Paragraaf financiering
Algemeen
Deze
paragraaf
en
het
Treasurystatuut
hebben
als
oogmerk
de
kwaliteit
van
de
uitvoering
van
de
treasuryfunctie te verhogen, de transparantie van het besluitvormingsproces te verbeteren, het democratisch
verantwoordingsproces binnen de gemeente te versterken, evenals de kredietwaardigheid in stand te
houden en te bevorderen.
Risicobeheer
Het risicobeheer omvat alle activiteiten die zich richten op het beheersen van financiële risico´s in het kader
van treasury. De voornaamste activiteiten op dit gebied worden hierna toegelicht.
Renterisicobeheer
Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van rentewijzigingen op de financiële resultaten van
de gemeente. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van
de gemeente. De kasgeldlimiet en de renterisiconorm zijn de voornaamste instrumenten om dit te monitoren.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet heeft als doel een grens te stellen aan korte financiering. Juist voor korte financiering geldt
dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct invloed
hebben op de rentelasten.
De kasgeldlimiet houdt in dat het tekort aan vlottende middelen niet meer mag zijn dan 8,5% van het totaal
van de lasten van de begroting per 1 januari. Bij overschrijding van de kasgeldlimiet dient de gemeente
maatregelen te nemen. In de meeste gevallen komt dit neer op het aangaan van langlopende geldleningen.
Door het gebruik van de liquiditeitenplanning wordt de kasgeldlimiet gemonitord.
Een groot deel van de langlopende geldleningen van de gemeente Reimerswaal heeft vervaldata in de
eerste helft van het jaar. De reden hiervan is dat de geldstromen van de gemeente niet gelijkmatig over het
jaar verlopen. Getracht wordt het aantrekken van langlopende geldleningen zodanig uit te stellen dat er een
betere verdeling over het jaar wordt bereikt. Dit kan worden gedaan met het aantrekken van kasgeld.
In de tabel hieronder is de berekening van de kasgeldlimiet opgenomen.
Rekening
Begroting
Begroting 2023
Begr.
Omschrijving
2021
2022
1e
2e
3e
4e
2023
(gem.)
kwartaal
kwartaal
kwartaal
kwartaal
(gem.)
Lasten begroting
60.793
57.116
66.193
66.193
66.193
66.193
66.193
Percentage kasgeldlimiet
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
Toegestane kasgeldlimiet
-5.167
-4.855
-5.626
-5.626
-5.626
-5.626
-5.626
Vlottende uitzettingen:
- verstrekt kasgeld
0
0
0
0
0
0
0
- tegoed in rekening
courant
3.223
2.148
5.520
5.520
5.520
5.520
5.520
- overigen
0
0
400
400
400
400
400
Vlottende schulden:
- opgenomen kasgelden
3.208
1.611
0
0
0
0
0
- schulden in rekening
courant
245
99
5.500
5.500
5.500
6.621
5.780
- overigen
0
0
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
Toets kasgeldlimiet:
- totale vlottende middelen
-230
438
-5.580
-5.580
-5.580
-6.701
-5.860
- toegestane kasgeldlimiet
-5.167
-4.855
-5.626
-5.626
-5.626
-5.626
-5.626
Ruimte(+)/Overschrijding
(-)
4.937
5.293
46
46
46
-1.075
-234
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet
exact aan.
Renterisiconorm
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De jaarlijks verplichte
aflossingen
en
de
renteherzieningen
mogen
niet
meer
bedragen
dan
20%
van
het
begrotingstotaal.
Onderstaande renterisiconorm is van toepassing op de gemeente Reimerswaal.
Omschrijving
2023
2024
2025
2026
Lasten primaire begroting
66.193
64.965
64.289
61.565
Percentage renterisiconorm
20%
20%
20%
20%
Renterisiconorm
13.239
12.993
12.858
12.313
Reguliere aflossing geldleningen
-2.181
-2.018
-1.730
-1.730
Geldleningen met renteherziening
-
-
-
-
Ruimte (+) / Overschrijding (-)
11.058
10.975
11.128
10.583
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat de gemeente ruimschoots voldoet aan de renterisiconorm.
Kredietrisicobeheer
Ter
beperking
van
kredietrisico´s
zijn
in
het
Treasurystatuut
richtlijnen
opgenomen
voor
de
minimale
kredietwaardigheid van de partijen waarbij de gemeente middelen uitzet. Deze richtlijnen worden gehanteerd
in het geval geldleningen worden verstrekt.
Risicobeheer debiteuren
Vorderingen worden continue gemonitord en, daar waar het nodig is, wordt actie ondernomen. Op een totaal
van € 6,3 miljoen aan vorderingen, met een looptijd van korter dan 1 jaar (excl. rekening-courantverhouding
met het Rijk) per 31 december 2021 was een bedrag van ongeveer € 738 duizend aan te merken als
dubieus (lees: mogelijk of waarschijnlijk oninbaar). Voor dit bedrag is een voorziening gevormd.
Financiering en leningenportefeuille
Investerings- en financieringsstaat
De geprognosticeerde ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor de toekomstige omvang van
de
leningenportefeuille.
De
schommelingen
in
de
boekwaarde
van
de
investeringen
(vaste
activa
en
onderhanden werk) worden onder andere veroorzaakt door de bouwgrondexploitatie (lees: de raming van de
voorraad bouwgrond).
In de tabel hieronder is de financieringsbehoefte berekend.
Omschrijving
2023
2024
2025
2026
Eigen vermogen per 31/12
- algemene reserve
15.231
19.664
24.774
26.049
- overige reserves
30.629
30.422
29.843
29.675
Vreemd vermogen per 31/12
- voorzieningen
7.382
7.010
6.558
5.945
- leningenportefeuille
24.028
22.010
20.280
18.550
Vaste activa en onderhanden werk
-83.966
-87.457
-88.365
-89.318
Financieringsbehoefte (tekort is -)
-6.697
-8.352
-6.910
-9.100
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Leningenportefeuille
Het totaal van de aangegane onderhandse geldleningen is verdeeld over 20 leningen. Met uitzondering van
1 lening, die een looptijd heeft van 40 jaar, hebben de geldleningen allen een looptijd van 25 jaar. Alle
leningen kennen een lineair (=jaarlijks gelijkblijvend) aflossingsbedrag. Het gemiddelde rentepercentage in
2023 bedraagt 2,50%.
Het al dan niet noodzakelijk aantrekken van langlopende geldleningen wordt sterk beïnvloed door aan- en
verkopen van bouwgrond, evenals het al dan niet realiseren van het geplande investeringsniveau.
Kasbeheer
Om de kosten van het geldstromenbeheer te beperken dient het liquiditeitsgebruik beperkt te worden door
de geldstromen op elkaar af te stemmen. Hierbij dient erop te worden toegezien dat de liquiditeitspositie
voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen. Met behulp van de
liquiditeitenplanning wordt het verloop van de liquide middelen gemonitord.
Volgens de raamovereenkomst bij de BNG Bank wordt tot een bedrag van € 0,6 miljoen krediet in rekening-
courant verstrekt. Hiervoor is een bereidstellingsprovisie verschuldigd van 0,04% over het niet opgenomen
deel. De rentebasis hiervoor is de 1-maands Euribor + 0,15% opslag. Daarnaast wordt door de BNG een
intra-daglimiet gefaciliteerd van € 4 miljoen.
Schatkistbankieren
De wijziging van de Wet financiering decentrale overheden voor het rentedragend aanhouden van liquide
middelen in de schatkist van het Rijk (het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden) is vanaf
eind 2013 van kracht. Dit houdt in dat gemeenten, provincies, waterschappen en door hen, op basis van de
gemeenschappelijke regelingen, opgerichte openbare lichamen de middelen die zij (tijdelijk) niet nodig
hebben voor de uitoefening van hun taken en verantwoordelijkheden – met andere woorden hun overtollige
middelen – aan moeten houden in de schatkist van de Rijksoverheid.
Middelen kunnen worden aangehouden via een rekening-courant of in één of meer deposito’s.