Hoofdlijnen ontwikkeling financiële positie
Van spanning tussen de ambities en de beschikbare middelen zal altijd sprake zijn. Uitgangspunt voor het
financieel beleid blijft dat er sprake dient te zijn van een duurzaam financieel evenwicht in de begroting en
dat het weerstandsvermogen een gezond karakter draagt. De focus blijft daarbij gericht op het zo mogelijk
wegnemen en verkleinen van financiële risico´s. Dit kan de druk op de reservering binnen de algemene
reserve, voor het opvangen van deze risico´s, verminderen.
Overigens is duurzaam financieel evenwicht meer dan een sluitende begroting. Structurele lasten dienen te
worden gedekt door structurele baten en incidentele lasten dienen gedekt te kunnen worden met incidentele
baten of gereserveerde middelen.
Dat de financiële
positie
van
de gemeente
in grote mate wordt
bepaald door
externe factoren blijkt
nadrukkelijk. Naast de algemene uitkering uit het gemeentefonds, bepalen ook de decentralisaties van taken
door het rijk voor een behoorlijk deel de mogelijkheden van de gemeente om eigen beleid te voeren en de
eigen ambities invulling te geven.
De onderstaande onderwerpen vragen bijzondere aandacht:
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de voornaamste inkomstenpost van de gemeente. De
ontwikkelingen van de algemene uitkering bepalen in hoge mate de financiële mogelijkheden. Voor de jaren
2019 tot en met 2022 is er extra (incidenteel) geld beschikbaar gesteld voor het sociaal domein (SD).
Daarnaast heeft begin 2021 een Commissie van Wijzen in een arbitrage-uitspraak richting het kabinet
aangegeven dat gemeenten vanaf 2023 een hogere structurele bekostiging voor de kosten van met name de
jeugdzorg zouden moeten krijgen. Het Rijk en de VNG hebben de afgelopen periode afspraken gemaakt
over een Hervormingsagenda voor het jeugdstelsel. De gemeenten hebben zich daarbij ook gecommitteerd
aan een set van maatregelen die ook een structurele kostenbesparing moet opleveren. De definitieve
besluitvorming over de structurele bekostiging vanaf 2023 aan de gemeenten voor de kosten van met name
de jeugdzorg is echter aan het nog te vormen nieuwe kabinet.
De herijking van de verdeling van de algemene uitkering van het gemeentefonds is op dit moment een
onzekere factor voor de ontwikkeling van de algemene uitkering. Het tijdpad voor de herijking is te ambitieus
gebleken. Het ministerie was voornemens al in de meicirculaire 2020 deze aspecten te verwerken, met
ingang van het uitkeringsjaar 2021. Echter de uitkomsten van de onderzoeken hebben ertoe geleid dat de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een brief heeft gestuurd aan de Tweede Kamer, dat
het vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid en draagvlak voor de uitkomst van de herijking van de verdeling
van het gemeentefonds het beter is de invoering uit te stellen tot 2023. Als alles volgens planning verloopt
zal de (definitieve) herijking van de verdeling van de algemene uitkering van het gemeentefonds nu in de
meicirculaire 2022 gepubliceerd worden.
De algemene uitkering in deze Programmabegroting is, overeenkomstig de richtlijn van de Provincie Zeeland
gebaseerd op de meicirculaire 2021.
Precariobelasting
Met ingang van 2016 is de precariobelasting op kabels en leidingen ingevoerd, ter compensatie van het weg
vallen van het dividend van de PZEM N.V. (voormalig Delta N.V.). Echter door aanpassing van wetgeving is
genoemde belasting eindig en moeten we in een periode van 5 jaar (vanaf 2017), de overgangstermijn van
de precariobelasting, op zoek naar andere inkomstenbronnen of verlaging van uitgaven. Daarnaast is begin
juni 2018 de gemeente Hulst door de Hoge Raad in het ongelijk gesteld met betrekking tot een door Enduris
aangespannen procedure tegen de aanslag precario 2015. De gemeente Hulst was door de rechtbank in het
gelijk gesteld, maar door het gerechtshof in het ongelijk gesteld. Cassatie bij de Hoge Raad is eveneens niet
in het voordeel van Hulst uitgevallen. Elf andere Zeeuwse gemeenten hadden nog geen uitspraak gedaan
op de ingediende bezwaarschriften over de jaren 2016 en 2017, omdat eerst de uitspraak van Hulst
afgewacht zou worden. Toch zien de gemeente Hulst, maar ook de elf andere gemeenten, kansen om voor
2016 eveneens een procedure op te starten. In deze begroting is vanaf 2022 geen rekening meer gehouden
met een opbrengst precariobelasting. De uitkomst van de lopende procedure met betrekking tot de jaren
2016 t/m 2020 is op dit moment nog niet bekend.
Vennootschapsbelastingplicht
Met ingang van 2016 is de vennootschapsbelastingplicht ingegaan voor gemeenten. Het gaat hierbij in
Reimerswaal voornamelijk om grondexploitaties, havens en vastgoed. In juli 2021 is voor het dienstjaar 2019
de aangifte ingediend.
Decentralisaties
Per 1 januari 2015 hebben de gemeenten een brede integrale verantwoordelijkheid op het gebied van de
AWBZ, Jeugdwet en Participatiewet. De kern van de decentralisatieoperatie is erop gericht dat de burger die
het nodig heeft, ondersteuning krijgt die aansluit bij zijn persoonlijke situatie en behoeften. De
decentralisaties zijn gepaard gegaan met aanzienlijke ombuigingstaakstellingen. Dit leidt tot omvangrijke
financiële onzekerheden wat betreft de toereikendheid van de budgetten. Een en ander betekent dat de
ontwikkeling van de kosten in het Sociaal Domein vanaf 2019 in de integrale afweging van alle
dekkingsmiddelen moet worden betrokken. In de afgelopen jaren zijn de uitgaven explosief gestegen. De
financiële gevolgen hiervan zijn enorm. In deze begroting zijn voor het Sociaal Domein reële ramingen
opgenomen. De toezichthouder eist dit van gemeenten. Daarnaast is in deze begroting een
kostenbesparingstaakstelling opgenomen van €280.000 (structureel vanaf 2022) voor de Wmo en van
€ 1.059.000 (structureel vanaf 2023, voor 2022 bedraagt de taakstelling € 809.000).
Participatiewet
De gemeente wordt bijna jaarlijks geconfronteerd met budgettaire mutaties door het Rijk op het toegekende
budget BUIG. Dit betekent voor de gemeente niet zelden een extra taakstelling. Het bestand van
uitkeringsgerechtigden zal moeten afnemen wil de gemeente budgettair neutraal uitkomen. Afhankelijk van
de mate waarin de gemeente deze taakstelling kan realiseren, loopt de gemeente een financieel risico.