3. Treasury
Inleiding
Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is bij raadsbesluit van 27
oktober 2015, no. 9 een Treasurystatuut vastgesteld. Dit statuut beoogt het sturen en beheersen
van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de
financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De wet Fido is
een belangrijk wettelijke kader voor de financieringsfunctie van de gemeenten. Deze wet is
geëvalueerd en is per 1 januari 2009 van kracht geworden. Er is dagelijks aandacht voor het
liquiditeiten-beheer
van
onze
gemeente.
Periodiek
wordt
de
samenstelling
van
de
leningenportefeuille
bekeken. Aan de hand van
een analyse
van
de
ontwikkeling van
de
structurele geldstromen is een liquiditeitenplanning opgesteld, waardoor een betere sturing op
het doen van werkelijke betalingen in relatie met (verwachte) ontvangsten mogelijk is. De
ontwikkeling van een gedegen liquiditeitsplanning heeft enige tijd gekost, omdat ervaring een
belangrijke informatiebron is.
Schatkistbankieren
Het schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun liquide middelen voortaan aan te
houden bij de schatkist van het Rijk. Schatkistbankieren vertaalt zich direct in een lagere
staatsschuld. ‘Iedere euro die deelnemers aan het schatkistbankieren bij de schatkist aanhouden,
vermindert
de
externe
financieringsbehoefte
van
de
Staat.
Het
draagt
ook
bij
aan
het
terugdringen van risico’s van bijvoorbeeld beleggingen van decentrale overheden.
Verplicht schatkistbankieren voor de decentrale overheden is ingesteld om de overheidsschuld
terug te
dringen.
De
verplichting houdt
volgens
het
kabinet
echter
ook haar
waarde
als
Nederland
in
de
toekomst
weer
blijft
binnen
de
door
Europa
vastgestelde
schuldgrens.
Schatkistbankieren is dus een structurele maatregel.
Binnen de wetelijke grenzen mogen de decentrale overheden:
Gelden minder dan 0,75% van het begrotingstotaal in eigen beheer worden gehouden. Dit
geldt voor gemeenten met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen.
Decentrale overheden kunnen te allen tijde geld aan elkaar uitlenen uit hoofde van de
publieke taak.
Schatkistbankieren
Het schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun liquide middelen voortaan aan te
houden bij de schatkist van het Rijk. Schatkistbankieren vertaalt zich direct in een lagere
staatsschuld. ‘Iedere euro die deelnemers aan het schatkistbankieren bij de schatkist aanhouden,
vermindert
de
externe
financieringsbehoefte
van
de
Staat.
Het
draagt
ook
bij
aan
het
terugdringen van risico’s van bijvoorbeeld beleggingen van decentrale overheden.
Verplicht schatkistbankieren voor de decentrale overheden is ingesteld om de overheidsschuld
terug te
dringen.
De
verplichting houdt
volgens
het
kabinet
echter
ook haar
waarde
als
Nederland
in
de
toekomst
weer
blijft
binnen
de
door
Europa
vastgestelde
schuldgrens.
Schatkistbankieren is dus een structurele maatregel.
Binnen de wetelijke grenzen mogen de decentrale overheden:
Gelden minder dan 0,75% van het begrotingstotaal in eigen beheer worden gehouden.
Dit geldt voor gemeenten met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen.
Decentrale overheden kunnen te allen tijde geld aan elkaar uitlenen uit hoofde van de
publieke taak
Risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend
verstrekken aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf
advies wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de
betreffende partij;
De gemeente mag middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze
uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van
inkomen door het lopen van overmatig risico;
het gebruik van derivaten is toegestaan, maar deze worden uitsluitend toegepast ter
beperking van financiële risico’s.
Kasgeldlimiet en rente-risiconorm
Voor het beheersen van renterisico’s gelden twee richtlijnen, te weten:
de kasgeldlimiet;
de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft de limiet aan voor de vlottende schuld van een gemeente. Onder
vlottende schuld worden ondermeer begrepen leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar en
schulden in rekening courant verminderd met onder andere contante gelden en tegoeden in
rekening courant. De kasgeldlimiet wordt bepaald door een percentage van de totale begroting
van de gemeente bij aanvang van het dienstjaar. Zodra een gemeente met de omvang van de
vlottende middelen deze grens structureel overschrijdt, ontstaat een verplichting de omvang van
de vlottende middelen te verlagen. Dit is mogelijk door vlottende middelen te vervangen door
een langlopende geldlening. Indien de gemeente voor het derde achtereenvolgende kwartaal een
overschrijding heeft van de kasgeldlimiet moet de Provincie op de hoogte worden gesteld. Voor
2017
bedraagt
het
begrotingstotaal
51,3
(situatie
juni
2016)
miljoen
euro.
Het
door
het
Ministerie vastgestelde percentage bedraagt 8,5%. Derhalve bedraagt de kasgeldlimiet voor
onze gemeente in 2017 € 4,4 miljoen. Dit is dus het maximum wat de gemeente aan vlottende
schuld mag hebben.
Renterisiconorm
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De nieuwe
renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de rente-herzieningen niet
meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Voor onze gemeente betekent dit een
absolute norm van 20% van 51,3 miljoen(juni 2016) euro is € 10,3 miljoen euro.
Deze norm is voor de gemeente Vlagtwedde ruim voldoende met een leningen-portefeuille van
€ 475.567 (per 1 januari 2017) waarvan de jaarlijkse aflossing € 80.527 bedraagt. De norm
beoogt een evenwichtige opbouw van de leningen in de tijd.
Berekening ( bedragen x € 1.000)
Stap
Componenten
2017
2018
2019
2020
1
Renteherziening
2
aflossing
691
744
496
547
3
Renterisico (1+2)
691
744
496
547
4
renterisiconorm
5.180
5.180
5.180
5.180
5
ruimte
4.489
4.436
4.684
4.633
begrotingstotaal
25.900
percentage
20%
renterisiconorm
5.180
De gemeente Bellingwedde blijft ruim binnen de renterisiconorm
Renterisico
Het renterisico is dus het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten
van de gemeente door rente-wijzigingen. Dit is voor onze gemeente gering, gelet op het
schuldrestant van de leningen (€ 475.567 op, 1 januari 2017).
Kasbeheer
Het kasgeldbeheer heeft betrekking op geldstromenbeheer en saldo- en liquiditeiten-beheer
korter dan 1 jaar. Het betalings-verkeer wordt zoveel mogelijk via één bank, de Bank Neder-
landse Gemeenten (BNG), uitgevoerd. Door gebruikmaking van de overeenkomst financiële
dienstverlening van deze bank wordt een optimaal rendement bereikt.
Teneinde de kosten van het geldstromen-beheer te beperken, wordt:
het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de
liquiditeitsplanning
af
te
stemmen.
Hierbij
wordt
erop
toegezien
dat
de
liquidi-
teitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden
voldaan;
het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank (BNG).
Renterisico
Het renterisico is dus het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten
van de gemeente door rente-wijzigingen.
Dit is voor onze gemeente gering, gelet op het schuldrestant van de leningen (€ 475.567 op,
1 januari 2017).
Kasbeheer
Het kasgeldbeheer heeft betrekking op geldstromenbeheer en saldo- en liquiditeiten-beheer
korter dan 1 jaar. Het betalings-verkeer wordt zoveel mogelijk via één bank, de Bank Neder-
landse Gemeenten (BNG), uitgevoerd. Door gebruikmaking van de overeenkomst financiële
dienstverlening van deze bank wordt een optimaal rendement bereikt. Teneinde de kosten van
het geldstromen-beheer te beperken, wordt:
het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de
liquiditeitsplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie
voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden voldaan;
het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank (BNG).
Leningenportefeuille en financieringsbehoefte
Opgenomen geldleningen
Per 1 januari 2017
bedragen de opgenomen vaste geldleningen € 475.567, waarvan € 310.599
aan Acantus is doorverstrekt. Deze lening wordt in 2035 in één keer afgelost.
Uitgezette middelen
Het saldo van de uitgezette middelen bedraagt per ultimo augustus 2016 € 1.665.719. Dit geld is
i.v.m. verplicht schatkist bankieren belegd bij de schatkist..
Administratieve organisatie, interne controle en verantwoordelijkheden
In het treasurystatuut zijn de functies, verantwoordelijkheden en bevoegdheden opgenomen. Er
wordt gewerkt op basis van de algemene uitgangspunten opgenomen in de artikelen 16 en 17
van het treasurystatuut.