Financiële positie
Gemeentefonds
De algemene uitkering van het gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2018.
Het gemeentefonds
2019 heeft landelijk gezien de volgende omvang:
Algemene uitkering
83 %
Deelfonds sociaal domein
14 %
Integratie- en decentralisatie uitkering
3 %
Totaal
100 %
Ingaande
2019
is
het
integreerbare
deel
van de Integratieuitkering Sociaal
domein
(IU-SD) overgeheveld
naar
de
algemene
uitkering
van
het
gemeentefonds.
Uitzondering
hierop
zijn
de
onderdelen:
Wmo
beschermd
wonen,
Jeugd
voogdij18+
en participatieonderdelen Wajong,
begeleiding en WSW.
Hiervoor
wordt nog een aparte IU-SD verstrekt.
In de begroting 2019 en bijbehorende meerjarenraming is voor het sociaal domein het principe van financiële
budgetneutraliteit
nog
wel
gehandhaafd. Dit wordt gefaciliteerd door de pakketbeheerder van de algemene
uitkering
(Pauw)
die
informatie
heeft
verstrekt
over
de
omvang
van
de
naar
de
algemene
uitkering
overgehevelde budgetten sociaal domein.
Met
ingang van 2019 worden geen voorschotten meer verstrekt voor de ruimte die gemeenten onder het
BCF plafond blijven en die wordt toegevoegd aan de algemene uitkering. Dit betekent een aframing van de
algemene uitkering Westerwolde van uiteindelijk ruim 1 miljoen (in 2022).
In de toekomst wordt jaarlijks op
basis van de laatste inzichten bij de septembercirculaire van het lopende jaar een nieuw eerste voorschot
gegeven
voor
het
lopende
jaar.
Al
met
al
een
groot
financieel
verlies
in
het
budgettair
kader van de
gemeenten.
De
provinciaal
toezichthouder
stond
de
voorschotregeling
immers
als
structureel
dekkingsmiddel
toe
in
de (meerjaren)-begroting.
Inmiddels
heeft
de provinciaal
toezichthouder
ingestemd
met het ramen van een deel van deze ruimte. Voor de berekening is uitgegaan van 50 procent van de ruimte
onder
het
BCF
plafond
van
de
jaarschijf
2019
zoals
is
aangegeven
in
de
Meicirculaire
2018
van het
gemeentefonds. Dit bedrag is uit voorzichtigheid meerjarig constant gehouden. Voor Westerwolde betekent
dit een positieve bijstelling van € 385.000 van het gemeentefonds voor de jaren 2019 t/m 2022. Dit bedrag is
ook in de risicoparagraaf meegenomen.
Wel moet worden opgemerkt dat gemeenten er uiteindelijk niet op tekort komen. Immers, bij de afrekening
BCF bij de Meicirculaire T+1 krijgen de gemeenten waar ze recht op hebben.
Notitie Rente
In deze notitie wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en –baten in de begroting en de
jaarstukken. Doelstelling van deze notitie is het bevorderen van een eenduidige handelwijze met betrekking
tot verwerking van rente door gemeenten (harmonisering),
stimuleren dat gemeenten de (verwachte)
werkelijke rentelasten opnemen in de begroting en de jaarstukken en het eenduidig inzichtelijk maken van
de wijze waarop de gemeenten met rente zijn omgegaan (transparantie).
Vanaf het begrotingsjaar 2018 mogen wij enkel de verwachte werkelijke rentelasten, gesaldeerd met de
verwachte rentebaten, opnemen in de begroting en doorberekenen aan de vaste activa. Daarnaast wordt het
berekenen van een rentevergoeding
over het eigen vermogen en de voorzieningen
afgeraden.
De gevolgen
hiervan voor de begroting zijn nader toegelicht in de paragraaf Financiering.
Meerjarenraming 2020 tot en met 2022
De meerjarenraming geeft een beeld van de financiële positie van de gemeente, op korte en middellange
termijn. Dit beeld is van wezenlijk belang, omdat onder meer de algemene uitkering in een meerjarig kader is
geplaatst. Door hiermee rekening te houden kan de meerjarenraming uitwijzen of de doelstelling van een
sluitende begroting op termijn wordt gerealiseerd.
Uitgangspunten meerjarenramingen
voortzetting van bestaand beleid;
basis is de begroting 2019;
een constant loon- en prijsniveau t.o.v. 2019;
een constant inwonersaantal;
onveranderde
stand van de reserves en voorzieningen (met bekende mutaties is rekening gehouden);
autonome stijging van gemeentelijke belastingen;
vrijkomende kapitaallasten, waarbij is uitgegaan van een gelijkblijvende rentepercentage;
noodzakelijke vervangingsinvesteringen
binnen de begroting;
constante prijzen voor de meerjarenprognose
van de algemene uitkering.
De begroting 2019 presenteren wij met een nadelig saldo van € 912.000. De meerjarenraming laat een
verbetering in het saldo zien, waarbij alleen 2022 een overschot heeft. Met het ombuigingsplan 2019-2022 is
het voorstel om zowel incidenteel als structureel ruimte te reserveren.
Jaar
Resultaat
Ombuigingen
Resultaat
voor ombuigingen
na ombuigingen
2019
912.000
(tekort)
€ 1.380.000
468.000
(overschot)
2020
592.000
(tekort)
€ 1.475.000
883.000
(overschot)
2021
48.000
(tekort)
€ 1.025.000
977.000
(overschot)
2022
358.000
(overschot)
€ 1.130.000
1.488.000
(overschot)
Ombuigingsvoorstellen
Het hiervoor weergeven begrotingsresultaat, maakt duidelijk dat aan ombuigingen niet valt te ontkomen.
Voor de financiële weergave
verwijzen wij u naar onderstaande tabel. Voor verdere informatie van de
ombuigingen verwijzen wij u naar de afzonderlijke bijlage. Wij stellen de raad voor in testemmen met
onderstaande ombuigingsvoorstellen
voor de jaren 2019 tot en met 2022.
Omschrijving
2019
2020
2021
2022
Onttrekking herindelingsgelden
500.000
500.000
Verkoop houtsnippers/hout
10.000
10.000
10.000
10.000
WMO Divers
50.000
50.000
50.000
50.000
Participatie verminderen
inzet trede 1/2
40.000
40.000
40.000
Participatie voorportaal
TDC stopzetten
50.000
50.000
50.000
50.000
Sportstimulering
50.000
50.000
50.000
50.000
Buig gelden
150.000
200.000
200.000
200.000
Onafhankelijke cliëntondersteuning
100.000
100.000
100.000
100.000
Publicatie officiele bekendmakingen
50.000
50.000
50.000
50.000
Formatie
180.000
180.000
225.000
325.000
Verhogen baten belastingen/leges
- Toeristenbelasting
60.000
60.000
60.000
60.000
- Harmonisatie forensenbelasting
10.000
10.000
10.000
10.000
- Verhoging forensenbelasting
5.000
10.000
15.000
Structurele storting reserve COA gelden
95.000
95.000
95.000
95.000
Optimalisering dienstverlening
75.000
75.000
75.000
75.000
Totaal Ombuigingen
1.380.000
1.475.000
1.025.000
1.130.000
Beschikbaar stellen MIP projecten 2019 2022
Zoals eerder aangegeven
is ons streven de komende jaren niet alleen gericht op het realiseren van de
noodzakelijke ombuigingen. Onze ambitie is naast continuering van bestaand beleid en de uitvoering van het
collegeprogramma,
ook nieuwe investeringswensen
voor de komende jaren te realiseren.
Wij stellen u dan ook voor akkoord tegaan met de volgende lijst van MIP-projecten:
Wettelijke verplichting
MIP nr.
Omschrijving
Bedrag
Dekking
Jaar
1903
Afsluiten archieven voormalige gemeenten
220.000
Begroting
2022
1904
Bestrijding eikenprocessierups
50.000
Algemene reserve
2019
1913
Inrichten gemeentelijke gronddepot
180.000
Algemene reserve
2019
1916
Invoering
omgevingswet
750.000
BR omgevingswet
2019-2022
1918
Privacy (budget voor 3 jaren)
90.000
Begroting
2019-2021
1919
Realisering AED netwerk
15.000
Begroting
2019
1924
Verduurzaming openbare verlichting Ter Apel
302.500
Begroting
2019-2020
1925
Verduurzaming openbare verlichting Blijham
195.000
Begroting
2019-2020
1926
Verwijderen zieke bomen en herplant
150.000
Begroting
2019-2020
1929
Integraal huisvestingsplan Onderwijs
50.000
Begroting
2019
Coalitieakkoord
MIP nr.
Omschrijving
Bedrag
Dekking
Jaar
1907
Cittaslow
10.000
Begroting
2019-2022
1910
Ecologisch bermbeheer
13.500
Begroting
2019-2020
1911
Fonds leefbare dorpen Westerwolde
300.000
Algemene reserve
2019-2022
1912
Gebiedsgericht werken
12.000
Begroting
2019-2022
1914
Marketing recreatie en toerisme
194.000
Begroting
2019-2022
In stand houden Westerwolde
MIP nr.
Omschrijving
Bedrag
Dekking
Jaar
1901
Fiets-voetpad Spetsebrugweg Vlagtwedde
70.000
Begroting
2019
1902
Onderhoud aanlegvoorzieningen en steigers
17.000
Begroting
2019-2022
1905
Materieel voor planmatig onderhoud bomen
242.500
Begroting
2019-2022
1906
Onderhoud bruggen
1.070.000
Begroting
2019-2022
1915
Materieel openbare werken
277.830
Begroting
2019-2022
1920
Aanbrengen reflecterende belijning
27.000
Begroting
2020-2022
1921
Renovatie hoofdveld VV Sellingen
45.000
Begroting
2020-2022
1922
RSG inrichting openbare ruimte
289.606
BR onderwijshuisv.
2019
1930
Bibliotheekwerk
116.330
Begroting
2019
1931
Kapitaallasten opnemen in de begroting
92.000
Begroting
2019-2022
1932
Nota onderhoud gemeentelijke gebouwen
24.200
Begroting
2019
1933
Renovatie atletiekbaan ’t Heem Ter Apel
11.108
Begroting
2020-2022
1934
Renovatie 2 tennisbanen
41.140
Begroting
2020-2022
Duurzaamheid
MIP nr.
Omschrijving
Bedrag
Dekking
Jaar
1908
Duurzaam Westerwolde
300.000
BR duurzaamheid
2019
1909
Duurzaamheid landbouw
20.000
BR duurzaamheid
2019-2022
1923
Uitvoeringsplan
duurzaamheid
270.000
BR duurzaamheid
2019-2021
Organisatie
MIP nr.
Omschrijving
Bedrag
Dekking
Jaar
1917
Organisatieontwikkeling
250.000
Begroting
2019-2020
1927
Gemeentehuis Westerwolde
PM
Begroting
1928
Verbeteren interne-externe dienstverlening
PM
Herindelingsreserve
Totaal
Jaar
Incidenteel
Structureel
2019
945.950
484.182
2020
440.423
622.393
2021
320.000
716.393
2022
370.000
763.243
Voorgesteld wordt om de MIP kredieten welke in 2019 op de agenda staan beschikbaar testellen met
uitzondering van de MIPnummer 1906, 1908, 1911, 1914, 1916 en 1923. Deze MIP voorstellen worden eerst
voor planvorming aan de gemeenteraad aangeboden alvorens het krediet beschikbaar wordt gesteld. De
bedragen zijn nog niet verwerkt in de primitieve begroting van 2019 en volgende jaren.
Reserves en voorzieningen
Van belang voor een goede beoordeling van onze financiële positie is ook de stand van zaken met
betrekking tot reserves en voorzieningen.
De reserves en voorzieningen
van de gemeenten Bellingwedde en
Vlagtwedde zijn per 1 januari 2018 één op één overgegaan
naar de gemeente Westerwolde. Bij de
begrotingsbehandeling
wordt de nota reserves en voorzieningen
aangeboden.
Hierbij gaat een individuele
beoordeling van alle reserves en voorzieningen plaatsvinden.
Per reserve of voorziening
moet worden
besloten of deze kunnen worden voortgezet, opgeheven,
samengevoegd
of afgeroomd.
Onderstaand overzicht geeft per 1 januari 2018 de saldi weer van de gemeenten Vlagtwedde en
Bellingwedde samen. Per 1 januari 2019 resulteert dat in de navolgende
geprognosticeerde saldi voor de
gemeente Westerwolde:
1/1/2018
1/1/2019
Algemene reserves
15.048.620
9.104.136
Bestemmingsreserves
20.613.740
17.771.847
Gebonden (bestemmings-)reserves
kapitaallasten
€ 5.196.305
€ 7.122.812
40.858.665
33.998.795
De voorzieningen
zijnals volgt te specificeren:
1/1/2018
1/1/2019
Voorzieningen Algemene Dienst
4.615.584
5.517.579
De gebonden reserves zijn in bovenstaand
overzicht apart opgenomen. Gebonden reserves
zijnreserves
waarvan de aanwending niet vrij is. Ze worden ingezet ter dekking van kapitaallasten in de begroting op
basis van in het verleden genomen besluiten.
Voor een nadere specificatie wordt overigens
verwezen naar de staat van reserves en voorzieningen,
die als
bijlage in de programmabegroting 2019 is opgenomen.
Voor een meer gedetailleerde beoordeling van de financiële positie zijn niet alleen de verwachte saldi van de
reserves bij aanvang van het begrotingsjaar van belang. Het is ook belangrijk te weten welk beslag er in de
begrotingsjaren daarna reeds op de algemene- en bestemmingsreserves
ligt. Op die manier kan worden
bepaald welk deel nog vrij besteedbaar is.
In onderstaand overzicht is per groep reserves weergegeven
op welk deel van de reserves voor de komende
jaren reeds beslag ligt. Dit kan zijn door raadsbesluit, toekenningsbesluit of door de meerjarenraming.
Door hun aard is er bij de gebonden reserves en bij de voorzieningen geen sprake van een vrij besteedbaar
deel.
De verwachte toekomstige mutaties in de reserves zijnals volgt te specificeren:
Algemene reserves
Bestemmingsreserves
Verwachte saldi per 1/1/2019
9.104.136
17.771.847
Nog te accorderen Mip projecten van de “doen”-lijst
-450.000
-
Verwachte mutaties 2019
549.036
-370.010
Verwachte mutaties 2020, 2021 en 2022
1.379.984
144.883
Reserves t.b.v. onderwijs **
-
-4.898.630
Saldireserve (dient ter dekking in de exploitatie) *
€ -8.000.000
€ -
€ 2.583.156
€ 12.648.090
*
In afwachting van een nieuwe nota reserves en voorzieningen hanteren we hier vooralsnog de
uitgangspunten van de voormalige gemeente Bellingwedde en voormalige gemeente Vlagtwedde.
**
voor de onderwijsreserves
is het uitgangspunt dat hier 100 procent beslag op ligt. Deze reserves
dienen ter egalisatie van lasten over de jaren en worden gevoed uit specifiek daarvoor bestemde
rijksmiddelen. Normaliter is hier geen sprake van overschotten op lange termijn.