UITEENZETTING FINANCIELE POSITIE EN TOELICHTING
Algemeen
De term financiële positie kan worden gedefinieerd als het vermogen van de gemeente Tholen in relatie tot de
exploitatie, met inachtneming van de risico’s. Deze term is daarom een breder begrip dan het vermogen, maar is
ook een breder begrip dan het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen richt zich namelijk alleen op de
mogelijkheden tot het opvangen van onverwachte tegenvallers. De uiteenzetting van de financiële positie maakt
duidelijk hoe de gemeente er financieel voor staat.
Financiële positie
Op grond van het BBV dient meerjarig een verplichte basisset aan financiële kengetallen opgenomen te worden.
Voor
de
kengetallen
wordt
verwezen
naar
de
paragraaf
”Weerstandsvermogen
en
risicobeheersing”.
De
kengetallen geven gezamenlijk op eenvoudige wijze inzicht in de financiële positie.
Programmabegroting 2022 en meerjarenraming 2023-2025
Op basis van de vastgestelde kadernota 2022 hebben wij de programmabegroting 2022 en de meerjarenraming
2023-2025 opgesteld. De meerjarenraming laat de volgende positieve saldi zien (bedragen x € 1.000):
Programmabegroting
2022
2023
2024
2025
Saldo
418
482
292
516
Duurzaam financieel beleid
Op basis van de huidige uitgangspunten ontstaat in 2031 een tekort van € 279.000.
Investeringen
Hieronder wordt het totaal van de investeringplanningen 2022 t/m 2025 weergegeven (bedragen x € 1.000):
2022
2023
2024
2025
Geplande investeringen
4.931
13.032
917
3.584
Voor een gedetailleerd overzicht van de geplande investeringen voor de jaren 2022 tot en met 2025 wordt
verwezen naar de bijlage ”Investeringsplanning 2022-2025”. Om te zorgen dat de kosten van de investeringen ten
laste komen van burgers en bedrijven die er profijt van hebben, is vanaf 2017 de systematiek van activering en
afschrijving voor alle investeringen gelijk getrokken: ook investeringen met een maatschappelijk nut (bijv.
rehabilitaties van wegen) worden geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven.
Daarmee wordt tegelijkertijd een betere vergelijkbaarheid tussen gemeenten verkregen.
Ontwikkeling van de schuldpositie
Hieronder wordt de ontwikkeling van de schuldpositie weergegeven:
Tholen
Tholen
Tholen
Kritische
R 2020
B 2021
B 2022
norm
Netto schuldquote: netto schuld / exploitatie (%)
59%
68%
62%
130%
Voor
een
gedetailleerde
uiteenzetting
wordt
verwezen
naar
de
paragraaf
”Weerstandsvermogen
en
risicobeheersing”.
Stand en verloop van de reserves
Hieronder wordt het (meerjarig) verloop van de reserves weergegeven:
OVERZICHT VERLOOP STAND RESERVES
periode 1 januari 2022 / 1 januari 2026
1
2
3
4
5
6
saldo per
saldo per
saldo per
saldo per
saldo per
NAAM RESERVE
1 januari
1 januari
1 januari
1 januari
1 januari
2022
2023
2024
2025
2026
Reserves
1a. Algemene reserves
Algemene reserve (vrij besteedbaar)
2.610.000
2.610.000
2.610.000
2.610.000
2.610.000
Idem (niet vrij besteedbaar)
17.137.000
17.137.000
19.478.000
22.566.000
24.336.000
Begrotingssaldo
0
418.000
900.000
1.192.000
1.708.000
1d. Overige bestemmingsreserves
Investeringsfonds samenleving
58.000
108.000
108.000
108.000
108.000
Rekenkamercommissie
32.000
38.000
45.000
52.000
58.000
Studiefaciliteiten
143.000
143.000
143.000
143.000
143.000
Flankerend personeelsbeleid
58.000
83.000
108.000
133.000
158.000
ISV
17.000
17.000
17.000
17.000
17.000
Buitensportaccommodaties
195.000
235.000
275.000
315.000
355.000
Totaal reserves
20.250.000
20.789.000
23.684.000
27.135.000
29.493.000
Mutaties
539.000
2.895.000
3.451.000
2.358.000
De reservepositie van de gemeente stijgt naar verwachting van € 20,3 miljoen op 1 januari 2022 naar € 29,5
miljoen op 1 januari 2026. De stijging van met name de algemene reserve niet vrij besteedbaar, komt vooral door
toevoeging van de verwachte winsten op de grondexploitatiecomplexen voor woningbouw en bedrijventerreinen.
Stand en verloop van de voorzieningen
Hieronder wordt het (meerjarig) verloop van de voorzieningen weergegeven:
OVERZICHT VERLOOP STAND VOORZIENINGEN
periode 1 januari 2022 / 1 januari 2026
1
2
3
4
5
6
saldo per
saldo per
saldo per
saldo per
saldo per
NAAM VOORZIENING
1 januari
1 januari
1 januari
1 januari
1 januari
2022
2023
2024
2025
2026
Voorz. voor verplichtingen, verliezen en risico’s
Overdracht pensioenen
3.161.000
3.189.000
3.217.000
3.245.000
3.273.000
Wachtgeldverplichtingen
87.000
31.000
0
0
0
Gebiedsontwikkeling Tholen-Stad
2.074.000
2.074.000
2.074.000
2.074.000
2.074.000
Precariobelasting
1.400.000
0
0
0
0
Onderhoudsegalisatievoorzieningen
Onderhoudsvoorziening havens
412.000
384.000
419.000
460.000
391.000
Onderhoud wegen
1.227.000
1.285.000
1.749.000
1.735.000
1.522.000
Onderhoud openbare verlichting
87.000
86.000
86.000
92.000
91.000
Onderhoud gebouwen
2.000
14.000
84.000
178.000
188.000
Voorz. toekomstige vervangingsinvesteringen
Vervangingsinvesteringen riolering
1.638.000
1.338.000
1.952.000
2.687.000
2.350.000
Beklemde middelen van derden met spec. aanw.richting
Riolering
284.000
262.000
251.000
207.000
97.000
Afvalstoffenheffing
441.000
240.000
94.000
13.000
7.000
Begraafplaatsen
80.000
80.000
80.000
80.000
80.000
Legaat mevrouw Vercouteren
22.000
22.000
22.000
22.000
22.000
Totaal voorzieningen
10.915.000
9.005.000
10.028.000
10.793.000
10.095.000
Mutaties
-1.910.000
1.023.000
765.000
-698.000
Weerstandsvermogen
Bij het proces ‘’Tholen (financieel) in balans’’ is besloten dat wij vanaf 2020 een ratio weerstandsvermogen
nastreven van minimaal 1,5. De ratio weerstandsvermogen is voor 2022 berekend op 7,9. De sterke groei van de
ratio weerstandsvermogen wordt veroorzaakt door het reserveren van verwachte winsten uit de grondexploitatie.
Dit laatste is nodig voor de ontwikkeling van de solvabiliteit. Het door uw raad gewenste solvabiliteitsratio van
20% in 2022 is bereikt. Bij de behandeling van de kadernota 2022 heeft u via een motie de doelstelling opwaarts
bijgesteld
naar
30%
in
2030.
Voor
een
verdere
toelichting
wordt
verwezen
naar
de
paragraaf
”Weerstandsvermogen en risicobeheersing”.
Woonlastendruk
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks een ’Atlas
van de lokale lasten’. Hierin is onder andere een overzicht opgenomen van het gemiddelde lastenniveau in alle
gemeenten in Nederland. In dit overzicht stond de gemeente Tholen in 2021, in de rangorde van ’goedkoop’ naar
’duur’, voor wat betreft de meerpersoonshuishoudens op plaats 54 (2020: 69). De gemiddelde woonlasten in
Nederland bedragen in 2021 voor een meerpersoonshuishouden (eigenaar en gebruiker) € 811 en voor een
eenpersoonshuishouden (eigenaar en gebruiker) € 738. Voor meer informatie verwijzen we u naar de paragraaf
”Lokale heffingen”.
Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume
Onder arbeidskosten gerelateerde verplichtingen worden de aanspraken verstaan op toekomstige uitkeringen
door
het
huidige
dan
wel
voormalige
personeel.
Het
BBV
schrijft
voor
dat
voor
jaarlijks
terugkerende
arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume geen verplichting mag worden opgenomen,
gezien het feit dat het geen nuttige toevoeging is en de jaarlijkse verplichtingen worden opgenomen in de
begroting en de meerjarenraming. Dit biedt voldoende garantie omdat de lasten ieder jaar globaal vergelijkbaar
zijn. Om wel het benodigde inzicht te verkrijgen is de eis gesteld om deze verplichtingen in de toelichting op de
financiële
positie
op
te
nemen.
De
jaarlijks
terugkerende
arbeidskosten
gerelateerde
verplichtingen
van
vergelijkbaar volume betreffen met name de overlopende verlofaanspraken (ca. € 550.000).
Geprognosticeerde begin- en eindbalans
Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo wordt in artikel 20 BBV voorgeschreven dat
bij de uiteenzetting van de financiële positie een geprognosticeerde balans voor het begrotingsjaar wordt
opgenomen. Op grond van artikel 22, eerste lid BBV dient dit ook voor de drie jaren volgend op het begrotingsjaar
te geschieden. Met het opnemen van een geprognosticeerde balans, ook in de meerjarenraming, krijgt uw raad
meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en
in de financieringsbehoefte. De geprognosticeerde balans voor het begrotingsjaar en de meerjarenraming bevat
tenminste de posten die nodig zijn om het gemeentelijke aandeel in het EMU-saldo te kunnen afleiden: de som
van de mutaties van de vaste en vlottende financiële activa minus de som van de mutaties van de vaste en
vlottende schuld.
Activa
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Vaste activa
Materiële vaste activa
41.072.000
49.759.000
59.424.000
60.965.000
71.082.000
69.060.000
68.550.000
Immateriële vaste activa
1.606.000
1.469.000
1.936.000
1.799.000
1.665.000
1.531.000
1.402.000
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen
288.000
272.000
272.000
272.000
272.000
272.000
272.000
Leningen aan verbonden partijen
9.007.000
8.480.000
0
0
0
0
0
Overige langlopende leningen u/g
1.002.000
1.042.000
1.042.000
1.042.000
1.042.000
1.042.000
1.042.000
Overige uitzettingen
2.573.000
2.573.000
2.573.000
2.573.000
2.573.000
2.573.000
2.573.000
Totaal vaste activa
55.548.000
63.595.000
65.247.000
66.651.000
76.634.000
74.478.000
73.839.000
Vlottende activa
Voorraden (bouwgrondexploitatie)
18.738.000
15.743.000
14.303.000
10.794.000
12.373.000
12.382.000
11.286.000
Vorderingen
21.312.000
17.426.000
20.279.000
16.875.000
6.826.000
6.826.000
6.826.000
Liquide middelen
436.000
396.000
396.000
396.000
396.000
396.000
396.000
Overlopende activa
636.000
521.000
521.000
521.000
521.000
521.000
521.000
Totaal vlottende activa
41.122.000
34.086.000
35.499.000
28.586.000
20.116.000
20.125.000
19.029.000
Totaal activa
96.670.000
97.681.000
100.746.000
95.237.000
96.750.000
94.603.000
92.868.000
Passiva
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
Eigen vermogen
Eigen vermogen
21.291.000
23.014.000
20.250.000
20.789.000
23.684.000
27.135.000
29.493.000
Totaal eigen vermogen
21.291.000
23.014.000
20.250.000
20.789.000
23.684.000
27.135.000
29.493.000
Vreemd vermogen
Voorzieningen
8.342.000
10.949.000
10.915.000
9.005.000
10.028.000
10.793.000
10.095.000
Langlopende schulden
61.573.000
53.990.000
59.853.000
55.715.000
51.578.000
47.441.000
42.204.000
Totaal vreemd vermogen
69.915.000
64.939.000
70.768.000
64.720.000
61.606.000
58.234.000
52.299.000
Vlottende passiva
Kortlopende schulden
2.419.000
2.757.000
2.757.000
2.757.000
4.489.000
2.263.000
4.105.000
Overlopende schulden
3.045.000
6.971.000
6.971.000
6.971.000
6.971.000
6.971.000
6.971.000
Totaal vlottende passiva
5.464.000
9.728.000
9.728.000
9.728.000
11.460.000
9.234.000
11.076.000
Totaal passiva
96.670.000
97.681.000
100.746.000
95.237.000
96.750.000
94.603.000
92.868.000
Naast het belang van de geprognosticeerde balans voor de raming en beheersing van het EMU-saldo zijn
bovengenoemde cijfers tevens benut als input voor de kengetallen omtrent de financiële positie (zie paragraaf
”Weerstandsvermogen en risicobeheersing”).
EMU-saldo
Het BBV vereist eveneens dat in de uiteenzetting van de financiële positie een berekening van het aandeel van
de gemeente in het EMU-saldo over het vorige begrotingsjaar, de berekening van het geraamde bedrag van het
begrotingsjaar en de berekening van het geraamde bedrag over de drie jaren volgend op het begrotingsjaar,
wordt opgenomen (artikel 23). Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de totale overheid.
Dit EMU-saldo wijkt nogal af van het begrip exploitatiesaldo waarmee lokale overheden werken. Nederland moet
jaarlijks haar EMU-saldo verstrekken aan de Europese Unie. Bij een dreigende overschrijding van een EMU-
tekort van 3% van het bruto binnenlands product (bbp) dienen het Rijk en lokale overheden maatregelen te treffen
om het tekort terug te brengen binnen de toegestane marges. Met het Rijk is een tekortnorm voor het EMU-saldo
van de decentrale overheden afgesproken. Deze bedraagt voor 2022 -0,40% van het bruto binnenlands product
(bbp). Het aandeel voor de gemeenten betreft -0,27% van het bbp.
Omschrijving (bedragen x 1.000)
2022
2023
2024
2025
Exploitatiesaldo voor mutaties reserves
540
2.895
3.451
2.358
+
Afschrijvingen
2.297
2.585
2.697
2.721
+
Bruto dotaties aan de post voorzieningen
2.493
2.483
2.515
2.568
-
Uitgaven aan investeringen (iva/mva)
5.091
13.032
917
3.584
+
De op investeringen in mindering gebrachte bijdragen
1.389
465
376
1.503
-
Uitgaven grondexploitatie etc.
3.718
1.952
1.476
1.020
+
Verkoopopbrengsten van grond
7.227
2.713
4.255
3.485
-
Boekwinst op grondverkopen
-
2.341
2.788
1.370
-
Betalingen ten laste van voorzieningen
4.403
1.460
1.750
3.266
Berekend EMU-saldo
734
-7.644
6.363
3.395