Paragraaf Financiering
Inleiding
De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie vindt plaats binnen de kaders zoals gesteld in de Wet
financiering decentrale overheden (Wet Fido).
Beleid
Het beleid is vastgelegd in het Treasurystatuut, welke laatstelijk herzien is per 8 december 2016. Belangrijke
punten uit het treasurystatuut zijn:
Het aangaan / verstrekken van leningen is alleen toegestaan voor uitoefening van de publieke taak;
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen;
Het aantrekken van leningen geschiedt door offertes te vragen bij ten minste twee instellingen;
Overtollige middelen moeten worden aangehouden in ’s Rijks schatkist (verplicht schatkistbankieren).
Treasurybeheer
De treasuryfunctie is belast met de uitvoering van het beleid. Deze functie omvat het financieren van alle
gemeentelijke
activiteiten
en
het
uitzetten
van
geldmiddelen
die
niet
direct
nodig
zijn.
De
belangrijkste
doelstellingen van de treasuryfunctie zijn:
Het waarborgen van duurzame toegang tot de financiële markten tegen acceptabele condities;
Het beperken van financiële risico’s als intern liquiditeits-, rente-, koers- en kredietrisico;
Het minimaliseren van kosten bij het beheren van geldstromen en financiële posities;
Het optimaliseren van het renteresultaat.
Risicobeheer
Met betrekking tot het risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
1.
De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak uitsluitend verstrekken aan door de
raad goedgekeurde derde partijen;
2.
De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen niet zijn
gericht
op
het
genereren
van
inkomsten
door
het
lopen
van
overmatig
risico.
Risicomijding
wordt
gewaarborgd via richtlijnen en limieten in het treasurystatuut;
3.
Het gebruik van derivaten is slechts toegestaan ter beperking van financiële risico’s;
4.
De kasgeldlimiet en de renterisiconorm conform de Wet Fido worden niet overschreden.
Renterisico
Om de renterisico’s te bewaken wordt vanuit de Wet Fido voorgeschreven het renterisico op zowel de korte als de
lange termijn in beeld te brengen. Het renterisico op korte termijn wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet.
Deze limiet stelt dat de gemiddelde netto-vlottende schuld in een bepaald kwartaal niet hoger mag zijn dan 8,5%
van het begrotingstotaal. Voor Tholen betekent dit voor 2022 een bedrag van circa € 6,2 miljoen. Omdat de rente
van kortlopende leningen (geldmarkt) lager is dan de rente van langlopende leningen (kapitaalmarkt), zullen we,
indien nodig, optimaal gebruik maken van financiering met kortlopende leningen. De kasgeldlimiet wordt hierbij
niet overschreden.
Het renterisico op lange termijn wordt in beeld gebracht via de renterisiconorm. Met deze norm wordt een kader
gesteld om de opbouw van de leningenportefeuille zodanig te spreiden dat het renterisico uit hoofde van
renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De norm houdt in dat in enig
jaar niet meer dan 20% van het begrotingstotaal voor aflossing of renteherziening in aanmerking mag komen.
Aan deze norm voldoen we ruimschoots.
Renterisiconorm
Bedragen x 1.000
2022
2023
2024
2025
1
Renteherzieningen
1.300
1.300
1.300
0
2
Aflossingen
4.137
4.137
5.437
3.937
3
Renterisico (1+2)
5.437
5.437
6.737
3.937
4a
Begrotingstotaal (baten)
72.417
69.814
71.250
69.234
4b
Percentage regeling
20%
20%
20%
20%
4
Renterisiconorm (4a x 4b)
14.483
13.963
14.250
13.847
5a
Ruimte onder de risiconorm (4>3)
9.046
8.526
7.513
9.910
5b
Overschrijding renterisiconorm (3>4)
0
0
0
0
Liquiditeitsbeheer
Het
liquiditeitsgebruik
beperken
wij
zoveel
mogelijk
door
geldstromen
op
elkaar
af
te
stemmen.
De
liquiditeitspositie moet te allen tijde voldoende zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Bij een tekort aan
liquiditeiten kunnen kortlopende middelen worden aangetrokken, zolang de kasgeldlimiet niet overschreden
wordt.
Vanaf 1 januari 2019 is een nieuwe financieringsovereenkomst bij de BNG Bank van kracht geworden. De
kredietlimiet is aangepast van € 5,5 miljoen naar € 1 miljoen en daarnaast is de intradaglimiet ingevoerd. Deze
maakt het mogelijk om dagelijks tijdens kantooruren, tot een overeengekomen bedrag (€ 4,5 miljoen), de
kredietlimiet te overschrijden. De intradaglimiet moet voor het eind van de dag weer zijn aangevuld tot de
kredietlimiet.
De BNG Bank brengt vanaf 2021 een negatieve creditrente in rekening bij afstortingen van € 500.000 of hoger, de
creditrente bedraagt van € 500.000 tot € 2.500.000 het 1-maands Euribor-tarief en daarboven geldt de reguliere
creditrente.
Op 15 december 2013 is de Wet verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Vanaf dat moment zijn de
decentrale overheden verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Het woord "overtollig"
verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de uitvoering van de
publieke taak. Het is toegestaan een bedrag aan overtollige middelen buiten de schatkist aan te houden. De
hoogte van het drempelbedrag is afhankelijk van de begrotingsomvang van een decentrale overheid. De drempel
is gelijk aan 2,0% voor decentrale overheden met een jaarlijkse begrotingsomvang tot € 500 miljoen. Het
drempelbedrag is altijd minimaal € 1.000.000. Voor Tholen komt dit neer op een bedrag van (afgerond)
€ 1.400.000.
Vanwege de negatieve creditrente bij de BNG Bank zullen we echter al afstorten boven de €
500.000, ondanks het verhoogde drempelbedrag voor schatkistbankieren.
De schatkist biedt geen leen- of roodstandfaciliteit aan. Voor het betalingsverkeer blijven decentrale overheden
aangewezen op het bankwezen. Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan
een lagere EMU-schuld van de collectieve sector (Rijk en decentrale overheden gezamenlijk).
Financieringsbehoefte
Voor een overzicht van de (meerjarige) financieringsbehoefte wordt verwezen naar de geprognosticeerde begin-
en eindbalans, welke weergegeven is onder de uiteenzetting van de financiële positie.
Leningenportefeuille
De gemeente heeft de volgende onderhandse leningen van binnenlandse banken en ov. financiële instellingen:
Bank
Oorspronke-
Datum
Laatste
Looptijd
Rente-
Restant-
Rente-
Aflossing
Restant-
lijk bedrag
Storting
jaar van
percen-
bedrag per
bedrag
bedrag per
aflossing
tage
1-jan-2022
31-dec-2022
BNG
6.000.000
30-dec-03
2028
26 jr (7)
5,750
1.680.000
96.600
240.000
1.440.000
BNG
6.000.000
30 dec 204
2029
26 jr (8)
5,850
1.920.000
112.320
240.000
1.680.000
BNG
10.000.000
10-jan-08
2028
20 jr (7)
4,580
3.500.000
138.036
500.000
3.000.000
BNG
3.000.000
15-sep-09
2024
15 jr (3)
3,960
600.000
21.406
200.000
400.000
BNG
4.000.000
15-sep-09
2034
25 jr (13)
4,520
2.080.000
91.866
160.000
1.920.000
BNG
4.000.000
5-nov-12
2037
25 jr (16)
3,040
2.560.000
77.065
160.000
2.400.000
NWB
6.000.000
28-aug-13
2038
25 jr (17)
3,230
4.080.000
129.129
240.000
3.840.000
BNG
6.000.000
13-okt-14
2039
25 jr (18)
1,945
4.320.000
83.014
240.000
4.080.000
BNG
13.158.936
19-jan-16
2031
15 jr (10)
1,270
8.772.626
100.851
877.262
7.895.364
BNG
10.000.000
14-mrt-16
2041
25 jr (20)
1,045
8.000.000
80.256
400.000
7.600.000
NWB
1.300.000
25-mrt-19
2024
5 jr (3)
1,180
1.300.000
15.340
0
1.300.000
BNG
12.000.000
1-mrt-19
2044
25 jr (23)
1,255
11.040.000
133.502
480.000
10.560.000
BNG
10.000.000
4-jan-20
2045
25 jr (24)
0,535
10.000.000
51.360
400.000
9.600.000
A
91.458.936
59.852.626
1.130.745
4.137.262
55.715.364
Naast bovengenoemde rentelasten bedraagt de afschrijving op het agio (boeterente) € 111.000. De totale
rentelasten komen hierdoor uit op € 1.241.000.
Rentetoerekening
In het navolgende schema is uiteengezet hoe de rentetoerekening voor 2022 heeft plaatsgevonden.
Renteschema:
A. De externe rentelasten over de korte en lange financiering
1.241.000
B. De externe rentebaten
68.000
Totaal door te rekenen externe rente
1.173.000
C1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend
-206.000
C2. De rente van projectfinanciering die aan het taakveld moet worden toegerekend
0
-206.000
Saldo door te rekenen externe rente:
967.000
D1. Rente over eigen vermogen
0
D2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde)
0
De aan taakvelden toe te rekenen rente
967.000
E1. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente
1,63%
967.000
E2. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (annuïtair)
0
F. Renteresultaat op het taakveld treasury
0