Toelichting op de balans
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften, zoals opgenomen in het Besluit begroting
en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin de
uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en de inrichting van de
financiële organisatie zijn vastgesteld (gemeenteraad d.d. 8 december 2016).
De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van
het voorgaande jaar.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van activa en passiva, alsmede de bepaling van het resultaat, vinden in principe plaats op basis
van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij in deze grondslagen
anders is vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig
of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en lasten, waaronder ook begrepen de heffing
van de vennootschapsbelasting, worden daarbij verantwoord tot hun brutobedrag. Verliezen en risico’s die hun
oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden genomen als zij voor het opmaken van de
jaarrekening bekend zijn geworden.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van
het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende
arbeidsgerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten verantwoord in
het jaar dat uitbetaling plaats vindt. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar
volume, zoals bijvoorbeeld overlopende vakantiegeld- en (spaar)verlofaanspraken, wordt dan ook geen
voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. .
De algemene uitkering wordt opgenomen conform de in verslagjaar t laatst gepubliceerde accresmededeling.
Doorgaans is deze accresmededeling opgenomen in de septembercirculaire. De gevolgen van het bijgestelde
accres zoals opgenomen in de meicirculaire van het verslagjaar t+1 worden verantwoord in de jaarrekening van
het op het verslagjaar volgend boekjaar.
Via het gemeentefonds zijn in het verslagjaar drie compensatiepakketten voor corona verstrekt, welke in de
jaarrekening zijn verwerkt.
Voor een aantal compensatiemaatregelen is de exacte verdeling en daarmee het bedrag per gemeente nog niet
bekend. Er ontbreekt voor deze maatregelen een (voorlopige) verdeelsleutel om ultimo 2021 een voldoende
nauwkeurige en betrouwbare schatting te kunnen maken van ons aandeel in deze aanvullende compensatie. Het
ministerie verdeelt en beschikt hierover pas in 2022 op basis van de gemeentelijke jaarrekeningen over 2021. We
hebben deze compensatiemaatregelen derhalve niet verwerkt.
Dividenden worden verantwoord in het jaar waarin het besluit tot toekenning van het dividend door de Algemene
vergadering van de vennootschap is genomen.
Een aanvrager van een voorziening op grond van de WMO (zoals hulp in de huishouding, begeleiding, hulp- en
vervoersmiddelen of beschermd wonen) is op grond van de Wmo een bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft
bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De
informatie van het CAK (om privacyredenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op
persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te
kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de
verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de Wmo geen
gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en
hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen.
Balans
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs, verminderd met de
jaarlijkse afschrijvingslasten en de afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame
waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking
genomen.
De kosten van het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio
worden geactiveerd en over de looptijd van de lening afgeschreven.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende vereisten is voldaan:
Er is sprake van een investering door een derde;
De investering draagt bij aan de publieke taak;
De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen;
De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente
anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.
Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de
afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa (bij derden), waarvoor de
bijdrage aan derden is verstrekt.
Materiële vaste activa
Het BBV kent de volgende soorten materiële vaste activa:
investeringen met een economisch nut;
investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.
Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het
genereren van middelen. Alle investeringen met een economisch nut > € 10.000 worden conform de financiële
verordening geactiveerd.
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd en over de gebruiksduur
afgeschreven.
De in erfpacht uitgegeven percelen worden gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste
uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht
eeuwigdurend is afgekocht, worden tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.
Alle overige materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs,
verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse
afschrijvingslasten en de afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame
waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking
genomen.
Ten aanzien van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut geldt tot aan
investeringsdatum 31 december 2016 dat eventuele bijdragen uit de reserves in mindering zijn gebracht op deze
investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Ten aanzien van investeringen met een
economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven, geldt dat vanuit de
spaarcomponent gevormde voorzieningen voor toekomstige vervangingsinvesteringen in mindering zijn gebracht
op de in het boekjaar gepleegde investeringen. Wanneer een boekwaarde resteert, wordt hierop niet
afgeschreven. Bedragen voor vervanging die in latere begrotingsjaren worden ontvangen, worden te zijner tijd op
de boekwaarde afgeboekt.
De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen corresponderen
met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste van de geschatte
economische levensduur óf technische gebruiksduur) van de materiële vaste activa.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in de financiële verordening, zoals laatstelijk vastgesteld
door de gemeenteraad in haar vergadering d.d. 8 december 2016. De afschrijvingen worden berekend volgens de
lineaire methode en starten halverwege het jaar van ingebruikname. Afschrijvingen geschieden daarnaast
onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op gronden wordt niet afgeschreven, tenzij de grond deel
uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Eventuele boekwinsten bij inruil of
afstoting van een kapitaalgoed zijn als incidentele bate in de jaarrekening verwerkt.
Software is als afzonderlijk actief opgenomen onder de materiële vaste activa als investering met economisch
nut.
De lasten samenhangend met de uitvoering van klein en groot onderhoud, bodemsaneringen en het baggeren
van watergangen zijn niet levensduurverlengend en zijn daarom niet geactiveerd, maar direct ten laste van de
exploitatie of de gevormde voorziening gebracht.
Gronden verworven met het oog op gebiedsontwikkeling, maar waarvoor nog geen operationele grondexploitatie
is vastgesteld, worden in de regel geduid als ‘warme gronden’. Conform de notitie grondbeleid in begroting en
jaarstukken (2019) worden deze verantwoord onder materiele vaste activa (artikel 52 lid 1 onderdeel a BBV)
tegen de verwervingskosten. Het toerekenen (activeren) van andere kosten is daarbij niet toegestaan.
In de bepaling of er bij deze ‘warme gronden’ sprake is van een duurzame waardevermindering, zoals bedoeld in
artikel 65 BBV lid 1, kan onder de volgende cumulatieve voorwaarden uitgegaan worden van de waarde in
toekomstige bestemming in plaats van de geldende bestemming:
de gronden moeten deel uitmaken van een door de gemeenteraad vastgestelde visie of masterplan voor (een)
concrete en binnen afzienbare tijd te starten grondexploitatie(s), waarin de gebiedsontwikkeling van totaalplan
naar deelgrondexploitaties is vastgelegd;
de gebiedsontwikkeling mag niet zodanig conflicteren met de uitkomst van de inventarisatie van bedreigingen die
de ontwikkeling in de weg kunnen staan, bijvoorbeeld op het gebied van milieu of bereikbaarheid;
de visie / het masterplan mag niet strijdig zijn met beleid van de provincie en/of rijk;
er is een betrokkenheid bij de gebiedsontwikkeling van provincie of rijksoverheid;
het mag alleen gaan om gebiedsontwikkeling voor de bouw van woningen en niet voor bedrijfsterreinen;
periodiek (minimaal eens in de 2 jaar) worden de gronden getaxeerd tegen de waarde volgens de toekomstige
woningbouwbestemming, met inachtneming van de inherente onzekerheden van de ontwikkelmogelijkheden.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs verminderd met de jaarlijkse
aflossingen en de afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen
worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Zo nodig is een voorziening
voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van
N.V.’s en B.V.’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de
verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de marktwaarde van de aandelen daalt tot onder de verkrijgingsprijs,
vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.
Voorraden
Grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien de marktwaarde
lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs worden de grond- en hulpstoffen tegen deze lagere
marktwaarde gewaardeerd.
De onderhanden werken, waaronder bouwgronden in grondexploitatie, worden opgenomen tegen de verkrijgings-
of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien de boekwaarde de marktwaarde
van de grond overschrijdt, wordt een voorziening voor het verwachte negatieve resultaat getroffen. Het startpunt
van een grondexploitatie is het raadsbesluit met de vaststelling van het complex, inclusief
grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de grondexploitatie geopend en kunnen vervaardigingskosten
worden geactiveerd. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen
en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de
vervaardigingsprijs worden daarnaast een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen en is de werkelijk
over het vreemd vermogen betaalde rente toegerekend. De rente is toegerekend over de boekwaarde van de
grondexploitatie per 1 januari van het betreffende boekjaar.
Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten
zijn gerealiseerd wordt tussentijds naar rato van de voortgang van de kosten en de opbrengsten winst genomen.
Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:
Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én
De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
De verliezen op grondexploitaties worden voorzien zodra deze bekend zijn. De voorziening wordt gewaardeerd
op nominale waarde.
De overige voorraden worden gewaardeerd tegen historische kostprijs. Indien de marktwaarde lager is, dan wordt
tegen marktwaarde gewaardeerd.
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald.
Liquide middelen
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
Overlopende activa
De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een
voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald. Onder de nog te ontvangen
bedragen zijn de gemaakte voorbereidingskosten voor faciliterende exploitatieplannen of nog te sluiten anterieure
overeenkomsten als ‘nog te verrekenen kosten’ opgenomen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de kosten moeten passen binnen de kostensoortenlijst Wro/Bro; en
de kosten mogen maximaal 5 jaar als overige nog te ontvangen bedragen blijven staan; na maximaal 5 jaar moet
het kostenverhaal zijn gerealiseerd dan wel dienen de kosten te worden afgeboekt ten laste van het jaarresultaat;
en
er is een besluit door de raad of het college genomen tot het maken van voorbereidingskosten voor faciliterend
grondbeleid in een aangewezen gebied voor het ontwikkelen van het exploitatieplan of tot het sluiten van een
anterieure overeenkomst.
Eigen vermogen
In het BBV worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken
en die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vrij te besteden zijn. De vaststelling van de noodzakelijke omvang van
reserves is een zaak van de gemeenteraad. Daarom worden reserves ook wel onderverdeeld in algemene en
bestemmingsreserves. Zodra de raad aan een reserve een bepaalde bestemming heeft gegeven, is er sprake
van een bestemmingsreserve. Om die reden kunnen bestemmingsreserves naar de situatie per ultimo verslagjaar
geen negatieve stand kennen. Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve
genoemd. Mutaties in reserves zijn enkel mogelijk op basis van een raadsbesluit genomen voor het einde van het
betreffende begrotingsjaar. De reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde
Voorzieningen
Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Om die reden kunnen
voorzieningen naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden
gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.
De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders wordt echter op de contante waarde van de (reeds
opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De contante waarde is bepaald op basis van
een actuariële berekening, welke is opgesteld door een externe deskundige. Er is rekening gehouden met een
rente van 0,528%. Verder is rekening gehouden met sterfte (sterftetafel GBM/GBV 10-15).
De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening, is als een last in het
betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en
in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.
Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt
een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie
verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht.
Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van
vergelijkbaar volume. Voor het bepalen van het “jaarlijks vergelijkbaar volume” is een tijdsperiode van vier jaar
gehanteerd.
Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd langer dan één jaar
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de
gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd langer dan één jaar
De netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar zijn gewaardeerd tegen nominale
waarde.
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2021
(bedragen in de tabellen in duizenden euro’s)
Immateriële vaste activa
Het verloop van de immateriële vaste activa ziet er als volgt uit:
Desinves
Afschrij
Boekw.
Inves-
-
-
Bijdragen
Afwaar-
Boekw.
1-1-
teringe
van
deringe
31-12-
2021
n
teringen
vingen
derden
n
2021
Agio geldleningen
1.110
0
0
111
0
0
999
Bijdragen activa in eigendom van
derden
359
0
0
26
0
0
333
Totaal
1.469
0
0
137
0
0
1.332
Agio geldleningen
Op 19 januari 2016 heeft herfinanciering plaatsgevonden van een 10-jarige fixelening met een hoofdsom van
€ 11.500.000 (rente: 3,475%). Het agio op deze lening bedroeg afgerond € 1.659.000 en is meegefinancierd in de
hoofdsom van de nieuwe lineaire lening (rente: 1,27%). Het agio wordt afgeschreven gedurende de looptijd van
de nieuwe lening (15 jaar).
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
In 2018 is een bijdrage verstrekt van € 357.100 aan muziekvereniging Concordia Tholen voor de renovatie van de
huisvesting aan de Zoekweg te Tholen. Verder is in het verleden een bijdrage verstrekt aan Stichting Bibliotheek
Oosterschelde voor de inrichting van de bibliotheken / servicepunten.
Materiële vaste activa
Het verloop van de boekwaarde van de investeringen met economisch nut ziet er als volgt uit:
Boekw.
Inves-
Desinves-
Afschrij-
Bijdr.
Boekw.
Voorz.
Balansw.
31-12-
1-1-2021
teringen
teringen
vingen
derden
31-12-2021
lag. mw
2021
Gronden en terreinen
8.100
1.336
145
0
0
9.291
833
8.458
Bedrijfsgebouwen
33.932
6.612
17
1.273
660
38.594
0
38.594
Werken
3.715
437
1
149
0
4.002
0
4.002
Vervoermiddelen
171
47
0
44
0
174
0
174
Machines en installaties
174
57
0
43
0
188
0
188
Ov. mat. vaste uitgaven
277
395
0
66
117
489
0
489
Totaal
46.369
8.884
163
1.576
777
52.738
833
51.905
Van de gronden en terreinen is ultimo 2021 € 3.884.000 in erfpacht uitgegeven (2020: € 3.495.000). In 2021 is
voor € 534.000 aan gronden in erfpacht uitgegeven. De desinvesteringen bedroegen € 145.000.
Van de gronden en terreinen is ultimo 2021 (na aftrek van de voorziening voor lagere marktwaarde van €
833.000) € 1.728.000 bestemd voor toekomstige gemeentelijke gebiedsontwikkeling (2020: € 1.356.000).
In 2021 is in het kader van de toekomstige uitbreiding van de kern van Sint Philipsland circa 4 ha. grond
aangekocht voor een bedrag van € 802.000. De waarde in de huidige bestemming (landbouwgrond) ligt volgens
vrij recente taxaties rond de € 10 p/m2, zodat voor de lagere marktwaarde een voorziening gevormd is van €
430.000. Vorig jaar is voor de grondaankoop in het kader van de toekomstige uitbreiding van het bedrijventerrein
te Sint Philipsland (circa 2 ha. voor € 604.000) reeds een voorziening voor de lagere marktwaarde gevormd van
€ 403.000. De balanswaarde per 1 januari 2021 bedroeg hierdoor niet € 46.369.000, maar € 45.966.000.
De investeringen in bedrijfsgebouwen hebben voor een bedrag van € 6.137.000 betrekking op de realisatie van
de Brede school te Tholen.
De boekwaarde van de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing
wordt geheven, laat het volgende verloop zien:
Boekw.
Inves-
Desinves-
Afschrij-
Bijdragen
Afwaar-
Boekw.
1-1-2021
teringen
teringen
vingen
van derden
deringen
31-12-2021
Riolering
0
1.166
0
0
1.166
0
0
Reiniging
303
20
1
30
0
0
292
Begraafplaatsen
1.039
0
0
39
0
0
1.000
Totaal
1.342
1.186
1
69
1.166
0
1.292
De bijdrage van derden betreft de afboeking van de spaarvoorziening riolering.
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut heeft het volgende verloop:
Boekw.
Inves-
Desinves-
Afschrij-
Bijdragen
Afwaar-
Boekw.
1-1-2021
teringen
teringen
vingen
van derden
deringen
31-12-2021
Werken
2.451
709
371
99
0
0
2.690
Totaal
2.451
709
371
99
0
0
2.690
Het gaat hier alleen om investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut die conform de ‘nieuwe
systematiek’ (na 1 januari 2017) zijn geactiveerd.
Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa ziet er als volgt uit:
Boekw.
Inves-
Desinves-
Afwaar-
Boekw.
1-1-2021
teringen
teringen
deringen
31-12-2021
Kapitaalverstrekkingen deelnemingen
272
28
0
0
300
Leningen ov. verbonden partijen
8.480
233
6.711
0
2.002
Overige langlopende leningen
1.042
344
186
0
1.200
Overige uitzettingen > 1 jaar
2.573
190
0
0
2.763
Totaal
12.367
795
6.897
0
6.265
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
Het gaat om de volgende participaties:
Een belang van 100% in Gemeente Tholen Grondexploitatie Tholen Stad B.V. te Tholen. Deze deelneming is
vennoot in Tholen Stad Grondexploitatie V.O.F. (1/3). De deelneming is in 2020 afgewaardeerd naar nihil. Eind
2021 heeft een aanzuivering van het eigen vermogen plaatsgevonden, waarbij per saldo € 1.000 aan kapitaal
verstrekt is.
Een belang van 0,06% in BNG Bank N.V. te Den Haag;
Een belang van 2,7% in PZEM N.V. te Middelburg;
Een belang van 2,7% in GBE Aqua B.V. te Middelburg; de kapitaalverstrekking van € 28.000 heeft in 2021
plaatsgevonden.
Leningen aan overige verbonden partijen
In 2010 is een lening verstrekt aan Tholen Stad Grondexploitaitie V.O.F. met een hoofdsom van € 5.889.475. De
rente bedraagt 3,575% per jaar (2021: € 233.000) en wordt bijgeschreven op de hoofdsom van de lening. In 2021
hebben aflossingen plaatsgevonden voor een totaalbedrag van € 6.711.000. De resterende lening bedraagt
ultimo 2021 € 2.002.000. Als zekerheid is een bankgarantie van € 1.500.000 door een vennoot in de V.O.F.
verstrekt.
Overige langlopende leningen
In 2021 zijn startersleningen en leningen voor duurzame particuliere woningverbetering verstrekt tot een bedrag
van € 344.000. De aflossing op deze leningen bedraagt € 186.000.
Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar
Dit betreft de uitzetting bij ASR Group Asset Management voor de pensioenverplichting van de (vml.) wethouders.
In 2021 zijn participaties aangekocht voor een bedrag van € 190.000.
Voorraden
Onderhanden werk
Het in de balans opgenomen onderhanden werk wordt uitgesplitst naar de volgende categorieën:
2021
2020
Bouwgronden in exploitatie
3.055
7.673
Grondbanken zonder noemenswaardige transformatie, bestemd voor derden
8.211
8.070
Totaal
11.266
15.743
Van de bouwgronden in exploitatie kan het volgende verloop worden gegeven:
Boekw.
Vermee
Winst-
Vz
Balans
Ramin
Ramin
Eind
r-
Vermin-
Boekw.
w.
g
g
w.
1-1-
deringe
deringen
nemin
31-12-
verliesl
31-12-
kosten
opbr.
2021
n
g
2021
.
21
comple
x
Bedrijventerreinen
:
Welgelegen II
-2.130
0
-2.123
12.59
16.31
-
Tholen
743
725
1.461
-2.123
2
6
5.847
Sint-Maartensdijk
-63
39
0
24
0
0
0
0
0
0
Stavenisse
183
23
0
0
206
0
206
71
378
-101
Sint-Annaland
429
18
-1
-20
428
0
428
27
702
-247
-2.126
0
-1.489
12.69
17.39
-
Subtotaal
1.292
805
1.460
-1.489
0
6
6.195
Woningbouw:
0
-442
-
Stadszicht II
-705
268
170
165
-442
598
1.358
1.202
Molenvliet-Zuid
0
603
0
0
603
0
603
1.343
1.991
-45
Deestraat
717
84
671
60
190
0
190
527
848
-131
Oost
-32
41
Scherpenisse
208
50
185
0
73
70
111
0
Poststraat Zuid
388
33
584
95
-68
0
-68
216
279
-131
Havengebied
6.127
403
1.646
175
5.059
0
5.059
2.170
7.461
-232
Vroonstede I
-354
97
827
245
-839
0
-839
445
349
-743
-32
4.544
12.39
-
Subtotaal
6.381
1.538
4.083
740
4.576
5.369
7
2.484
-1.386
-32
3.055
18.05
29.79
-
Totaal Generaal
7.673
2.343
5.543
3.087
9
3
8.679
De waardering van de in exploitatie genomen gronden is gebaseerd op de inzichten van februari 2022 en de
daarbij behorende inschatting van uitgangspunten, parameters en risico’s. Uiteraard betreft dit een inschatting die
omgeven is door onzekerheden, die periodiek, maar minimaal jaarlijks, wordt herzien en waarbij de waardering in
het komende jaar zowel positief als negatief kan uitvallen. Het college is van mening dat op basis van de huidige
informatie en inzichten de beste schatting is gemaakt voor de waardering van de in exploitatie genomen gronden.
Het college hanteert de volgende algemene uitgangspunten ten aanzien van haar schattingen:
Het rentepercentage bedraagt 1,44%;
De kostenindexatie bedraagt voor 2022 8% en voor de volgende jaren 2%, overeenkomstig de langjarig historisch
gemiddelde GWW-index;
De opbrengstenindexatie bedraagt 2%;
Het resultaat is bepaald op eindwaarde;
De geplande afzet is gebaseerd op de gemeentelijke woningbouwplanning en de ervaringscijfers van de
afgelopen jaren.
De bouwgronden in exploitatie hebben allemaal een looptijd die korter is dan de voorgeschreven maximale
looptijd van tien jaar.
De risico’s zijn nader toegelicht in de paragraaf Grondbeleid en de paragraaf Weerstandsvermogen en
risicobeheersing in het jaarverslag.
Van de grondbanken zonder noemenswaardige transformatie, bestemd voor derden kan het volgende verloop
worden gegeven:
Saldo
Vermeer-
Vermin-
Saldo
1-1-2021
deringen
deringen
31-12-2021
Gronden Molenvlietsedijk Tholen
8.070
141
0
8.211
Totaal
8.070
141
0
8.211
Uiteenzettingen met rentetypische looptijd < 1 jaar
Vorderingen op openbare lichamen
De vorderingen op openbare lichamen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2021
2020
Belastingdienst
3.468
3.162
Overige vorderingen op openbare lichamen
1.026
1.148
Totaal
4.494
4.310
Uitzettingen bij ’s rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar
Dit betreft de uitzetting bij het rijk in het kader van het verplicht schatkistbankieren. Het drempelbedrag bedraagt
€ 517.000 voor de kwartalen 1 en 2. Voor de kwartalen erna bedraagt het drempelbedrag € 1.379.000. De
benutting van het drempelbedrag in het boekjaar wordt hieronder weergegeven:
Eerste
Tweede
Derde
Vierde
kwartaal
kwartaal
kwartaal
kwartaal
Op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen
430
420
377
292
Ruimte onder het drempelbedrag
87
97
1.002
1.087
Totaal
517
517
1.379
1.379
Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen
Dit betreft de rekening-courant verhouding met Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland in het kader van
startersleningen en leningen voor duurzame particuliere woningverbetering.
Overige vorderingen
De overige vorderingen betreffen:
2021
2020
Debiteuren
3.267
2.085
Vorderingen Werk en inkomen
1.230
1.188
Voorziening dubieuze debiteuren
-1.105
-1.081
Totaal
3.392
2.192
Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
2021
2020
BNG Bank N.V.
69
357
Rabobank Oosterschelde
11
20
Rabobank (jeugd-en jongerenwerk)
21
19
Totaal
101
396
BNG Bank N.V.
Vanaf 1 januari 2019 is een nieuwe financieringsovereenkomst van kracht geworden. De kredietlimiet is
aangepast van € 5,5 miljoen naar € 1,0 miljoen en daarnaast is de intradaglimiet ingevoerd. Deze maakt het
mogelijk om dagelijks, tot een overeengekomen bedrag (€ 4,5 miljoen), de kredietlimiet te overschrijden. De
intradaglimiet moet voor het eind van de dag weer zijn aangevuld tot de kredietlimiet.
Overlopende activa
Het verloop van de van het Rijk nog te ontvangen bedragen, die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen
met een specifiek bestedingsdoel, is als volgt:
Reclas-
Toevoe
Ontvange
Saldo
Saldo
-
n
Saldo
1-1-
sificati
1-1-
31-12-
2021
e
2021
ging
bedragen
2021
Stimulering Sport (vaststelling 2019)
0
61
61
0
61
0
Stimulering Sport (vaststelling 2020)
0
0
0
26
0
26
Controle coronatoegangsbewijzen
0
0
0
16
0
16
Kwijtschelding gem. belastingen
toeslagenaffaire
0
0
0
9
0
9
ZonMW
0
0
0
10
0
10
IJsbanen en zwembaden
0
0
0
115
115
0
Totaal
0
61
61
176
176
61
Het verloop van de van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen bedragen, die ontstaan door
voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, is als volgt:
Saldo
Reclas-
Saldo
Toevoe-
Ontvangen
Saldo
1-1-
2021
sificatie
1-1-2021
ging
bedragen
31-12-2021
Herstructurering Paasdijkweg Poortvliet
45
0
45
0
0
45
Stimulering Sport (vaststelling 2019)
61
-61
0
0
0
0
Regio Deal
8
0
8
0
0
8
Totaal
114
-61
53
0
0
53
De overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2021
2020
Nog te ontvangen bedragen
542
154
Vooruitbetaalde bedragen
342
253
Totaal
884
407
Eigen vermogen
Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:
2021
2020
Algemene reserve
22.640
18.865
Bestemmingsreserves
927
2.514
Gerealiseerd resultaat
2.468
1.635
Totaal
26.035
23.014
Het verloop wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven:
Saldo
Toevoe-
Onttrek-
Bestemm.
Vermind.
Saldo
1-1-2021
ging
king
resultaat
ter dekking
31-12-2021
v.j.
afschr.
Algemeen vrij besteedbaar
3.061
789
776
1.635
0
4.709
Alg. niet vrij besteedbaar
15.804
2.599
471
0
0
17.932
Bouwgrondexploitatie
1.640
0
1.640
0
0
0
Stimuleringsfonds samenl.
159
0
49
0
0
110
Rekenkamercommissie
25
7
0
0
0
32
Studiefaciliteiten
309
57
0
0
0
366
Flankerend pers.beleid
48
25
15
0
0
58
ISV
178
0
11
0
0
167
Buitensportactiviteiten
155
40
2
0
0
193
Gerealiseerde resultaat
1.635
2.468
0
-1.635
0
2.468
23.014
5.985
2.964
0
0
26.035
De algemene reserve vrij besteedbaar dient ter dekking van incidentele lasten, waarvoor geen
bestemmingsreserve is gevormd. Gedurende 2021 is € 789.000 op basis van raadsbesluiten toegevoegd en
€ 776.000 op basis van raadsbesluiten onttrokken. Verder is € 1.635.000 op basis van resultaatbestemming
toegevoegd.
De algemene reserve niet vrij besteedbaar is hoofdzakelijk bestemd voor de afdekking van risico’s en maakt
onderdeel uit van het weerstandsvermogen (bufferfunctie). Gedurende 2021 is € 2.599.000 op basis van
raadsbesluiten toegevoegd en € 471.000 op basis van raadsbesluiten onttrokken.
De reserve bouwgrondexploitatie is bestemd voor de afdekking van risico’s en maakt onderdeel uit van het
weerstandsvermogen (bufferfunctie). Op basis van het raadsbesluit d.d. 9 december 2021 is de reserve
opgeheven en is het saldo (€ 1.640.000) overgeheveld naar de algemene reserve niet vrij besteedbaar.
De reserve stimuleringsfonds samenleving dient ter dekking van incidentele lasten voor waardevolle initiatieven
vanuit de samenleving op diverse beleidsterreinen. Gedurende 2021 is op basis van het raadsbesluit d.d.
11 november 2021 (systeembesluit) € 49.000 onttrokken.
De reserve rekenkamercommissie houdt verband met de dekking van lasten voor onderzoeken door de
rekenkamercommissie. Gedurende 2021 is € 6.500 op basis van de primaire begroting toegevoegd. Er hebben
geen onttrekkingen plaatsgevonden.
De reserve studiefaciliteiten dient ter egalisatie van de lasten voor studiefaciliteiten. Gedurende 2021 is op basis
van het raadsbesluit d.d. 11 november 2021 (systeembesluit) € 57.000 toegevoegd. Er hebben geen
onttrekkingen plaatsgevonden.
De reserve flankerend personeelsbeleid dient ter dekking van lasten met betrekking tot formatieve knelpunten.
Gedurende 2021 is op basis van de primaire begroting € 25.000 toegevoegd en € 15.000 onttrokken.
De reserve ISV dient ter dekking van lasten in het kader van stedelijke vernieuwing. Gedurende 2021 is € 11.000
op basis van het raadsbesluit d.d. 17 juni 2021 onttrokken.
De reserve buitensportactiviteiten dient ter dekking van lasten voor vervanging / renovatie van de sportvelden,
inclusief ballenvangers, doelpalen en hekwerken. Gedurende 2021 is op basis van de primaire begroting € 40.000
toegevoegd en is op basis van het raadsbesluit d.d. 11 november 2021 € 2.400 onttrokken.
Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Toevoe
Vrij
Aanwen
Saldo
-
-
-
Saldo
1-1-
31-12-
2021
ging
val
ding
2021
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s
Wachtgelden vml. wethouders
104
0
0
33
71
Pensioenen (vml.) wethouders
3.125
0
102
76
2.947
Deelneming Gem. Tholen, Grondexploitatie Tholen Stad
B.V.
2.074
0
0
2.074
0
Precariobelasting
1.400
350
0
0
1.750
6.703
350
102
2.183
4.768
Egalisatievoorzieningen
Groot onderhoud havens
384
54
0
3
435
Groot onderhoud wegen
906
718
0
393
1.231
Groot onderhoud openbare verlichting
88
120
0
124
84
Groot onderhoud gebouwen
468
453
0
528
393
1.846
1.345
0
1.048
2.143
Voorziening voor toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven
Riolering
1.529
1.078
0
1.149
1.458
1.529
1.078
0
1.149
1.458
Beklemde middelen van derden met een specifieke aanwendingsrichting
Afvalstoffenheffing
463
0
0
67
396
Begraafplaatsrechten
80
138
0
0
218
Rioolheffing
306
49
0
0
355
Legaat mevrouw Vercouteren
22
0
0
0
22
871
187
0
67
991
10.949
2.960
102
4.447
9.360
De voorziening voor wachtgelden houdt verband met het vertrek van diverse wethouders en dient voor de
afdekking van de wachtgeldverplichtingen. Gedurende 2021 is € 33.000 aangewend.
De voorziening voor pensioenen houdt verband met de pensioenrechten van (gewezen) wethouders en is
gevormd voor de afdekking van deze pensioenverplichtingen. De contante waarde is bepaald op basis van een
actuariële berekening, welke is opgesteld door een externe deskundige. Er is rekening gehouden met een rente
van 0,528%. Verder is rekening gehouden met sterfte (sterftetafel GBM/GBV 10-15). In 2021 is € 76.000
aangewend voor reeds ingegane pensioenen. Verder heeft een vrijval plaatsgevonden van € 102.000 als gevolg
van de gestegen rente.
De voorziening deelneming Gem. Tholen, Grondexploitatie Tholen Stad B.V. is gevormd voor het negatief eigen
vermogen van deze deelneming. De aanzuivering van het eigen vermogen heeft eind 2021 plaatsgevonden.
De voorziening precariobelasting houdt verband met de lopende procedure tussen de gemeente Hulst en Enduris
over de aanslag 2016 en dient voor de afdekking van verplichtingen uit hoofde van deze procedure. De gemeente
Tholen en Enduris conformeren zich aan de uitkomst. Gedurende 2021 is het deel van de opbrengst waarover
discussie bestaat, circa € 350.000 van totale opbrengst van € 372.000, toegevoegd aan de voorziening.
De voorzieningen voor groot onderhoud aan havens, wegen, openbare verlichting en gebouwen houden verband
met kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, terwijl het maken van deze kosten zijn
oorsprong vindt in het begrotingsjaar of daarvoor. De voorzieningen strekken tot gelijkmatige verdeling van lasten
over een aantal begrotingsjaren. Gedurende 2021 is op grond van de actuele beheerplannen in totaal
€ 1.345.000 aan deze voorzieningen toegevoegd. Er is voor € 1.048.000 aan groot onderhoud uitgevoerd.
De voorziening riolering is gevormd voor vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter
bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven. De storting op grond van het Gemeentelijk Rioleringsplan
(GRP) bedroeg in 2021 € 1.078.000 (11.000 aansluitingen x € 98 spaarcomponent). Vanuit de voorziening is in
totaal € 1.149.000 in mindering gebracht op in het boekjaar gepleegde vervangingsinvesteringen.
De voorziening voor afvalstoffenheffing houdt verband met de in eerdere jaren uit afvalstoffenheffing verkregen
middelen die ultimo boekjaar nog niet zijn besteed. Deze middelen dienen specifiek aan de reiniging besteed te
worden. In 2021 is een bedrag van € 67.000 aangewend.
De voorziening voor begraafplaatsrechten houdt verband met de uit begraafplaatsrechten verkregen middelen die
ultimo boekjaar nog niet zijn besteed. Deze middelen dienen specifiek aan de begraafplaatsen besteed te
worden. In 2021 is € 138.000 toegevoegd aan de voorziening.
De voorziening voor rioolheffing houdt verband met de uit rioolheffing verkregen middelen die ultimo boekjaar nog
niet zijn besteed. Aangezien de voorziening onderhoud (artikel 44, lid 1c BBV) in het GRP onvoldoende is
onderbouwd, zijn deze gelden niet in een reserve maar ook in de voorziening riolering ex artikel 44, lid 2 BBV
opgenomen. In 2021 is € 49.000 toegevoegd aan de voorziening.
De voorziening legaat mevrouw Vercouteren houdt verband met verkregen middelen uit een legaat die specifiek
besteed moeten worden (1) voor het onderhoud van het carillon in het oude stadhuis te Tholen, (2) voor het
geven van carillon-concerten en (3) ter bevordering van het geven van klassieke muziekuitvoeringen in het oude
stadhuis te Tholen. Er hebben in 2021 geen mutaties plaatsgevonden.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de onderhandse leningen over het jaar 2021.
Saldo
Vermeer-
Aflos-
Saldo
1-1-2020
dering
sing
31-12-2021
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
53.990
10.000
4.137
59.853
Totaal
53.990
10.000
4.137
59.853
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
Voor een gedetailleerd overzicht van de leningenportefeuille bij binnenlandse banken wordt verwezen naar de
paragraaf Financiering. De totale rentelasten over 2021 bedragen afgerond € 1.233.000.
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Overige schulden
Dit betreft de schuld aan crediteuren.
Overlopende passiva
De nog te betalen bedragen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2021
2020
Rente langlopende leningen
459
446
CAO-verplichtingen
231
0
Loonheffing
800
*0
BTW
359
714
Overige nog te betalen bedragen
997
788
Totaal
2.846
1.948
* De af te dragen loonheffing was ultimo 2020 opgenomen onder de netto vlottende schulden (crediteuren).
Het verloop van de van het Rijk ontvangen, maar nog niet bestede voorschotbedragen is als volgt:
Saldo
Toevoe-
Vrijval
Terug-
Saldo
1-1-2021
ging
betaling
31-12-2021
Extern advies warmtetransitie
17
0
17
0
0
ZonMw
29
0
5
0
24
Onderwijsachterstandenbeleid
317
784
683
0
418
Ondersteuning toezichts- en handhavingstaken
0
102
94
0
8
TOZO
4.210
1.579
561
4.210
1.018
Stimulering verkeersmaatregelen
200
0
29
0
171
Hulp gedupeerden toeslagenproblematiek
18
10
16
0
12
RREW
0
125
93
0
32
Stimulering sport
0
348
121
0
227
Sportakkoord
0
85
40
0
45
COVID-19 vertragingen onderwijs
0
75
0
0
75
Totaal
4.791
3.108
1.659
4.210
2.030
Het verloop van de van overige Nederlandse overheidslichamen ontvangen, maar nog niet bestede
voorschotbedragen is als volgt:
Saldo
Toevoe-
Vrijval
Terug-
Saldo
1-1-2021
ging
betaling
31-12-2021
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 3
52
0
0
0
52
Entreepunt Nationaal Park Oosterschelde
0
64
20
0
44
Carpool app
0
12
5
0
7
Totaal
52
76
25
0
103
De overige vooruitontvangen bedragen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2021
2020
Garanties
137
149
Vooruitontvangen grond- en erfpachtopbrengsten
22
11
Overige vooruitontvangen bedragen
29
20
Totaal
188
180
Niet uit de balans blijkende verplichtingen en rechten
Hieronder volgt allereerst een opsomming van de belangrijkste niet uit de balans blijkende verplichtingen:
Borg- en garantstellingen
De buiten de balanstelling opgenomen borg- en garantstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Percent
Geldnemer
Aard/omschrijving
Oorspr.
.
Saldo
Saldo
bedrag
1-1-
31-12-
(100%)
2021
2021
Financiering
De Schutse
zorginstelling
5.680
100%
5.680
5.450
Stadlander Vastgoed B.V.
Financiering dorpshuis
2.389
100%
2.200
2.180
Waarborgfonds sociale
woningbouw
Achtervang
13.997
50%
4.896
4.640
Totaal
12.776
12.270
In 2021 zijn we niet aangesproken op verleende borg- en garantstellingen.
Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume
De omvang van de verplichting voor vakantiedagen bedraagt per 31 december circa € 589.000.
Huur- en leaseverplichtingen
Contract
Looptijd contract
Contract-
Totale
Restwaarde
waarde 2021
contract-
31-12-2021
waarde
Huur leaseapparatuur
01-10-2019 –
288.000
*952.000
*952.000
onbepaald
Huur Vossenkuil Oud-
01-01-2008 - 31-12-
167.000
8.375.000
7.129.000
Vossemeer
2057
Huur Sassegrave
01-07-2014 - 30-06-
137.000
6.857.000
6.049.000
Scherpenisse
2064
Totaal
14.131.000
* uitgegaan van een looptijd van 4 jaar
Inkoopverplichtingen
In artikel 53 van Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is onder a opgenomen dat
de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen waaraan de gemeente voor toekomstige
jaren is verbonden in de toelichting op de balans worden vermeld. Verder heeft de commissie BBV de stellige
uitspraak gedaan dat meerjarige inkoopcontracten, die zouden moeten voldoen aan Europese regels, in de
toelichting op de jaarrekening bij de ‘niet uit de balans blijkende verplichtingen’ opgenomen moeten worden.
Voor de bepaling welke financiële verplichtingen moeten worden opgenomen, is aangesloten bij de
drempelwaarde voor Europees aanbesteden voor diensten en leveringen voor 2021. Deze bedroeg € 214.000.
Contract
Einddatum contract
Geschatte restwaarde
31-12-2021
Afvalinzameling
Onbepaalde tijd
*5.440.000
Beheer en onderhoud
31-dec-2027
897.000
sportvelden
Openbare verlichting
01-mei-2024
684.000
Onkruidbestrijding
31-dec-2023
530.000
Software (iBurgerzaken)
31-dec-2025
374.000
Elektriciteit
31-dec-2022
360.000
Payroll dienstverlening
31-dec-2022
355.000
Peuteropvang
31-dec-2022
350.000
Software (iFinanciën)
31-dec-2025
296.000
Maatschappelijk werk
31-dec-2022
238.000
Gas
31-dec-2022
212.000
Jaarrekeningcontrole
31-dec-2024
195.000
Software (Zaaksysteem)
31-dec-2024
140.000
Maaien ruw gras
31-dec-2022
121.000
Kolkenreiniging
31-dec-2022
120.000
Brandverzekering
31-dec-2022
108.000
Waterlopen
31-dec-2022
72.000
Totaal
10.491.000
* uitgegaan van een looptijd van 4 jaar
Investeringsverplichtingen
Op 31 december 2021 resteert een bedrag aan investeringskredieten van € 12,7 miljoen. Het grootste deel van
dit bedrag heeft betrekking op de realisatie van de Brede school Sint Maartensdijk (5,8 miljoen), de renovatie van
het zwembad in Sint Maartensdijk (1,4 miljoen), de renovatie van BBS Rehoboth te Stavenisse (0,8 miljoen) en
de realisatie van een gymnastieklokaal te Stavenisse (0,8 miljoen). De nog te ontvangen bijdragen van derden
met betrekking tot de investeringskredieten bedragen per jaareinde € 0,5 miljoen (waarvan Brede school Tholen:
€ 0,4 miljoen).
Op 31 december 2021 zijn er twee lopende verplichtingen welke in 2021 zijn aangegaan, maar hun uitwerking in
2022 of later hebben:
Sloop scholenbouw Sint-Maartensdijk: € 60.000;
Nieuwbouw scholenbouw Sint-Maartensdijk: € 75.000.
Hieronder worden de belangrijkste niet uit de balans blijkende rechten toegelicht:
Recht op verliescompensatie vennootschapsbelasting
De gemeente heeft ultimo 2021 geen recht (meer) op verliescompensatie krachtens de Wet op de
vennootschapsbelasting 1969.
Overige niet uit de balans blijkende rechten
De gemeente heeft in het kader van faciliterend grondbeleid met diverse ontwikkelaars
samenwerkingsovereenkomsten afgesloten. Het deel van de overeenkomst waarvoor de verhaalbare kosten nog
niet feitelijk zijn gerealiseerd, leidt tot een ’niet in de balans opgenomen recht’. Dit speelt met name bij Luysterrijk
te Sint Philipsland. De fee van de Gemeente voor het uitvoeren van alle opdrachten als bedoeld in artikel 8.1 van
de SOK (voorbereiding en toezicht) bedraagt circa € 41.000