Onderhoud Kapitaalgoederen
Inleiding
De paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen geeft een dwarsdoorsnede van de begroting. Lasten van
onderhoud van kapitaalgoederen kunnen op diverse programma’s voorkomen. Met het onderhoud van
kapitaalgoederen is een groot deel van de begroting gemoeid. Daarom zijn voor een helder en volledig
overzicht het beleidskader en de hieruit voortvloeiende financiële consequenties van de belangrijkste
kapitaalgoederen in deze paragraaf samengevat.
In de openbare ruimte wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd. Voor al die activiteiten zijn kapitaalgoederen
nodig. Deze worden als volgt ingedeeld:
Infrastructuur (wegen, straten, pleinen, rioleringen, kunstwerken, waterwegen en havens);
Voorzieningen (openbaar groen, begraafplaatsen, sportfaciliteiten, verlichting);
Gemeentelijk vastgoed (scholen, sportgebouwen, gemeentehuis, welzijn, cultuur etc.).
De gemeenteraad geeft de kaders aan voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde
onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, riolering, wegen, kunstwerken (bruggen) en gebouwen.
Dat kan zij doen in nota’s en beleidsplannen, maar in geval van kleinere wijzigingen ook in deze paragraaf.
Het beleid voor het onderhoud van de kapitaalgoederen is in diverse nota’s verwoord:
Bomenbeleidsplan;
Nota openbare verlichting;
Nota openbare ruimte;
Nota bruggenonderhoud;
Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan;
Nota onderhoud gemeentelijke gebouwen;
Regionaal Waterplan;
Afvalwaterplan/Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2021-2025.
Behalve deze nota’s zijn er diverse beheerplannen voor specifieke onderdelen als wegen, verlichting,
bruggen, waterlopen en groen. Dit zijn feitelijk de inventarisaties en uitvoeringsplannen van de verschillende
beleidsnota’s en worden door het college vastgesteld.
Bomenbeleidsplan
De gemeente heeft momenteel 65.000 bomen langs gemeentelijke wegen in het digitale beheerspakket
geregistreerd. Daarnaast zijn er nog meer dan 30.000 bomen in parken, coulissen en bospercelen. Kaders
voor de bescherming, het behoud en diversiteit van de bomen staan in dit beleidsplan opgenomen.
Nota openbare verlichting
In april 2019 is het beleidsplan openbare verlichting 2019-2023 door de raad vastgesteld. In het plan zijn de
beleidskeuzes uitgewerkt naar een vijf jarig uitvoeringsplan. De hoofddoelstellingen betreffen:
energiebesparing op stroomverbruik, vervanging verouderde installaties en masten, toepassen dynamische
verlichtingssystemen, reductie van lichtvervuiling en inzichtelijker maken van exploitatiekosten.
Nota openbare ruimte
De nota openbare ruimte (NOR) is in september 2020 door de raad vastgesteld. De NOR bevat de kaders
van de verschillende disciplines (groen, wegen, bruggen, oevers, etc.) en is bedoeld om een integraal beeld
te geven van de kaders voor het beheer- en onderhoud van de objecten in de openbare ruimte. Op basis
van meldingen en weginspecties wordt jaarlijks een selectie gemaakt van wegen, wandel- en fietspaden die
voor onderhoud in aanmerking komen. Binnen de beschikbaar gestelde budgetten zullen we zo goed
mogelijk uitvoering geven aan de maatregelen. Dit kan op onderdelen leiden tot herprioritering.
Nota bruggenonderhoud
Eind 2021 wordt de nota bruggenonderhoud ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd. Op basis
van meldingen en bruginspecties wordt jaarlijks een selectie gemaakt van bruggen die voor onderhoud in
aanmerking komen. De bruggen in slechte staat en bruggen op strategisch belangrijk plekken die onderhoud
nodig hebben, krijgen de grootste prioriteit. De meeste bruggen bevinden zich in een matig tot redelijke staat
van onderhoud. Binnen de beschikbaar gestelde budgetten willen we zo goed mogelijk uitvoering geven aan
de maatregelen. Dit kan op onderdelen leiden tot herprioritering. In de begroting is geen rekening gehouden
met vervanging van bruggen.
Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan
In juni 2021 is het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) door de raad vastgesteld. In het GVVP
staan de kaders opgenomen hoe de gemeente met bepaalde keuzes omgaat zoals zonebeleid, bebording,
belijning, etc. Een belangrijk onderdeel van het GVVP is het risico gestuurd aanpakken van gevaarlijke
knelpunten in de openbare ruimte. In 2022 wordt de top 5 van gevaarlijke punten aangepakt.
Nota onderhoud gemeentelijke gebouwen
In de ‘Nota Onderhoud Gemeentelijke Gebouwen Westerwolde’ is al het groot- en planmatig onderhoud
opgenomen voor alle gemeentelijke gebouwen. Ook wordt hierin de landelijke verduurzamingsopgave
opgenomen dat van toepassing is op gemeentelijke gebouwen (minimaal label C in 2023 en minimaal label
A in 2030). Alle gemeentelijke gebouwen worden daarmee opgenomen in een voorziening.
Regionaal Waterplan
In 2019 is samen met gemeenten in Groningen en Drenthe een nieuw bestuurlijk Waterakkoord gesloten.
Afgeleid daarvan is in 2020 een regionaal waterplan opgesteld voor de gemeenten in Oost-Groningen
samen met het Waterschap met een looptijd tot en met 2025. Daarvan afgeleid is in Westerwolde eind 2020
een eigen verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) door de raad vastgesteld.
Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2021-2025
Het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2021-2025 is in december 2020 door de raad vastgesteld en heeft
een looptijd tot en met 2025. De reiniging en inspecties die in 2021 zullen worden afgerond leiden tot een
uitvoeringsplan van vijf jaar. De eerste jaarschijf zal in 2022 worden uitgevoerd. Met name het renoveren en
eventueel vervangen van slechte delen van het vrijvervalriool staat op de planning. Het telemetrie systeem is
vernieuwd en de gegevens die daarmee worden verzameld geven een goed beeld van de werking van ons
rioolstelsel. Ook is er een netwerk van waterpeilbuizen aangelegd om het grondwater te meten om
maatregelen in het kader van de klimaatverandering te kunnen nemen.
Vervangingsinvesteringen in tractiemiddelen
Team openbare werken beschikt over een hoeveelheid materieel (voertuigen, tractie, werkmaterieel en
gereedschappen) wat wordt ingezet bij het uitvoeren van beheer- en onderhoudstaken in de openbare
ruimte. Om ook in de toekomst het wagen-en machinepark voor de buitendienst adequaat op peil te houden
en de bijbehorende kosten in beeld te brengen, is de gemeente begonnen met het opstellen van een
meerjarig vervangingsplan. De te verwachten noodzakelijke investeringen op basis van leeftijd, inzet en
technische onderhoudstoestand van het materieel worden hierin aangegeven. Dit plan is nog niet gereed.
Alle tractiemiddelen bereiken op een gegeven moment een punt waarop ze vervangen moeten worden,
omdat de reparaties en onderhoudskosten te hoog worden, de dienstverlening niet meer kan worden
gegarandeerd of bepaalde taken niet meer kunnen worden uitgevoerd. Omdat op dit moment een gedeelte
van het materieel sterk verouderd en/of versleten is, kan de vervanging ervan niet meer wachten totdat het
meerjarig vervangingsplan vastgesteld is. Sinds enkele jaren worden kapitaallasten van tractiemiddelen die
zijn afgeschreven gereserveerd, totdat herinvestering plaatsvindt (MIP 1931). Van tractiemiddelen die
daarvóór al waren afgeschreven, maar die nog niet zijn vervangen, zijn de kapitaallasten vrijgevallen ten
gunste van het begrotingsresultaat. Bij herinvestering moeten er dus nieuwe middelen beschikbaar komen.
Daarnaast zijn de wel beschikbare middelen in sommige gevallen onvoldoende omdat de aanschafprijzen in
de loop van de jaren fors zijn gestegen. Omdat het niet gaat om uitbreiding van het wagen- en machinepark
maar om vervanging, horen deze kosten niet thuis in het MIP, maar in de begroting. Het gaat in totaal om
een bedrag van € 29.000 wat extra voor kapitaallasten in de begroting is opgenomen.
De volgende vervoermiddelen en machines moeten urgent worden vervangen:
1.
3 x Opel Vivaro
De onderhoudskosten van deze voertuigen uit 2008 zijn erg hoog. Daarnaast betaalt de gemeente,
vanwege de leeftijd, voor deze auto’s fijnstofbelasting omdat ze niet meer voldoen aan de gestelde
milieueisen. Zonder deze bedrijfswagens heeft de buitendienst onvoldoende ‘transportmogelijkheden’,
kan zij niet efficiënt haar taken uitvoeren en adequaat reageren op meldingen en storingen. Er wordt
voorgesteld hiervoor een investeringskrediet van 3 x € 40.000 = € 120.000 beschikbaar te stellen. Deze
voertuigen waren al afgeschreven toen werd begonnen met het reserveren van vrijvallende
kapitaallasten. De extra kapitaallasten ad. € 12.300 per jaar (afschrijving in 10 jaar, restwaarde € 1.000
per voertuig) zijn nu in de begroting opgenomen.
2.
Vrachtwagen Westerwolde Zuid
Deze wagen is boekhoudkundig nog niet afgeschreven doordat in het verleden een te lange
afschrijvingstermijn is gehanteerd. Hij is technisch echter wel afgeschreven. De gemeente staat voor
hoge reparatiekosten vanwege slijtage. De vrachtwagen is op dit moment een onstabiele factor in de
uitvoering van de gemeentelijke taken in het groen, bermen, sloten en wegen. Ook de
gladheidbestrijding wordt problematisch. Wij moeten er rekening mee houden dat tijdens de winter
kosten gemaakt moeten worden voor het extra inhuren van vrachtwagens met strooiers. Ondanks dat
deze vrachtwagen boekhoudkundig nog niet is afgeschreven stellen wij voor deze vervroegd te
vervangen en hiervoor een investeringskrediet van € 260.000 beschikbaar te stellen. De kapitaallasten
bedragen € 26.000 per jaar (afschrijving in 10 jaar, restwaarde € 13.000). Omdat wij verwachten dat de
inruil kan plaatsvinden tegen de boekwaarde, zal er geen sprake zijn van boekverlies en kunnen de
kapitaallasten van de oude vrachtauto worden ingezet ter gedeeltelijke dekking van de nieuwe
kapitaallasten. Omdat de beschikbare kapitaallasten onvoldoende zijn, is er € 5.700 extra in de
begroting opgenomen.
3.
2 getrokken zoutstrooiers en 3 x opzetstrooiers
De zoutstrooiers zijn technisch afgeschreven. Aan het begin van het strooiseizoen moeten hoge kosten
gemaakt worden om de strooiers weer ‘op te lappen’. Worden deze niet vervangen dan is de continuïteit
in de gladheidbestrijding niet te garanderen, met mogelijk als gevolg dat delen van de gemeente niet op
tijd gestrooid kunnen worden. Wij stellen voor een investeringskrediet beschikbaar te stellen van
€ 220.000, te weten 2 x € 35.000 voor de getrokken zoutstrooiers en 3 x € 50.000 voor de
opzetstrooiers. De kapitaallasten bedragen € 23.100. Voor een deel van de vervanging zijn vrijgevallen
kapitaallasten beschikbaar, maar voor een deel ook niet omdat deze strooiers al eerder
boekhoudkundig waren afgeschreven. Er is € 11.000 extra in de begroting opgenomen.
Lasten kapitaalgoederen
Programma’s
2022
2023
2024
2025
1
Veiligheid
3.545
3.545
3.545
3.545
2
Openbaar gebied
589.934
499.189
513.306
461.621
3
Bedrijvigheid en duurzaamheid
6.521
6.521
6.521
6.521
4
Onderwijs
964.658
939.425
919.122
895.988
5
Sport, cultuur en recreatie
315.420
315.420
270.063
333.489
6
Sociaal domein
141.365
141.365
141.255
137.946
7
Milieu en gezondheid
712.260
711.326
680.753
628.064
8
Wonen
72.257
72.257
72.257
72.257
9
Inwoners en bestuur
3.017
3.017
3.017
3.017
10
Algemene dekkingsmiddelen
-221.104
-215.104
-209.104
-203.104
11
Overhead
46.888
38.193
18.355
13.913
12
VPB
0
0
0
0
13
Onvoorzien
0
0
0
0
Activa indirecte producten
0
0
0
0
2.634.762
2.515.154
2.419.090
2.353.258
Kapitaallasten Staat van activa
2.634.762
2.515.154
2.419.090
2.353.258
Waarvan gedekt door reserve
-315.253
-332.403
-302.298
-367.303
Totaal
2.319.509
2.182.751
2.116.792
1.985.955