Paragraaf grondbeleid
Gemeentelijk grondbeleid
Het
gemeentelijke
grondbeleid
dient
als
ondersteuning
voor
onder
meer
de
beleidsvelden
ruimtelijke
ordening en wonen. Het voeren van een goed en consistent grondbeleid helpt bij het verwezenlijken van de
doelstellingen die op het gebied van die beleidsvelden zijn geformuleerd. Het grondbeleid is vastgelegd in de
volgende stukken:
1.
Nota Grondbeleid 2017-2020 (vastgesteld op 24 januari 2017).
2.
Nota Prijsbeleid 2019 (vastgesteld op 29 januari 2019).
3.
De Meerjarenprognose Grondexploitatie (wordt jaarlijks vastgesteld).
Ad 1
Nota Grondbeleid 2017-2020
In de ‘Nota Grondbeleid 2017-2020’ is het grondbeleid voor de genoemde periode vastgelegd. In de
Nota wordt ingegaan op de strategie van de gemeente ten aanzien van het grondbeleid. De Nota
sluit aan bij de geldende wet- en regelgeving en is afgestemd op de ‘Structuurvisie kernen en
bedrijventerreinen’
en
de
‘Structuurvisie
buitengebied’.
In
de
Nota
staat
beschreven
welke
strategische keuzes er door de raad zijn gemaakt en welk grondbeleid de gemeente voorstaat om
haar doelstellingen te verwezenlijken, en welke risico’s hieraan zijn verbonden.
Er wordt nadrukkelijk ingezet op samenwerking. Voorts wordt ingezet op situationeel grondbeleid.
Hiermee wordt bedoeld dat per situatie wordt bekeken op welke wijze de gemeentelijke belangen het
beste kunnen worden gediend. De Nota schetst de kaders voor een goede financiële beheersing van
de grondgebruiksportefeuille. In dit kader
is een koppeling gelegd met de Meerjarenprognose
Grondexploitatie.
Er wordt gewerkt aan een Nota Grondbeleid 2022 – 2025. Vaststelling hiervan wordt voorzien in het
tweede
kwartaal
van
2022.
In
deze
nota
zal
ook
worden
ingegaan
op
aspecten
uit
de
Omgevingswet. Over een aantal essentiële punten (kostenverhaal) is nog onvoldoende duidelijkheid.
Ad 2
Nota Prijsbeleid 2019
Het prijsbeleid is neergelegd in de ‘Nota Prijsbeleid 2019’. Deze Nota geeft inzicht in de manier
waarop de verkoopprijzen voor bouwgrond worden bepaald. Het prijsbeleid is gebaseerd op een
uitgevoerde
analyse
van
de
waarde
van
kavels
die
geschikt
zijn
voor
woningbouw
of
bedrijfsvestiging.
Op
basis
van
deze
analyse
is
de
bandbreedte
bepaald
waartussen
de
woningbouwkavels worden gewaardeerd. Op deze manier is gegarandeerd dat de gemeente kavels
blijft aanbieden tegen een marktconforme prijs.
Waarderingsmethode woningbouwgrond
Uitgangspunt
voor
het
prijsbeleid
voor
woningbouwgrond
is,
dat
bij
de
vaststelling
van
de
uitgifteprijzen
wordt
uitgegaan
van
de
marktwaarde
van
de
grond
per
complex
binnen
het
grondbedrijf. Deze waarde is vastgesteld op basis van extern uitgevoerde analyses, waarbij gekeken
is naar de prijsontwikkeling aan de hand van verkooptransacties in het verleden. Op basis van deze
analyse zijn rekenprijzen in de exploitaties vastgesteld. Binnen de rekenprijs wordt een bandbreedte
aangehouden.
De variatie ten opzichte van de rekenprijs is afhankelijk van:
1. de desbetreffende locatie binnen de gemeente;
2. de liggingsfactoren van de kavels binnen een plangebied;
3. de in de exploitaties opgenomen rekenprijzen vormen de onderkant van de bandbreedte.
Waarderingsmethode bedrijventerreinen
Voor
het
prijsbeleid
voor
gronden
op
de
gemeentelijke
bedrijventerreinen
geldt
dat
de
Reimerswaalse bouwgrondprijzen zijn afgezet tegen verschillende andere vergelijkbare terreinen in
Zeeland
en
een
deel
van
Noord-Brabant
(Roosendaal,
Steenbergen,
Woensdrecht).
Uit
dat
onderzoek
blijkt
dat
het
prijsniveau
voor
wat
betreft
de
vierde
fase
van
het
bedrijventerrein
‘Olzendepolder’ in Yerseke aansluit bij de markt. Voor wat betreft bedrijventerrein ‘De Poort’ in
Rilland is gebleken dat dit terrein in vergelijking met andere terreinen te hoog was geprijsd. Hierop
heeft een correctie plaatsgevonden.
Grondprijsbrief
Jaarlijks
wordt
een
zogenoemde
Grondprijsbrief
vastgesteld
op basis
van
de op
dat
moment
geldende Nota Prijsbeleid. Die grondprijsbrief geldt als prijslijst voor de door de gemeente uit te
geven gronden. Op 11 december 2020 heeft het college de ‘Grondprijsbrief 2021’ vastgesteld. Deze
gold vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. Op 19 november 2021 heeft het college de
‘Grondprijsbrief 2022’ vastgesteld. Deze geldt vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.
Ad 3
Meerjarenprognose Grondexploitatie
De
Meerjarenprognose
Grondexploitatie
(hierna:
MPG)
geeft
een
integraal
financieel
beeld,
waarmee nieuwe investeringsbeslissingen of nieuw beleid op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling
kunnen worden afgewogen. Het vormt daarmee het kader voor de besluitvorming waaraan financiële
consequenties ten aanzien van de grondbedrijfsfunctie verbonden zijn. In de MPG is de meest
actuele stand van zaken opgenomen. De peildatum van een MPG is steeds 1 januari van het
lopende jaar. Een belangrijk onderdeel van de MPG is de risicoanalyse. De MPG geeft inzicht in de
ontwikkelingen binnen de grondexploitaties. Per project is een risicoanalyse opgenomen.
De gemeenteraad heeft op 29 juni 2021 de MPG 2021 vastgesteld. Met de vaststelling daarvan is de
stand
van
zaken
per
1
januari
2021
vastgelegd
van
de
individuele
activiteiten
en
projecten,
gebaseerd
op
geactualiseerde
exploitatieberekeningen,
en
zijn
de
daarin
voorgestelde
beheersmaatregelen (zoals het treffen van een voorziening voor verlieslatende complexen en het
afdekken van de risico’s binnen de grondbedrijfsfunctie) bekrachtigd. De MPG 2022 zal in het eerste
halfjaar 2022 worden vastgesteld, waarmee de stand van zaken per 1 januari 2022 is vastgelegd.
Bouwgrond voor woningbouw
In het najaar van 2019 is de ‘Woonvisie De Bevelanden 2019-2023’ vastgesteld en in april 2020 volgde de
vaststelling
van
de
‘Woonvisie
gemeente
Reimerswaal’.
Ook
zijn
in
het
jaar
2020
de
regionale
woningmarktafspraken hernieuwd. In de regionale woonvisie is de prognose op het gebied van wonen
beschreven. In de gemeentelijke woonvisie is vastgelegd wat deze prognose betekent voor de gemeente
Reimerswaal.
De
huidige
woningvoorraad
is
in
beeld
gebracht.
De
thema’s
wonen-zorg
en
wonen-
duurzaamheid zijn nader beschreven.
In de regionale woonvisie is voor de Bevelandse gemeenten een bandbreedte vastgesteld en zijn er
uitspraken gedaan over benodigde woningtypen en woonmilieus in de periode 2019 tot 2023. In de regionale
woningmarktafspraken zijn de afspraken over nieuwbouw verder uitgewerkt en vastgelegd. Het doel hiervan
is om de komende jaren woningen te bouwen die kwantitatief en kwalitatief complementair zijn aan de
bestaande
woningvoorraad.
De
woningmarktafspraken
worden
jaarlijks
gemonitord
en
tussentijds
geëvalueerd.
Op die manier wordt ernaar gestreefd een complete woningvoorraad te verkrijgen die aansluit bij de
toekomstige behoeften van de inwoners. Daarnaast is een uitvoeringsprogramma opgesteld om gezamenlijk
te werken aan de verbetering van de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad.
Afstemming met woonbeleid
Reimerswaal
is
een
actieve
gemeente
met
relatief
veel
grondexploitaties
in
de
uitvoeringsfase.
De
marktontwikkelingen, evenals de demografische ontwikkelingen, hebben gevolgen voor de manier waarop
plannen kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast is er in de ‘Structuurvisie kernen en bedrijventerreinen’ door
de raad een duidelijke keuze gemaakt qua prioritering. Dit sluit aan bij de landelijke wetgeving (Ladder voor
Duurzame Verstedelijking, neergelegd in art. 3.1.6. lid 2, van het Besluit ruimtelijke ordening). Woningbouw
moet volgens de gemeenteraad in de volgende rangorde plaatsvinden:
herstructurering;
inbreiding;
uitbreiding.
Het daadwerkelijk invulling geven aan deze volgorde is een uitdaging, vooral omdat het merendeel van de
gemeentelijke exploitatieplannen uitbreidingsplannen betreft.
Gemeentelijke bouwgronduitgifte
De gemeente Reimerswaal heeft gedurende een lange tijd een relatief grote bouwgrondproductie gehad in
de vorm van vrijstaande en half vrijstaande woningen op meestal ruime vrije kavels. Het streven was erop
gericht om in vrijwel iedere kern als gemeente zelf bouwgrond aan te kunnen bieden voor de bouw van
woningen. Zonder twijfel is er nog steeds een groep mensen die de wens heeft om een ‘eigen’ huis te
bouwen op een ‘eigen’ vrije kavel, maar de bouwkavels die de gemeente zelf uit kan geven zijn schaars
geworden. In 2021 is begonnen met de uitgifte van kavels in het tweede deel van de 3e fase van de
woonwijk ‘Steehof’ in Yerseke. Slechts enkele kavels zijn nog niet verkocht, maar gereserveerd.
Verwacht wordt dat ook deze kavels in 2022 allemaal verkocht zullen worden. Daarnaast is eind oktober
2021 de inschrijving voor kavels in het plan Rozeboom IV in Krabbendijke gesloten. De beschikbare kavels
worden in 2022 naar verwachting allemaal uitgegeven.
De doelstelling van de gemeente is enerzijds gericht op het verkopen van de beschikbare gronden binnen
de uitbreidingsplannen en anderzijds op het (her)ontwikkelen van locaties binnen het bestaand bebouwd
gebied. Die herontwikkeling vindt plaats in samenspraak met marktpartijen. De komende jaren zijn er
voldoende
inbreidingslocaties
voorhanden.
Voorbeelden
daarvan
zijn
de
projectlocaties
‘Vredelust’
in
Yerseke en ‘Kelders’ en ‘Veilingterrein’ in Krabbendijke.
Om de woningbouw in onze gemeente te versnellen, wordt gewerkt aan de uitvoering van het door de
gemeenteraad
op
25
januari
2022
aangenomen
plan
‘sneller
woonwensen
vervullen’.
Rapportage
hieromtrent zal – naast opname ervan in de bestuursrapportage – periodiek aan de raad plaatsvinden.
Toevoegingen aan woningmarkt gericht op doorstroming
De demografische ontwikkeling (vergrijzing) zorgt ervoor dat de kwalitatieve vraag naar woningen verandert.
Er is meer vraag naar levensloopbestendige woningen. Het realiseren van levensloopbestendige woningen
brengt bovendien doorstroming op de woningmarkt. Dit besef is van belang voor het in stand houden van
een solide grondbedrijf, omdat dit ook gevolgen heeft voor de locatie en de grootte van de bouwkavels die
door de gemeente worden uitgegeven.
Bouwgrond voor bedrijfsvestiging
Het kunnen aanbieden van bedrijfskavels blijft voor de gemeente Reimerswaal van groot belang. Met het
aanleggen van terreinen voor bedrijfsvestiging zijn aanzienlijke financiële risico’s gemoeid. Bij het aanleggen
van bedrijventerreinen moeten immers veel kosten worden gemaakt voordat de uitgifte kan beginnen.
In het jaar 2021 zijn de laatste percelen op de gemeentelijke bedrijventerreinen ‘Olzendepolder’ in Yerseke
en ‘De Poort’ in Rilland uitgegeven.
Olzendepolder
De uitgifte van bedrijventerreinen bleef in de jaren 2015 tot en met 2017 achter bij de in de MPG
gehanteerde prognose van 2 hectare per jaar. In het boekjaar 2017 is het eerste deel van de 4e fase van het
bedrijventerrein ‘Olzendepolder’ in Yerseke bouwrijp gemaakt. In de loop van 2017 is de vraag naar kavels
op het bedrijventerrein ‘Olzendepolder’ in Yerseke flink aangetrokken, hetgeen heeft geresulteerd in een
grotere omzet in grond dan voor dat bedrijventerrein was geraamd. Per 31 december 2021 zijn alle percelen
verkocht waardoor er op ‘Olzendepolder’ geen grond meer beschikbaar is.
De Poort
Voor het in 2014 bouwrijp gemaakte eerste deel van de 3e fase van het bedrijventerrein ‘De Poort’ in Rilland
viel de belangstelling sterk tegen. Er is in 2018 gericht actie ondernomen om het tij te keren, door de
uitgifteprijs
aan
te
passen,
de
acquisitieactiviteiten
te
intensiveren
en
een
start
te
maken
met
de
revitalisering van het bestaande deel van het terrein. De uitgifteprijs is verlaagd van € 115,00/m² naar
€ 105,00/m². De genoemde maatregelen hebben geresulteerd in een toenemende
belangstelling voor
kavels. In het jaar 2020 is
de belangstelling aangetrokken en in dat jaar en in 2021 zijn in vlot tempo alle
beschikbare kavels verkocht.
Organisatie grondbedrijf
Op
het
organisatorische
vlak
zijn
tussen
de
3
betrokken
afdelingen
Financiën,
Gemeentewerken
en
Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling afspraken gemaakt over de opzet van het grondbedrijf en over de
onderlinge verdeling van de taken. De coördinatie van alle werkzaamheden die noodzakelijk is voor het
reilen en zeilen van de gemeentelijke bouwgrondexploitatie is opgedragen aan de afdeling Ruimtelijke en
Economische Ontwikkeling.
Verwachte eindresultaten bouwgrondexploitatie
In de MPG 2022 zijn, op basis van geactualiseerde exploitatieberekeningen, de financiële consequenties
van
alle
projecten
binnen
de
grondbedrijfsfunctie
vertaald
in
een
meerjarige
staat
van
reserves
en
voorzieningen binnen het grondbedrijf. De peildatum is 1 januari 2022. De getallen sluiten aan op de
eindstand per 31 december 2021 zoals deze in de jaarrekening 2021 worden vermeld.
Uitgangspunten exploitatieopzetten
Bij de herziening van de grondexploitaties zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Er wordt gebruik gemaakt van zogenoemde ‘rekenprijzen’ in de grondexploitatiecomplexen (en niet van
de verkoopprijzen die jaarlijks in de Grondprijsbrief worden vastgelegd):
o
voor de kernen Oostdijk en Hansweert is een rekenprijs aangehouden van € 160,00/m² (woningbouw)
en voor de overige kernen € 195,00/m²;
o
voor bedrijventerreinen wordt een rekenprijs gehanteerd van € 100,00/m². In 2021 zijn de laatste
percelen verkocht. Vanaf 2022 is er geen voorraad meer aanwezig binnen grondexploitaties.
De volgende parameters worden gehanteerd:
o
indexering kosten: er is gerekend met een indexering op de kosten van 2% gedurende de gehele
looptijd van het complex;
o
o
o
indexering opbrengsten: er is geen indexering toegepast;
de rentevoet over de volledige looptijd van het complex is 1,58%;
disconteringsvoet is 2,00%.
Bovengenoemde uitgangspunten zijn verwerkt in de eindresultaten. Het gevolg van de integrale herziening
van de complexen heeft onder meer geleid tot een reëler beeld van de huidige financiële en economische
situatie binnen de grondbedrijfsfunctie. De onderstaande tabel bevat een vergelijking van de verwachte
eindresultaten van de bouwgrondexploitaties op grond van de jaarrekeningen 2020 en 2021. In beide
gevallen worden de verwachte eindresultaten van de exploitaties per 31 december gepresenteerd. Het
overzicht in de tabel heeft betrekking op de complexen voor woningbouw en bedrijventerreinen die nog
onderhanden (in ontwikkeling) zijn.
Overzicht verwachte eindresultatenbouwgrondReimerswaal(in€) per 31-12-2021
Complex
Boekwaarde
Eind Eindwaarde per Eindwaarde per
Contante waar-
Contante waar-
per 31-12-2021
jaar
31-12-2021 van
31-12-2020 van
de per 31-12-
de per 31-12-
hetverwachte
hetverwachte
2021 van het
2020 van het
resultaat
resultaat
verwachte
verwachte
resultaat
resultaat
- voor bedragenbetekent voordelig
Particulier
ComplexSteehof,Yerseke
0 2021
0
-17.298
0
-18.736
ComplexDorpszicht,Waarde
0 2021
0
-40.320
0
-40.132
ComplexWerfkampen,Rilland
0 2021
0
-22.862
0
-21.800
ComplexKanaalarm,Hansweert
-185.130 2022
-27.996
-46.778
-26.648
-43.921
ComplexZandweg,Kruiningen
0 2021
0
-29.896
0
-28.558
ComplexTramper II,Hansweert
-575.341 2023
-217.230
-272.451
-209.397
-258.572
ComplexSteehofIII,Yerseke
90.887 2025
-197.360
-363.770
-187.010
-343.690
ComplexRozeboom IV,Krabbendijke
974.892 2026
-636.503
-710.153
-591.659
-644.704
Subtotaal
305.307
-1.079.089
-1.503.527
-1.014.714
-1.400.113
Bedrijven
ComplexOlzendepolder-Molendijk,Yerseke
-3.340.080 2024
-515.753
-908.066
-487.563
-824.610
ComplexDe PoortIII,Rilland
-1.170.885 2023
-280.668
-2.061.779
-269.502
-1.854.968
Totaalbedrijven
-4.510.965
-796.420
-2.969.845
-757.065
-2.679.579
Totalen
-4.205.658
-1.875.509
-4.473.373
-1.771.778
-4.079.691
Overzicht van tussentijdse winstnemingen
De winstneming over het jaar 2021 is berekend conform de ‘Notitie grondbeleid in begroting en jaarstukken
2019’.
Deze
is
vastgelegd
in
de
financiële
beheersverordening.
De
onderstaande
tussentijdse
winstnemingen zijn verwerkt in de boekwaarden per 31 december 2021:
1.
Complex Kanaalarm:
30.000
2.
Complex Tramper II:
70.000
3.
Complex Steehof III:
200.000
4.
Complex de Poort III:
€ 1.960.000
€ 2.260.000
Overzicht van afwikkeling complexen
Naast de tussentijdse winstnemingen zijn er een 4-tal complexen afgewikkeld met de volgende positieve
resultaten:
Complex Steehof:
118.000
Complex Dorpszicht:
65.000
Complex Werfkampen:
105.000
Complex Zandweg:
€ 48.000
336.000
Overige mutaties van invloed op reserves binnen de grondexploitaties
Nagekomen lasten Schelpjes
€ -/-
1.000
Rente over immateriële vaste activa (Veilingterrein, Gasfabriekterrein Krabbendijke)
€ -/-
40.000
Fiscale advisering VPB
€ -/- 16.000
€ -/-
57.000
In 2021 is de nabetaling van Kruseveer afgewikkeld en zijn de werkzaamheden voor het voormalige complex
Nishoek afgerond. De afwikkeling van Kruseveer laat een voordeel zien van € 315.000 terwijl voor Nishoek
nog een bedrag van € 1.000 resteert. Deze bedragen worden in de algemene reserve bouwgrondexploitatie
gestort.
In de bestuursrapportage 2021 is aangegeven dat nog een bedrag van € 169.300 extra nodig is om civiele
werken voor de afronding van Kruseveer mogelijk te maken. Dit bedrag komt ten laste van de algemene
reserve bouwgrondexploitatie.
Het totale resultaat 2021 van de grondexploitaties voor bestemming bedraagt € 2.646.000. Dit resultaat is
als volgt te verdelen:
Storting tussentijdse winstnemingen 2021 in algemene reserve bouwgrondexploitatie
2.260.000
Storting voordelig saldo afwikkeling 4-tal complexen
336.000
Overige mutaties
€ -/-
57.000
Bijdrage risicoreserve bouwgrondexploitatie in exploitatie strategische gronden
€ -/-
40.000
Vrijval voorzieningen (nabetaling Kruseveer en Nishoek)
316.000
Storting in de voorziening Kruseveer
€ -/- 169.000
2.646.000
Ontwikkeling van de reserves
Reserves en voorzieningen
De mutaties in de reserves en voorzieningen hebben (buiten de jaarlijkse rentetoerekening) voornamelijk
betrekking op:
a.
Tussentijdse winstneming binnen de complexen Kanaalarm in Hansweert, Tramper II in Hansweert,
Steehof III in Yerseke en de Poort III (totaalbedrag € 2.260.000);
b.
Voordelig saldo afgesloten complexen Steehof, Dorpszicht, Werfkampen en Zandweg (€ 336.000)
c.
Overige mutaties (€ -/- 57.000);
d.
Bijdrage risicoreserve bouwgrondexploitatie tot een bedrag van € -/- 40.000;
e.
Een
storting
in
de
algemene
reserve
bouwgrondexploitatie
ten
laste
van
de
risicoreserve
bouwgrondexploitatie op basis van de jaarrekening 2020 (€ 1.863.000);
f.
Vrijval voorzieningen (€ 316.000);
g.
Storting in de voorziening (€ 169.000).
Bovenstaande
ontwikkelingen
hebben
de
volgende
effecten
voor
de
reserves
in
relatie
tot
de
bouwgrondexploitatie:
Algemene reserve bouwgrondexploitatie:
Stand 1 januari 2021
€12.401.000
Bij: storting vanuit de risicoreserve bouwgrondexploitatie
1.863.000
Bij: vrijval voorziening Kruseveer (i.v.m. nabetaling)
315.000
Bij: vrijval voorziening Nishoek
1.000
Bij: tussentijdse winstnemingen 2021
2.260.000
Bij: afwikkeling saldo complex Steehof
118.000
Bij: afwikkeling saldo complex Dorpszicht
65.000
Bij: afwikkeling saldo complex Werfkampen
105.000
Bij: afwikkeling saldo complex Zandweg
48.000
Bij: rentebijschrijving
€ 196.000
Subtotaal
€17.372.000
Af: storting in de voorziening afwikkeling afgesloten complexen tbv Kruseveer
-/-
169.000
Af: fiscale advisering Vpb
-/-
17.000
Af: rente complexen Veilingterrein/Gasfabriekterrein (immateriële vaste activa)
-/-
40.000
Af; nagekomen lasten Schelpjes
-/-
1.000
Af: deelname acquisitiegroepen 2021
-/-
€ 7.000
Stand per 31 december 2021
€17.138.000
Risicoreserve bouwgrondexploitatie:
Voor wat betreft de risico’s van de bouwgrondexploitatie wordt verwezen naar de MPG 2022.
De
op
de
projectenportefeuille
uitgevoerde
risicoanalyse
wordt
vanwege
het
voortschrijden
van
de
grondexploitaties ieder jaar geactualiseerd om de betrouwbaarheid te waarborgen. Per 31 december 2021
bedraagt de risicoreserve bouwgrondexploitatie € 519.000. Dit is de stand per 1 januari 2021, vermeerderd
met mutaties in de vorm van rentebijschrijving (+), de storting in de algemene reserve bouwgrondexploitatie
op basis van de MPG 2021 (-) en de dekking van exploitatielasten van de strategische gronden (-).
De gemeente loopt bij het uitvoeren van haar grondbeleid diverse risico’s. Deze zijn het gevolg van
langdurige
looptijd
van
plannen
en
planvorming,
inschatting
van
parameters
aan
het
begin
van
de
planperiode, marktwerking en betrokkenheid van externe partijen. Risico’s pakken niet altijd negatief uit.
Soms is er ook sprake van een positief effect indien een risico zich voordoet.
Voor een verdere verdieping in de berekening van de risico’s wordt verwezen naar de MPG 2022.
Op grond van de risicoanalyse kan de risicoreserve bouwgrondexploitatie worden verlaagd met € 50.000. Bij
de vaststelling van de MPG zal worden voorgesteld om dit bedrag te storten in de algemene reserve
bouwgrondexploitatie.
Stand per 1 januari 2021
2.384.000
Bij:
Rentebijschrijving 2021
38.000
Af::
Storting in de algemene reserve bouwgrondexploitatie
-/-
1.863.000
Af:
Bijdrage in exploitatielasten strategische gronden
-/-
€ 40.000
Stand per 31 december 2021
519.000
Benodigd berekend risico jaarrekening 2021
-/-
€ 469.000
Minder benodigd (= vrijval ten gunste van de algemene reserve bouwgrondexploitatie)
€ 50.000
Voorziening afgesloten complexen
Deze voorziening bevat middelen voor het opvangen van de kosten van nog uit te voeren werkzaamheden
binnen al afgesloten complexen. Per balansdatum is de stand als volgt:
Voorzieningen grondexploitaties2021
Complex
Stand per
Storting
2021
Vrijval
Stand per
1-1-2021
31-12-2021
31-12-2021
1
2
3
4
5
Complex Nishoek
72.005
0
70.745
1.260
0
Complex Kruseveer
1.254.745
169.300
1.005.331
315.000
103.714
Totalen
1.326.750
169.300
1.076.076
316.260
103.714
In 2021 is de nabetaling aan de Rijksoverheid van de gronden Kruseveer afgewikkeld. Er was een bedrag
van € 1.200.000 voorzien tegenover een werkelijke betaling van € 885.000. Het restantbedrag van € 315.000
is vrijgevallen ten gunste van de algemene reserve bouwgrondexploitatie. Vervolgens is bij raadsbesluit van
de Bestuursrapportage 2021 besloten € 169.300 te storten in de voorziening Kruseveer voor het realiseren
van civiele werken.
Algemeen: als de werkzaamheden binnen de geraamde bedragen zijn voltooid, wordt het vrij te vallen
bedrag toegevoegd aan de algemene reserve bouwgrondexploitatie. Mocht de voorziening niet toereikend
zijn geweest om het complex af te ronden, dan zal de algemene reserve bouwgrondexploitatie worden
aangesproken.
Gronden in erfpacht
Onderstaand overzicht heeft zowel betrekking op de uitgifte van bouwgrond voor bedrijfsvestiging als voor
woningbouw. Het totaal aan boekwaarde van de in erfpacht uitgegeven gronden bedraagt:
Bedrijventerreinen
Stand 1 januari 2021
€12.391.240
Bij:
De Poort 83, Rilland
2.440.320
De Poort 25, Rilland
672.357
De Poort 51, Rilland
€ 200.025
Stand 31 december 2021
€15.703.942
Woningbouwgronden
Stand 1 januari 2021
1.199.255
Bij:
Sloestraat 35, Hansweert
106.187
Sloestraat 37, Hansweert
105.807
Willem Drostlaan 2, Yerseke
117.675
J. Vermeerlaan (kavel 4), Yerseke € 165.578
Stand 31 december 2021
1.694.502
Ontwikkeling reserve erfpachtgronden
De exploitatielasten die betrekking hebben op de erfpachtgronden worden verrekend met de reserve
erfpachtgronden. Op basis van de algemene voorwaarden voor de uitgifte in erfpacht van woningbouwgrond
wordt de BTW door gemeente voorgefinancierd, indien de klant grond in erfpacht afneemt. Dit betekent een
extra belasting voor de reserve.
Stand 1 januari 2021
761.009
Bij:
Rente
19.025
Erfpachtvergoedingen
374.040
Ontvangen voorgefinancierde btw
0
Overige mutaties
400
Af:
Rente over boekwaarde erfpachtgronden
-/- €
339.762
Voorgefinancierde BTW
-/- €
104.002
Doorberekening salarislasten
-/- €
18.703
Overige mutaties
-/- € 23
Stand 31 december 2021
691.984
Grondverkopen
Onderstaand volgt de tabel waarin de grondverkopen zijn opgenomen over de afgelopen 10 jaar:
Omschrijving
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Woningbouw
239.990
816.664 1.069.152
644.686 2.501.412 1.852.894 1.829.522 1.081.816
240.056
2.640.140
Bedrijven-
0
0 4.426.890 1.273.726 1.882.978 1.422.485 3.613.470 2.983.790 5.131.316
7.600.983
terreinen
Totaal
239.990
816.664 5.496.042 1.918.412 4.384.390 3.275.379 5.442.992 4.065.606 5.371.372 10.241.122