar afgestemd dat er een evenwichtige
woningmarkt ontstaat binnen de regio. Die woningmarkt is afgestemd op de veranderende samenstelling van
de bevolking en de daarmee veranderende vraag. Een aandachtspunt blijft de kwaliteit van de bestaande
voorraad.
De
gemeenten
binnen
de
regio
De
Bevelanden
onderzoeken
gezamenlijk
of
het
mogelijk
is
woningbouwprojecten versneld tot uitvoering te brengen, bij voorbeeld door gebruik te maken van gronden
die
al
eigendom
zijn
van
de
gemeenten.
Dit
laatste
is
ook
een
van
de
actielijnen
in
het
door
de
gemeenteraad vastgestelde actieplan voor de versnelling van de woningmarkt.
Ontwikkelingen woningbouw in Reimerswaal
De ontwikkelingen in Reimerswaal zijn grotendeels vergelijkbaar met de landelijke ontwikkelingen. De
huidige bevolkingsprognoses gaan ervan uit dat de bevolkingsgroei in Reimerswaal pas op langere termijn
gaat
afvlakken.
Onderzoek
wijst
uit
dat
de
bevolking
ook
na
2030
nog
enigszins
blijft
groeien.
Die
bevolkingsaanwas
kan
naar
verwachting
grotendeels
worden
opgevangen
binnen
de
bestaande
bebouwingscontouren van de dorpen, door herstructurering en inbreiding.
De vraag naar woningbouwkavels loopt op. Lange tijd heeft de gemeente in ieder dorp zelf kavels kunnen
aanbieden in nieuwe uitleggebieden. De afgelopen jaren is er beleidsmatig meer ingezet op herstructurering
en inbreiding. Het lijkt nu dat deze strategie onvoldoende ruimte biedt om aan de vraag tegemoet te komen,
mede
door
de
afwachtende
houding
van
de
marktpartijen
die
aan
de
slag
zouden
gaan
met
die
inbreidingsprojecten. Bovendien hebben herstructurerings- en inbreidingsplannen een lange doorlooptijd en
is de gemeentelijke invloed op de totstandkoming ervan beperkt. Daarom wordt in 2023 vol ingezet op de
actielijnen zoals die zijn beschreven in het actieplan voor de versnelling van de woningmarkt in onze
gemeente.
Ontwikkelingen per kern
De inwoners van Reimerswaalse dorpen zijn zeer lokaal gebonden en kerngericht. Dit uit zich onder andere
in hele lokale bewegingen op de woningmarkt. De samenstelling van de Reimerswaalse bevolking verandert
als gevolg van demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing en dat heeft gevolgen voor
de vraag naar woningen. De meeste inwoners van Reimerswaal zoeken primair een woning in de kern waar
men vandaan komt. Hoewel het beleid erop gericht is om eerst de herstructurerings- en inbreidingslocaties
aan
te
pakken
in
combinatie
met
de
verdere
uitbreiding
van
Krabbendijke
en
Yerseke,
zal
dit
naar
verwachting onvoldoende ruimte bieden om aan de actuele marktvraag te voldoen. De druk om zelf als
gemeente weer nieuwe uitbreidingswijken te realiseren loopt hierdoor op. Hierbij moet goed gekeken worden
naar het type woningen dat nog bijgebouwd moet worden. Zo moet er bij nieuwe toevoegingen aan de
woningvoorraad vooral worden ingezet op het bouwen van woningen die levensloopbestendig zijn met een
volledig woonprogramma op de begane grond.
Met de hiervoor genoemde regionale woningbouwprogrammering beogen de gemeenten in de regio De
Bevelanden gezamenlijk te voorkomen dat er een overaanbod aan woningbouwplannen ontstaat. Periodiek
wordt de regionale woningbouwplanning geactualiseerd.
Voor de koers van het beleid en de behoefte aan nieuwbouw is het van belang om zicht te hebben op de
woonwensen per kern. Het uitgevoerde woningmarktonderzoek heeft per dorp een gedetailleerd inzicht
opgeleverd naar de verandering van de vraag naar woningen in relatie tot het bestaande woningaanbod. Op
dit moment sluit het aanbod van bestaande woningen onvoldoende aan op de vraag in zowel kwantitatieve
als kwalitatieve zin.
Krabbendijke
In Krabbendijke wordt de vierde en laatste fase van de woonwijk ‘Rozeboom’ ontwikkeld. De verkaveling is
afgestemd op de actuele inzichten. Er wordt een gemengd programma gerealiseerd waarbij zowel vrije
kavels als projectmatig gebouwde woningen worden aangeboden. Hierdoor kan de gemeente verschillende
marktsegmenten bedienen.
Kruiningen
In Kruiningen
zijn alleen in de
woonwijk
‘KruseVeer’ nog
een aantal
woningbouwkavels
beschikbaar.
Uitbreidingsmogelijkheden zijn momenteel vooral afkomstig van particuliere initiatieven die relatief beperkt
van omvang zijn.
Yerseke
In Yerseke worden in de derde en laatste fase van de woonwijk ‘Steehof’ woningbouwkavels uitgegeven en
zijn er initiatieven voor meer grootschalige woningbouw aan de Grintweg en in de Molenpolder. Met de
initiatiefnemers voor woningbouw op die locaties is de gemeente in overleg.
Ladder voor duurzame verstedelijking
De wetgever verplicht gemeenten dat de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’ bij nieuwe initiatieven moet
worden gehanteerd als toetsingscriterium. Dit houdt in dat er meer naar de bestaande voorraad en naar
denkbare inbreidingslocaties gekeken moet worden, voordat er kan worden gedacht aan uitbreiding buiten
het bestaande bebouwd
gebied. Het gemeentelijke beleid is om, volgens
de ‘Ladder
voor duurzame
verstedelijking’, eerst te kijken naar herstructurerings- en inbreidingsmogelijkheden alvorens in te zetten op
nieuwe uitbreidingslocaties.
Risico
Het versneld in exploitatie nemen van nieuwe uitleggebieden in de
wetenschap dat de groei van de
bevolking ook in Reimerswaal op lange termijn zal afvlakken, betekent voor de gemeente niet alleen een
financieel risico, maar werkt mogelijk ook toekomstige leegstand in bestaand bebouwd gebied in de hand. Bij
de
verdere
uitrol
van
het
actieplan
voor
de
versnelling
van
de
woningmarkt
zal
dit
aspect
telkens
meegewogen worden.
Erfpacht voor woningbouw om de gronduitgifte te stimuleren
Sinds 1 september 2015 is de gemeente – in navolging van andere Bevelandse gemeenten – gestart met de
uitgifte van woningbouwgrond in erfpacht. Gebleken is dat dit daadwerkelijk een stimulerende werking heeft
op het realiseren van nieuwbouwwoningen in de gemeentelijke exploitatiegebieden.
Beleidsopgave
De
veranderde
rol
van
de
gemeente
(van
producent
van
bouwgrond
naar
regisseur
van
schaarse
ontwikkelingen, die actief afgestemd moeten worden op de vraag) vergt een actieve opstelling van de
gemeente; niet alleen bij het verkopen van de resterende bouwkavels aan gegadigden, maar ook bij het
beoordelen van woningbouwprojecten die niet passen binnen een bestemmingsplan. De inzet voor de
komende jaren is erop gericht om het aanbod goed te laten aansluiten op de vraag vanuit de markt, met
inachtneming
van
de
regionale
woningmarktafspraken
en
de
resultaten
van
het
uitgevoerde
woningmarktonderzoek. Door meer projectmatige bouw van andere woningtypes, dan vrijstaande woningen
op nieuwbouwkavels (zoals geschakelde woningen en huurappartementen), te faciliteren ontstaat er een
gedifferentieerd aanbod.
Uit het woningmarktonderzoek is onder meer gebleken dat het, in de komende jaren, gewenst is dat er
nieuwe
commerciële
huurwoningen
worden
gerealiseerd,
om
meer
aanbod
te
genereren
in
de
vrije
huursector. Het blijkt lastig om deze doelstelling daadwerkelijk te realiseren, omdat er niet veel landelijke
partijen zijn die willen investeren in Zeeland. Deze doelstelling kan wellicht toch worden gehaald, omdat er
op lokaal niveau enkele ondernemers zijn die daadwerkelijk willen investeren.
Bouwgrond voor bedrijfsvestiging
Het kunnen aanbieden van voldoende bedrijfskavels is altijd van groot belang geweest. Op dit moment is
geen grond meer beschikbaar, nadat op de derde fase van het bedrijventerrein ‘De Poort’ in Rilland begin
2022 de laatste kavel is uitgegeven. Het ontwikkelen van bedrijventerreinen gebeurt niet zonder risico. Bij
het aanleggen van bedrijventerreinen moeten immers veel kosten worden gemaakt, voordat de uitgifte kan
beginnen. De investeringen in de verwerving en bouwrijp maken, moeten worden goedgemaakt door een
gemiddelde uitgifte van ruim 1,7 hectare per jaar. De te hanteren uitgangspunten zijn onderbouwd en
verwerkt in de MPG.
Bedrijventerreinenprogramma De Bevelanden
Het
regionale
‘Bedrijventerreinprogramma
De
Bevelanden
2017
t/m
2025’
is
in
oktober
2018
door
Gedeputeerde Staten vastgesteld. In 2020 is in opdracht van de provincie een extern onderzoek uitgevoerd
met als doel om een nieuwe behoefteraming bedrijventerreinen voor Zeeland op te zetten. De reden
daarvoor is, dat de uitgifte van bedrijventerreinen in de provincie voorspoediger is verlopen dan voorzien.
Ook in Reimerswaal is de uitgifte veel voorspoediger verlopen dan geraamd.
In het bedrijventerreinprogramma worden regionale afspraken gemaakt over de uitgifte van bouwgrond voor
bedrijfsvestiging binnen de regio. Deze afspraken zijn gebaseerd op de werkelijk gerealiseerde uitgifte per
jaar en op een sectorale behoefteraming; de onderzoeksmethode is voor de gehele provincie gelijk. De
resultaten van dit onderzoek zijn inmiddels uitgewerkt, vervat in het regionale ‘Bedrijventerreinprogramma
De Bevelanden 2021 -2030’ en door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland
vastgesteld in juni 2022. Met de regiogemeenten worden momenteel de uitgangspunten verder praktisch
uitgewerkt. Op grond van de regionale programmering is voor de gemeente Reimerswaal tot 2030 circa 8
hectare beschikbaar voor uitgifte van bedrijventerrein. De gemeenteraad zal worden betrokken bij de nadere
uitwerking van het uitgifteprogramma.