Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing
Algemeen
Het
beleid
voor
het
beheersen
van
risico’s
met
financiële
gevolgen
is
vastgelegd
in
de
Nota
Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Deze paragraaf biedt de gelegenheid uitvoering te geven aan
het vastgestelde beleid en in te gaan op nieuwe ontwikkelingen.
Inzicht in risico’s
Drie keer per jaar worden alle financiële risico´s geactualiseerd en vindt een beoordeling plaats van de
benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen. De gemeenteraad wordt van
de stand van zaken in kennis gesteld door middel van deze paragraaf.
Door de kansen op een risico en de financiële gevolgen (lees: impact) te ordenen en te rangschikken,
kunnen deze met elkaar worden vergeleken. Door dit periodiek te herhalen en daarbij te wijzen op de
mogelijke gevolgen, ontstaat bewustzijn over risico’s. Dit bewustzijn is noodzakelijk voor het omgaan met
risico’s.
Om kansen en impact te ordenen en rangschikken en zo risico’s (kans x impact) met elkaar te kunnen
vergelijken, worden hier klassen aan gekoppeld. In onderstaande is dit uitgewerkt.
Kans op een risico
Klasse
Percentage
Gemiddeld een keer per jaar
5
90
Gemiddeld een keer per 2 jaar
4
70
Gemiddeld een keer per 3 jaar
3
50
Gemiddeld een keer per 4 jaar
2
30
Gemiddeld een keer per 5 jaar
1
10
Gemiddeld minder dan één keer per 5 jaar
0,5
5
Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit geldt: hoe groter de kans, hoe meer gereserveerd
wordt. Het bedrag dat hoort bij het geïdentificeerde, geanalyseerde en beoordeelde risico wordt hierbij
vermenigvuldigd met het percentage van de aangegeven kans.
Financieel gevolg (x)
Klasse
x > € 480.000
5
€ 240.000 > x < € 480.000
4
€ 120.000 > x < € 240.000
3
€ 60.000 > x < € 120.000
2
x < € 60.000
1
Risicokaart
Onderstaande matrix is het resultaat van alle geïdentificeerde en gekwantificeerde risico’s (kansen x impact,
lees: financiële gevolgen). Op basis van de risicokaart wordt een beeld verschaft van de risicospreiding van
de gemeente
Reimerswaal.
In
de risicokaart
wordt nog geen onderscheid
gemaakt in incidentele en
structurele risico´s en de toekenning van de factor 2&fraq12; aan de structurele risico´s. Ook het in de Nota
Weerstandsvermogen en Risicobeheersing vastgestelde waarschijnlijkheidspercentage van 80% is op deze
risicokaart niet toegepast. Dit om het beeld van de risicospreiding zo zuiver als mogelijk te tonen.
Hoe groter de kans op een risico en hoe hoger het financieel gevolg des te voornamer is het om voldoende
aandacht te schenken aan het corresponderende risico.
x > € 480.000
1
€ 240.000 > x < € 480.000
2
€ 120.000 > x < € 240.000
1
1
1
€ 60.000 > x < € 120.000
2
1
x < € 060.000
11
10
3
1
2
1
2
3
4
5
Kans
Benodigde weerstandscapaciteit
In totaal zijn 36 risico´s geïdentificeerd en gekwantificeerd. Hiervoor dient rekening te worden gehouden met
een benodigde weerstandscapaciteit van € 2,32 miljoen. In de onderstaande tabel zijn de 10 ‘grootste’
risico’s van de gemeente Reimerswaal, gerangschikt naar financiële impact, weergegeven. Het percentage
geeft het aandeel van het risico in de benodigde weerstandscapaciteit weer. Het aandeel van deze 10
risico´s bedraagt in totaal 85,2% van het totaal.
Impact (financieel gevolg x)
Risico top 10
Porte-
Soort
Invloed
Bedrag
feuille-
houder
Programma 6: Jeugdhulp
A.J.
Structureel
34,9%
810
M.b.t.de taak Jeugdhulp is sprake van een dossier waarin
Meeuwsen
de kosten zeer omvangrijk zijn. Ook voor 2023 blijft dit het
geval. Het risico op overschrijding van de ter beschikking
gestelde middelen is gezien de hoge en min of meer
onvoorspelbaarheid van de zorgtrajecten groot. Daarbij
komt dat ook huisartsen, medisch specialisten en rechters
zelfstandig kunnen verwijzen zonder tussenkomst van de
gemeente. Sturen op het aantal en de omvang van
indicaties is zodoende lastig. Ondanks het opgestelde (en
herijkte) actieplan, om tot een kostenreductie te komen, is
het risico op overschrijding van het budget onverminderd
groot.
Programma 8: Vennootschapsbelasting (Vpb)
N. van der
Structureel
11,6%
270
De gemeente Reimerswaal heeft enkele activiteiten
Hoest
waarvoor zij belastingplichtig is. Bij de
vennootschapsbelasting valt te denken aan de verkoop van
gronden. Uit de aangifte Vpb 2020 (ingediend bij de
belastingdienst op 30 juni 2022) blijkt dat de verrekenbare
verliezen volledig zijn benut en dat de gemeente
Reimerswaal vanaf fiscaal jaar 2021
vennootschapsbelasting gaat betalen als zij belastbare
voordelige resultaten realiseert. In de begroting is
(vooralsnog) geen concreet bedrag opgenomen omdat dit
op voorhand zeer lastig in te schatten is en afhankelijk van
veel factoren. Om die reden is een financieel risico
gekwantificeerd.
Programma 6: Huishoudelijke hulp
A.J.
Structureel
9,7%
225
Het budgettaire risico wordt bepaald door een stijging van
Meeuwsen
het aantal aanvragen huishoudelijke hulp (n.a.v. het
abonnementstarief) en de daaruit voortvloeiende
toekenningen.
Het aantal ouderen neemt toe en door de afbouw van
verzorgingsplaatsen blijven ouderen langer thuis wonen.
Daarnaast heeft ook de extramuralisatie effect op het
aantal aanvragen. De door de Rijksoverheid ter
beschikking gestelde middelen zijn al enkele jaren niet
afdoende en de verwachting is dat dit ook voor 2023 het
geval zal zijn.
Programma 6: Ondersteuning en begeleiding Wmo
A.J.
Structureel
7,7%
180
De kosten voor ondersteuning en begeleiding blijven
Meeuwsen
toenemen als gevolg van de extramuralisatie, het gegeven
dat mensen langer thuis blijven wonen (meer ouderen
worden ouder) en het afschaffen van de eigen bijdrage
CAK waarvoor een abonnementstarief is ingevoerd. Dit
heeft tot gevolg dat de ter beschikking gestelde middelen
door de Rijksoverheid onvoldoende zijn.
Programma 1: Gemeenschappelijke Regeling
J.S. van
Structureel
6,0%
140
Veiligheidsregio Zeeland
Egmond
Door allerlei exogene factoren (o.a. stijgende loonkosten)
en vervangingsinvesteringen zullen de kosten voor de
Veiligheidsregio naar verwachting in de komende jaren fors
toenemen. Ook de ontwikkelingen rond beschikbaarheid
van vrijwilligers zal invloed blijven hebben op het
kostenniveau.
Gemeentebreed: Beveiliging (Digitaal)
J.S. van
Structureel
4,3%
100
Door uitval of het verloren gaan van de digitale
Egmond
werkomgeving en data(verbindingen) kunnen de
werkzaamheden binnen de organisatie vertraging oplopen
of tijdelijk stil komen te liggen. Het risico bestaat
voornamelijk uit loonkosten tijdens improductiviteit,
gederfde inkomsten, vervangingsinvesteringen, negatieve
media-aandacht en overige kosten.
Programma 6: Participatiewet (inkomensdeel)
A.J.
Incidenteel
3,4%
80
De impact van de COVID-19-pandemie voor de
Meeuwsen
middellange termijn is nog niet goed in te schatten. De
door de COVID-19-pandemie verwachte toename van het
aantal aanvragen voor bijstand is voorlopig uitgebleven.
Ook is bekend dat het aantal mensen in de bijstand blijft
dalen. Het risico op ontoereikendheid van de beschikbare
middelen wordt dientengevolge lager ingeschat.
Risico top 10
Porte-
Soort
Invloed
Bedrag
feuille-
houder
Desalniettemin blijft het risico wel bestaan. Dit mede
vanwege een blijvende onzekerheid over de
ontwikkelingen rondom te huisvesten statushouders en het
beleid van de Rijksoverheid ten aanzien van de Integratie-
uitkering voor de Participatiewet.
Programma 1: Opvang oorlogsslachtoffers
J.S. van
Incidenteel
3,1%
72
De gemeente Reimerswaal vangt sinds de start van de
Egmond
oorlog tussen Rusland en Oekraïne mensen die zijn
gevlucht op binnen de gemeentegrenzen. De Rijksoverheid
stelt hiervoor een vergoeding ter beschikking, maar het
risico bestaat dat die vergoeding niet afdoende is.
Programma 0: Pensioen- en wachtgeldvoorziening
J.S. van
Structureel
2,6%
60
Wethouders
Egmond
Wanneer een wethouder stopt met de functie kan dat
leiden tot een verplichting voor de gemeente tot uitbetaling
van wachtgelden. De gemeente dient een voorziening te
treffen die deze uitbetalingen van wachtgelden mogelijk
maakt. Daarnaast dient de gemeente rekening te houden
met uit te betalen overlijdensuitkeringen aan nabestaanden
van (ex) bestuurders. Tenslotte moet de gemeente
rekening houden met de mogelijkheid van verplichte
overdracht van pensioenen aan bestuurders die daartoe
een verzoek doen. De nodige voorzieningen zijn getroffen.
Dit risico is als zodanig gekwantificeerd voor het bedrag
dat mogelijk moet worden uitbetaald / gedoteerd dat niet
als zodanig in de begroting is te voorzien.
Gemeentebreed: Personeel
J.S. van
Incidenteel
1,8%
42
Het disfunctioneren van personeelsleden kan tot hogere
Egmond
personeelskosten voor de gemeente leiden. De krapte op
de arbeidsmarkt en, als gevolg daarvan, het lastiger
kunnen invullen van ontstane vacatures kan leiden tot de
inleen van personeel. Deze is veelal duurder dan de
reguliere salarislast en is derhalve meer en vaker nodig. Dit
zorgt voor hogere kosten.
Bedragen x 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
1.979
Beschikbare weerstandscapaciteit
De berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt.
Omschrijving
Bedrag
Toelichting
Vrij aanwendbaar deel algemene reserve (aug 2022)
8.381
Berekende (geprognosticeerde) stand
algemene reserve per eind 2022 ad
€ 12,037 miljoen -/- gelabelde bedragen
ad € 1,656 miljoen -/- vastgelegde
absolute minimumstand van € 2 miljoen.
Onvoorzien incidenteel en structureel
-154
2022: stand na besluitraad juli 2022
940
2022: idem
Onbenutte belastingcapaciteit
-
Verschil tussen volledige en geraamde
kostendekkendheid van reiniging en
riolering. Dit leidt niet daadwerkelijk tot
een verhoging van de
weerstandscapaciteit, omdat voor zowel
de reiniging als de riolering wordt
gewerkt met een egalisatievoorziening.
Beschikbare weerstandscapaciteit
9.167
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Weerstandsvermogen
Wanneer de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit tegen elkaar worden afgezet, ontstaat het
onderstaande beeld.
Omschrijving
Bedrag
Beschikbare weerstandscapaciteit
9.167
Benodigde weerstandscapaciteit
1.979
Uitkomst (+ = voldoende beschikbaar)
7.188
Indicator: (beschikbare / benodigde capaciteit)
Programmabegroting 2023-2026 (aug 2022)
4,6
Jaarstukken 2021 (juni 2022)
Bestuursrapportage 2021 (september 2021)
3,1
0,9
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
De ratio geeft aan dat volgens de gehanteerde systematiek de risico´s 4,6 keer kunnen worden opgevangen.
N.B: Deze begroting is een momentopname. Nieuwe omstandigheden kunnen de uitkomst beïnvloeden,
waardoor het weerstandvermogen een andere waardering kan krijgen.
Kengetallen financiële positie
Om de financiële positie in beeld te brengen, wordt jaarlijks een overzicht van de exploitatie in baten en
lasten (de begroting en jaarrekening) en een balans opgesteld. Voor een goed oordeel over de financiële
positie zijn aanvullende kengetallen nodig, zodat bijvoorbeeld een beeld kan worden geschetst in welke
mate de schuldpositie kan worden gedragen. Dat de schuldpositie risico’s met zich meebrengt is evidend.
Naast het opnemen van de kengetallen in deze paragraaf is ook een bespiegeling over de kengetallen in
relatie tot de financiële positie opgenomen. De informatie die uit de kengetallen naar voren komt is belangrijk
voor het inzicht in de financiële positie. De gezamenlijke provinciale toezichthouders hebben besloten om
voor het verkrijgen van een goed beeld aan te sluiten bij de zogenaamde signaleringswaarden die afkomstig
zijn van de stresstesten voor 100.000+ gemeenten. De signaleringswaarden zijn ingedeeld in categorieën.
Aan deze categorieën is geen waardeoordeel te geven, omdat normering in eerste instantie door de
gemeente zelf plaats dient te vinden.
De kengetallen kunnen niet los van elkaar worden gezien. Wanneer de kengetallen gezamenlijk een
‘verontrustend’ beeld laten zien, vraagt dat van een gemeente om maatregelen te treffen om de situatie te
verbeteren. Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt, dat voor het bepalen van de mate van toezicht
(repressief of preventief) het reëel en structureel sluitend zijn van de begroting het doorslaggevende
criterium blijft.
Netto schuld
Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van een gemeente, ten opzichte van de eigen
middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de
exploitatie.
Omschrijving
Realisatie
Begroting
Meerjaren
2021
2022
2023
2024
2025
2026
A Vaste schulden (conform art. 46 BBV)
28.390
29.311
24.028
22.010
20.280
18.550
B Netto vlottende schuld (conform art. 48 BBV)
2.077
4.032
6.621
7.276
5.834
8.024
C Overlopende passiva (conform art. 49 BBV)
6.204
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
D Financiële activa (conform art. 36, lid d, e, f)
0
0
0
0
0
0
E Uitzettingen < 1 jaar (conform art. 39 BBV)
-11.611
-4.000
-5.500
-4.500
-4.500
-4.500
F Liquide middelen (conform art. 40 BBV)
-16
-20
-20
-20
-20
-20
G Overlopende activa (conform art. 40a BBV)
-787
-400
-400
-400
-400
-400
H Netto schuld
24.257
34.923
30.729
30.366
27.194
27.654
I Totale baten (excl. mutaties reserves)
(conform art. 17, lid c BBV)
70.135
54.138
63.300
62.166
61.441
58.695
Netto schuldquote (H/I)x100%
35%
65%
49%
49%
44%
47%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst netto schuldquote
< 90%
90-130%
> 130%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van zogenaamd ‘doorlenen’ wordt de netto schuldquote zowel
in- als exclusief ‘doorgeleende’ gelden weergegeven. Op deze manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat
het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.
De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de ‘doorgeleende’ gelden wordt berekend, is gelijk
aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte geldleningen
worden opgenomen. Zie hiervoor de navolgende tabel.
Omschrijving
Realisatie
2021
Begroting
2022 2023
2024
Meerjaren
2025
2026
A Vaste schulden (conform art. 46 BBV)
28.390
29.311
24.028
22.010
20.280
18.550
B Netto vlottende schuld (conform art. 48 BBV)
2.077
4.032
6.621
7.276
5.834
8.024
C Overlopende passiva (conform art. 49 BBV)
6.204
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
D Financiële activa (conform art. 36, lid b, c, d, e, f)
-700
-664
-621
-582
-563
-558
E Uitzettingen < 1 jaar (conform art. 39 BBV)
-11.611
-4.000
-5.500
-4.500
-4.500
-4.500
F Liquide middelen (conform art. 40 BBV)
-16
-20
-20
-20
-20
-20
G Overlopende activa (conform art. 40a BBV)
-787
-400
-400
-400
-400
-400
H Netto schuld
23.557
34.259
30.108
29.784
26.631
27.096
I Totale baten (excl. mutaties reserves)
(conform art. 17, lid c BBV)
70.135
54.138
63.300
62.166
61.440
58.696
Netto schuldquote (H/I)x100%
34%
63%
48%
48%
43%
46%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst netto schuldquote
< 90%
90-130%
> 130%
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële
verplichtingen te voldoen. Bij deze ratio wordt het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van het
balanstotaal. Het eigen vermogen van de gemeente bestaat uit de reserves (zowel de algemene reserve als
de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten (resultaat
jaarrekening/begroting).
Omschrijving
Realisatie
2021
Begroting
2022 2023
2024
Meerjaren
2025
2026
A Eigen vermogen (conform art. 42 BBV)
42.728
32.631
45.859
50.085
54.617
55.724
B Totaal passiva
86.501
79.248
89.890
92.382
93.289
94.243
Solvabiliteitsratio (A/B)x100%
49%
41%
51%
54%
59%
59%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst solvabiliteitsratio
> 50%
20-50%
< 20%
Kengetal grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat de grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie
van gemeenten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden
terugverdiend bij de verkoop. Het kengetal van de grondexploitatie geeft aan wat de verhouding is van de
gronden in vergelijking met de baten van de begroting.
Omschrijving
Realisatie
2021
Begroting
2022 2023
Meerjaren
2024 2025
2026
A Niet in exploitatie genomen bouwgronden (conform art.
38, lid a, punt 1 BBV)
3
4
4
4
4
4
B Bouwgronden in exploitatie (conform art. 38, lid b BBV)
-4.206
-5.460
-1.523
-750
-1.104
0
Totaal
-4.203
-5.456
-1.519
-746
-1.100
4
C Totale baten (excl. mutaties reserves) (conform art.
17, lid c BBV)
70.135
54.138
63.300
62.166
61.441
58.695
Grondexploitatie: (A+B)/Cx100%
-5,99%
-10,08%
-2,40%
-1,20%
-1,79%
0,01%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst kengetal grondexploitatie
< 20%
20-35%
> 35%
Structurele exploitatieruimte
Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een
begroting waarbij de structurele baten en lasten in evenwicht zijn.
De overzichten van de geraamde incidentele baten en lasten en structurele toevoegingen en onttrekkingen
aan de reserves maken onderdeel uit van het hoofdstuk Overzicht van baten en lasten in de begroting. Deze
gegevens worden ook opgenomen in de Jaarstukken. Op basis hiervan kan het saldo van de structurele
baten en structurele lasten worden berekend.
Omschrijving
Realisatie
2021
Begroting
2022 2023
2024
Meerjaren
2025
2026
A Totale structurele lasten
62.105
54.740
59.162
56.797
56.301
57.089
B Totale structurele baten
68.549
54.138
63.300
62.166
61.441
58.695
C Totale structurele toevoegingen aan de reserves
13.099
1.714
2.578
2.592
2.269
2.701
D Totale structurele onttrekkingen aan de reserves
8.845
2.979
2.853
2.799
2.849
2.869
E Totale baten (excl. mutaties reserves) (conform art.
17, lid c BBV)
70.135
54.138
63.300
62.166
61.441
58.695
Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/E x 100%
3%
1%
7%
9%
9%
3%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Normering toezichthouder
Risiconorm toezichthouder
Minst Gemiddeld Meest
Uitkomst structurele exploitatieruimte
> 0%
0%
< 0%
Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
De ruimte die een gemeente heeft om belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale
woonlasten. De totale woonlasten bestaan uit de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een
woning met een gemiddelde WOZ-waarde in de betreffende gemeente. De belastingcapaciteit van
gemeenten wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden te vergelijken met
een landelijk gemiddelde.
Omschrijving
Realisatie
2021
Begroting
2022 2023
2024
Meerjaren
2025
2026
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
215
218
228
228
228
228
B Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
247
249
251
251
251
251
C Afvalstoffenheffing voor een gezin
365
370
387
387
387
387
D Eventuele heffingskorting
0
0
0
0
0
0
E Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde
WOZ-waarde
827
837
867
867
867
867
F Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin in t-1
811
851
876
876
876
876
Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde jaar er voor:
(E/F)x100%
102%
98%
99%
99%
99%
99%
Bedragen x € 1.000. Door afrondingsverschillen sluiten bedragen mogelijk niet exact aan.
Toelichting
Ad A.
De WOZ-waarden voor het heffen van de OZB in 2023 worden eind 2022 bekend. Hiertoe is de OZB voor
2023 t.o.v. 2022 vooralsnog alleen verhoogd met de vastgestelde trendmatige verhoging van de lokale
heffingen van 4,7%. Na het bekend worden van de gemiddelde wijziging van de WOZ-waarden wordt de
WOZ-waarde bijgesteld en wordt tevens het daaraan gekoppelde percentage (incl. indexering) voor de
onroerende zaakbelastingen aangepast.
Ad F.
De landelijk gemiddelde woonlasten zijn overgenomen vanuit de websites van COELO en
“waarstaatjegemeente.nl”. De gemiddelde woonlasten worden hierbij steeds vergeleken met het jaar
vóórafgaand aan het jaartal dat bovenaan de tabel staat.
Uit de bovenstaande tabel kan worden afgelezen dat de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in
de gemeente Reimerswaal hoger zijn dan het landelijk gemiddelde.
Verloop van de kengetallen
Kengetal
Realisatie
2021
Begroting
2022 2023
2024
Meerjaren
2025
2026
netto schuldquoute
35%
65%
49%
49%
44%
47%
netto schuldquote gecorrigeerd voor alle
verstrekte leningen
34%
63%
48%
48%
43%
46%
solvabiliteitsratio
49%
41%
51%
54%
59%
59%
structurele exploitatieruimte
3%
1%
7%
9%
9%
3%
grondexploitatie
-6%
-10%
-2%
-1%
-2%
0%
belastingcapaciteit
102%
98%
99%
99%
99%
99%