Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inleiding
De risicoparagraaf is één van de verplichte paragrafen van de begroting (artikel 9 Besluit Begroting en
Verantwoording BBV). Onder weerstandsvermogen wordt in algemene zin verstaan de mogelijkheid om
tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen van de gemeente Westerwolde wordt bepaald door
twee componenten: de (financiële) risico’s en de weerstandscapaciteit om deze risico’s op te vangen.
Er is geen wettelijk grondslag die een minimum of maximum aan weerstandscapaciteit voorschrijft.
Deze paragraaf bestaat uit een inventarisatie van de weerstandscapaciteit en de risico’s die zij op moeten
vangen en een beoordeling van het weerstandsvermogen. Ook zijn aan het eind van deze paragraaf een
aantal wettelijk voorgeschreven kengetallen opgenomen die behulpzaam kunnen zijn voor een beoordeling
van de positie van de gemeente.
Weerstandscapaciteit
Onder weerstandscapaciteit wordt verstaan: het geheel aan financiële middelen dat beschikbaar is en
aangewend kan worden om mogelijke risico’s en omstandigheden op te vangen. De aanwezigheid van
weerstandscapaciteit is belangrijk om te voorkomen dat ongewenste beleidswijzigingen moeten worden
doorgevoerd wanneer zich niet afgedekte risico’s voordoen.
De weerstandscapaciteit bestaat uit een incidenteel en een structureel deel, die beide worden gesplitst in
onderdelen.
Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve, de
begrotingsruimte en de post onvoorzien incidenteel. Deze capaciteit wordt aangewend om incidentele en, zo
nu en dan, structurele financiële tegenvallers gedurende een begrotingsjaar op te vangen. In het volgende
begrotingsjaar wordt, waar nodig, een oplossing gezocht voor tegenvallers met een structureel gevolg. De
incidentele weerstandscapaciteit is als volgt opgebouwd:
Incidentele weerstandscapaciteit
Bedrag
Algemene reserve per 1.1.2021 ( vrij aanwendbaar)
8.531.565
Begrotingsruimte na ombuigingen
-225.108
Onvoorzien
100.000
totaal
8.406.457
Structurele weerstandscapaciteit
Deze weerstandscapaciteit wordt ingezet ter dekking van structurele tegenvallers, wanneer dekking op een
andere manier niet lukt. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit onvoorzien structureel en de
onbenutte belastingcapaciteit. De begrotingsruimte kan ook tot de structurele weerstandscapaciteit gerekend
worden, wanneer het meerjarenperspectief positief is.
Structurele weerstandscapaciteit
Bedrag
Onvoorzien
100.000
Onbenutte belastingcapaciteit
1.175.000
Begrotingsruimte (positief saldo jaarschijf 2024) na ombuigingen
62.443
Totaal
1.337.443
Risico’s
Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg voor de gemeente. Een
gemeente loopt tal van risico’s. Een deel van de risico’s wordt afgedekt door specifieke maatregelen.
Voorbeelden hiervan zijn het afsluiten van verzekeringen en het inrichten van de Interne Controle. Naast de
afgedekte risico’s, loopt een gemeente ook altijd risico’s die niet kunnen worden afgedekt. Om te voorkomen
dat er ingrijpende beleidswijzigingen moeten worden doorgevoerd zijn de risico’s geïnventariseerd. Om
risico’s te kwantificeren dienen zowel de kans op als de impact van het risico te worden bepaald. Hieronder
volgt een overzicht met de geïnventariseerde risico’s met een toelichting erop.
Omschrijving risico
I/S
Kans
Impact
Risico in
Risico’s overschrijdingsregeling
I
10%
2.500.000
250.000
Leningen aan woningbouwcorporaties
I
10%
1.416.785
141.679
Overige verstrekte leningen (scenario volledig afboeken)
I
10%
4.977.297
497.730
Gewaarborgde geldleningen (scenario volledig opgeëist)
I
10%
12.967.000
1.296.700
2.186.108
Onderhoud openbare ruimte (garantie basisniveau)
S
100%
4.000.000
4.000.000
Sociaal Domein
S
50%
1.000.000
500.000
Gemeenschappelijke regelingen (scenario 5% extra)
S
100%
401.110
401.110
Veiligheidsregio Groningen (VRG)
S
56%
690.000
385.000
Buiggelden
S
100%
300.000
300.000
Extra middelen Jeugdhulpbudget (2023 t/m 2024)
s
100%
180.000
180.000
Algemene uitkering (Plafond BCF)
S
50%
178.000
89.000
5.855.110
Voor de begroting 2021 worden de incidentele financiële risico’s geschat op € 2.186.108 en de structurele
financiële risico’s op € 5.810.610.
Incidentele financiële risico’s
Risico’s overschrijdingsregeling: het college van burgemeester en wethouders vormt het bestuur van
het openbaar onderwijs (OOW). De overschrijdingsregeling bepaalt dat het algemeen vormende
bijzonder onderwijs naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs wordt bekostigd. In het geval
dat de gemeente meer geld uitgeeft aan het openbaar onderwijs dan via rijksbijdragen ontvangen
wordt, betekent dat ook een bedrag aan het bijzonder onderwijs beschikbaar gesteld moet worden.
Voor de gemeente is dit een risico en hier is rekening mee gehouden. Over de jaren 2006-2010 is
door het bijzonder onderwijs een claim ingediend bij de gemeente Vlagtwedde ter hoogte van
€2.000.000. Deze claim is door de Provincie Groningen uiteindelijk afgewezen. Op dit moment is er
sprake van een hoger beroep wat is ingesteld. De totale claim die hier mee gemoeid is bedraagt
circa € 2.500.000. De gemeente is echter van mening dat gezien de huidige uitspraken de kans klein
is dat dit risico gelopen wordt met betrekking tot de overschrijdingsregeling.
Leningen aan woningcorporaties: voor de woningbouwcorporatie Acantus heeft de gemeente een
financiële garantstelling afgegeven. Dit betekent dat wanneer Acantus zelf niet aan haar
aflossingsverplichting kan voldoen, de gemeente hiervoor zorg moet dragen.
Overige verstrekte leningen: de gemeente heeft aan diverse instellingen en bedrijven leningen
verstrekt. Het risico bestaat dat de leningen oninbaar worden.
Gewaarborgde geldleningen: aan diverse instellingen heeft de gemeente een financiële borgstelling
afgegeven. Dit betekent dat wanneer de instelling zelf niet aan haar aflossingsverplichting kan
voldoen, de gemeente hiervoor zorg moet dragen.
Structurele financiële risico’s
Onderhoud Openbaar Ruimte en gemeentelijke gebouwen
De omvangrijke openbare ruimte van Westerwolde daagt ons steeds meer uit. Door een veelal praktische
manier van werken in combinatie met forse financiële ombuigingen zijn de afgelopen jaren forse
achterstanden ontstaan in het onderhoud. De achterstanden in het onderhoud worden via extra inzet uit de
Nota OOR zoveel mogelijk weggewerkt. Met de beschikbare middelen wordt bovendien zo efficiënt mogelijk
invulling gegeven aan het integraal beheer. De achterstanden gelden niet alleen voor de bruggen, oevers,
steigers, aanlegvoorzieningen en beschoeiingen, maar ook voor het openbaar groen, de wegen, sportvelden
en het onderhoud van (laan)bomen. Naast de openbare ruimte staat ook het onderhoud aan de
gemeentelijke gebouwen onder druk. Uit onderhoudsplannen voor de openbare ruimte en de gemeentelijke
gebouwen zal duidelijk worden hoeveel financiële middelen er de komende jaren aan structureel onderhoud
nodig zal zijn. Er wordt rekening gehouden dat er voor circa € 4 miljoen aan structureel onderhoud nodig zal
zijn.
Sociaal Domein
De financiële omvang van het sociaal domein (Jeugdzorg, Wmo en participatie) is vanaf 2016 enorm
gestegen. De te besteden middelen voor de jeugdzorg, WMO en participatie leggen een groot beslag op de
gemeentelijke middelen. De komende jaren moet nog steeds met een stijging rekening gehouden worden,
ook al vlakt de jeugdzorg wel iets af. Het risico blijft aanwezig dat de geschatte zorgbijdragen voor het
sociaal domein niet voldoende zijn en dat er extra middelen moeten worden betaald. Vooral het
abonnementstarief van € 19 per maand zorgt ervoor dat steeds meer mensen een beroep gaan doen op de
Wmo. Voor komend jaar wordt het risico geschat op € 1 miljoen.
Gemeenschappelijke regelingen
De gemeente participeert in diverse gemeenschappelijke regelingen (zie paragraaf Verbonden partijen). Bij
diverse gemeenschappelijke regelingen wordt de afgelopen tijd geconstateerd dat steeds vaker een beroep
op de aangesloten gemeenten wordt gedaan. De financiële bijdrage die van de gemeenten gevraagd wordt
stijgt in verband met versoberde bijdragen vanuit het Rijk. Zo zien we bij een aantal gemeenschappelijke
regelingen dat er aanzienlijke maatregelen genomen moeten worden om de exploitatietekorten binnen de
perken te houden. Wij gaan er vanuit dat de lastenverzwaring met maximaal 5% zal toenemen. De kans dat
dit scenario zich voordoet schatten wij in op 50%. Het feit is dat de gemeenten moeten bijdragen in het
verlies en dat dit daarmee dus een financieel risico met zich meebrengt.
Veiligheidsregio Groningen (VRG)
De gemeente Westerwolde is deelnemer in de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Groningen
(VRG). De gemeente betaalt jaarlijks een reguliere bijdrage aan de VRG. Deze bijdrage is in de
meerjarenbegroting van de gemeente verwerkt. De VRG heeft zich, op basis van de recente ontwikkelingen
en de BBV, genoodzaakt gezien in de jaarrekening 2019 een voorziening van ongeveer € 15,2 miljoen te
treffen inzake de kosten van de Regeling FLO-overgangsrecht 75% netto garantie (FLO2018). Het eigen
vermogen van VRG wordt daardoor sterk negatief (ongeveer € 10,3 miljoen). Zoals wettelijk geregeld
moeten de deelnemende gemeente tekorten in de GR opvangen. Op 19 juni 2019 heeft het Algemeen
Bestuur van VRG de meerjarenbegroting 2020-2023 goedgekeurd en daarmee ook reeds € 4,2 miljoen van
de FLO-kosten/voorziening gedekt. In het najaar van 2020 zal VRG, in samenwerking met de deelnemende
gemeenten en in overleg met de Provincie Groningen, een plan uitwerken om het negatieve eigen vermogen
op te lossen. Op basis van de huidige inschatting bedraagt het risico voor onze gemeente ongeveer €
385.000 tot € 690.000 (afgerond) afhankelijk van de wijze waarop het eigen vermogen van VRG en de reeds
in 2020-2023 geraamde bijdragen worden meegenomen.
Grid NV
De gemeente Westerwolde is aandeelhouder in de Grid NV (Gezamelijke Regionale ICT Dienst). In onze
begroting 2021 is een bijdrage van € 919.000 aan de Grid opgenomen. De begroting 2021 van de Grid wordt
in het najaar van 2020 in de aandeelhoudersvergadering van de Grid NV behandeld. De verwachting is dat
de bijdrage van onze gemeente hoger uitvalt dan het geraamde bedrag van € 919.000.
Buiggelden
Eind 2020 wordt de voorlopige rijksbijdrage BUIG voor het jaar 2021 bekend gemaakt. De bijdrage voor het
jaar 2021 wordt pas eind 2021 definitief vastgesteld. Vanaf 2020 hebben wij een overschot op de Buig-
gelden van circa € 300.000. Dit voordeel hebben wij de komende jaren in onze totale exploitatie van de
gemeente opgenomen. Op enig moment zal dit voordeel weer rechtgetrokken worden en daarom zal dit
voordeel binnen de exploitatie als risico moeten worden opgenomen.
Extra middelen Jeugdhulpbudget
2022 t/m 2024
In 2019 heeft het kabinet besloten extra middelen toe te voegen aan het jeugdhulpbudget. In 2019 gaat het
om € 420 miljoen (waarvan € 20 miljoen tijdelijk aan de jeugdautoriteit beschikbaar wordt gesteld) en in 2020
en 2021 om jaarlijks € 300 miljoen. Eind 2020 wordt de uitslag verwacht van het onderzoek naar de kosten
Jeugdzorg. Gemeenten mogen in de aanloop hiervan een raming opnemen vanaf 2022 ter waarde van het
gemeentelijk aandeel in € 300 miljoen (Westerwolde € 460.000). Voor Westerwolde is voorzichtigheidshalve
vanaf 2023 een bedrag van € 180.000 structureel geraamd voor de extra middelen jeugdzorg. De gemeente
Westerwolde neemt zelf maatregelen ter beperking van de kosten jeugdzorg door nog meer in te zetten op
het voorliggend veld. Voor het jaar 2022 is het volledige aandeel in de 300 miljoen, te weten € 460.000,
geraamd. Dit naar aanleiding van het verschijnen van de septembercirculaire waarbij in elk geval voor het
jaar 2022 het budget van 300 miljoen beschikbaar is gesteld.
Algemene uitkering gemeentefonds
Jaarlijks ontvangt de gemeente ruim € 48 miljoen uit het gemeentefonds. De rijksoverheid kijkt bij de
verdeling van het gemeentefonds onder meer naar het aantal inwoners, jongeren en uitkeringsgerechtigden
en de oppervlakte van de gemeente. Bij de circulaires in mei, september en december kan het voorkomen
dat er wijzigingen zijn in de hoogte van de algemene uitkering. Een structureel risico in de algemene
uitkering is de raming van de ruimte onder het BCF plafond van € 89.000. De laatste berichtgeving in de
meicirculaire 2020 luidt dat deze ruimte jaarlijks minder dreigt te worden.
Werkvoorzieningschap
Vanaf 1 januari 2015 is de WSW afgesloten voor nieuwe instroom en is de wachtlijst komen te vervallen. Het
uitvoeren van de reguliere dienstverbanden, heeft de gemeente aan Wedeka en Afeer overgedragen.
Indicatiestelling wordt uitgevoerd door UWV. De gemeente ontvangt de rijkssubsidie door de uitvoering van
de WSW rechtstreeks van het Rijk.
Wedeka komt in de concept begroting 2021 uit op een nadelig saldo van € 6.928.000, terwijl de reserve
volledig uitgeput is. Het nadelig saldo komt volledig voor rekening van de deelnemende gemeenten. Het
aandeel van de gemeente Westerwolde in het nadelig saldo voor 2021 is + 18,3 procent, zijnde € 1.261.000.
Ook vanaf 2022 komen de tekorten van Wedeka volledig ten laste van de deelnemende gemeenten. De
bijdrage voor Westerwolde bedraagt in 2022 t/m 2024 respectievelijk € 1.366.000; € 1.445.000 en
€ 1.493.000.
Bij de start van Afeer is overeengekomen om de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage aan Afeer te bepalen op
basis van een drietal elementen (verdeelsleutels) namelijk bijdragen voor de uitvoering van de WSW, voor
beschut werken en voor de re-integratietaak.
Ten opzichte van deze huidige regeling is de bepaling van de bijdrage in het exploitatietekort opnieuw
omschreven, omdat de verdeelsystematiek in de huidige regeling als gevolg van gewijzigd rijksbeleid niet
meer te bepalen is. De nieuwe verdeelsystematiek voor de gemeentelijke bijdrage in het exploitatieresultaat
wordt per bestuursperiode bepaald, waardoor deze voorspelbaar en tussentijds inzichtelijk en toetsbaar
wordt.
De concept begroting 2021 Afeer sluit met een negatief exploitatieresultaat van € 28.224.000.Het aandeel
van Westerwolde hierin bedraagt met de invoering van de nieuwe verdeelsystematiek € 3.488.000. De re-
integratie van werkzoekenden trede 3 en hoger zijn met ingang van 2019 budgettair neutraal overgegaan
naar Afeer. In hoofdlijnen komt dit neer dat de van Afeer geraamde bijdrage lumpsum ad € 950.000 vervalt
en daar tegenover vervallen de diverse lasten behorend tot de uitvoering van de re-integratie van
bijstandscliënten. Ook na 2021 komen de tekorten van Afeer volledig ten laste van de deelnemende
gemeenten. De bijdrage voor Westerwolde bedragen voor de jaren 2022 t/m 2024 respectievelijk €
3.432.000; € 3.339.000 en € 3.268.000.
In het verleden heeft Afeer (Synergon) verliezen gedekt uit het eigen vermogen. Inmiddels heeft Afeer geen
eigen vermogen meer. Eventuele tegenvallers zullen moeten worden opgevangen door de deelnemende
gemeenten.
Niet te kwantificeren risico’s
Rechtmatigheid en interne controle
De (interne) organisatie is verantwoordelijk voor een adequate inrichting van de administratieve organisatie
en interne beheersing binnen de afdelingen alsmede voor het afleggen van verantwoording. Dat vraagt niet
alleen om het inhoudelijk inrichten van processen en procedures, maar ook het inschatten van risico’s, het
inrichten van beheersmaatregelen en het afleggen van verantwoording. Om een adequate procesgang te
kunnen borgen, zullen er procesbeschrijvingen opgesteld moeten worden, (interne) controlemaatregelen
aangebracht worden in de lijn en verantwoording worden afgelegd over de uitvoering van deze controles.
Het geheel zal ingebed moeten worden in de totale cyclus van beheersing met een duidelijke aansturing
vanuit de organisatie aan de voorkant en een evaluatie van de uitkomsten aan de achterkant op
managementniveau. De urgentie is hoog met het oog op ontwikkelingen op het gebied van rechtmatigheid
en het financiële perspectief van de gemeente. Vanaf 2021 moet het college van Burgemeester en
Wethouders een in control statement afgeven in het kader van rechtmatigheid.
Informatiebeveiliging
Om te kunnen voldoen aan de eisen zoals gesteld in de Algemene Verordening Gegevens-bescherming
(AVG) is de beveiligingsorganisatie ingericht. Toch blijven er hier ook risico’s die niet gekwantificeerd kunnen
worden. Dit zijn risico’s zoals datalekken of het niet voldoen aan de AVG.
Personeelsbeleid
Steeds vaker zien we dat het lastig is om goed gekwalificeerd personeel te werven en te behouden. Het
risico bestaat daarbij dat we onvoldoende expertise en/of capaciteit hebben. Door tijdelijke externe inhuur
kunnen tegen extra kosten de meest kwetsbare functies worden ingevuld. Dit brengt een financieel risico
met zich mee, waarvan de exacte hoogte vooraf lastig in te schatten valt. De komende periode zal vooral in
het teken staan van de (door)ontwikkeling van medewerkers en teams.
Wethouderspensioenen
Beide rechtsvoorgangers van de gemeente Westerwolde kenden verschillende handelswijzen met
betrekking tot het treffen van een voorziening voor de wethouderspensioenen. Niet voor alle pensioen-
gerechtigden is een voorziening gevormd, veroorzaakt doordat sommige opgebouwde rechten heel oud zijn
(van vóór de BBV-regelgeving) en doordat een deel van de pensioenen niet in eigen beheer is maar is
ondergebracht bij een verzekeraar. Wij zijn volop bezig om op persoonsniveau alle rechten en afspraken in
beeld te brengen en waar mogelijk de handelswijzen, administratievoering en onderbouwende
berekeningen te harmoniseren. Dat betekent dat er met betrekking tot deze post in de begroting inherent
sprake is van een bepaalde mate van onzekerheid, die vanwege de op dit moment nog niet beschikbare
informatie en documentatie niet financieel vertaald kan worden.
Covid-19 (Corona)
De uitbraak van COVID-19 (Corona) eind februari 2020 heeft een enorme impact op ons allemaal. De
wereldwijde pandemie leidt tot ongekende omstandigheden. Voor de aanpak van COVID-19 kijken wij wat
we, aanvullend op de landelijk maatregelen van het Rijk, kunnen doen. Dit raakt beleidsterreinen van onze
organisatie. We streven naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen
en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale)
besluitvorming en hebben daarvoor de nodige interne maatregelen genomen.
Financiële Kengetallen
Op 9 juli 2015 heeft een wijziging plaatsgevonden in het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording). Deze
wijziging houdt in dat met ingang van de begroting 2016 en de jaarrekening 2015 zes kengetallen moeten
worden opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de
jaarrekening.
Deze kengetallen zijn erop gericht om de raad op eenvoudige wijze inzicht te geven in de financiële positie
(en het verloop daarvan) van de gemeente.
De zes kengetallen zijn in onderstaande tabel weergegeven en omvatten het volgende:
1.
Netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de medeoverheid ten opzichte van
de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de
exploitatie drukken.
2.
De solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de medeoverheid in staat is aan zijn financiële
verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage
van het balanstotaal.
3.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de
eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor
nodig is.
4.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de
berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie
bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting en uitgedrukt in een
percentage.
5.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het
landelijk gemiddelde. Het betreft hier de woonlasten meerpersoonshuishoudens in jaar t (het begrotingsjaar)
ten opzichte van het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar), uitgedrukt
in een percentage.
Overzicht financiële kengetallen
Kengetallen
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2021
2022
2023
2024
Netto schuldquote
17%
16%
14%
12%
Netto schuldquote gecorrigeerd
24%
23%
21%
20%
voor alle verstrekte leningen
Solvabiliteitsrato
45%
45%
46%
46%
Grondexploitatie
6%
6%
7%
7%
Structurele exploitatieruimte
-1,0%
-0,9%
-0,5%
-0,8%
Belastingcapaciteit
104%
104%
104%
104%
Met deze set van kengetallen wil de wetgever de raadsleden ondersteunen bij het geven van inzicht in de
financiële positie van de gemeente.
De netto schuldquote is niet primair gericht op een beoordeling van het weerstandsvermogen, maar beoogt
inzicht te geven in de mate waarin de vaste schuld van de gemeente drukt op de begroting. De provinciale
toezichthouder beoordeelt een schuldquote onder de 90 procent als minst risicovol. Met een netto
schuldquote van rond de 17 procent kan geconstateerd worden dat de schuldenlast van de gemeente niet
excessief op de begroting drukt.
De weergegeven kengetallen voor solvabiliteitsrisico, structurele exploitatieruimte, grondexploitatie en
belastingcapaciteit kunnen in de eerste plaats als aanvulling gezien worden op de beoordeling van het
weerstandsvermogen. Ook mag tevens geconstateerd worden dat de risico’s op de grondexploitatie beperkt
zijn.
Conclusie
De gemeente Westerwolde beschikt over een incidentele weerstandscapaciteit van € 8.406.457 om de
incidentele risico’s van € 2.186.108 af te dekken en een structurele weerstandscapaciteit van € 1.337.443
teneinde de structurele risico’s van € 5.855.110 op te vangen. De ruimte binnen de incidentele
weerstandcapaciteit kan gebruikt worden om structurele tegenvallers gedurende een begrotingsjaar op te
vangen. In het volgende begrotingsjaar wordt, waar nodig, een oplossing gezocht voor tegenvallers met een
structureel gevolg. Zodoende mag geconcludeerd worden dat de gemeente Westerwolde voldoende
weerstandsvermogen heeft.