UITEENZETTING FINANCIELE POSITIE EN TOELICHTING
Algemeen
De term financiële positie kan worden gedefinieerd als het vermogen van de gemeente Tholen in relatie tot de
exploitatie, met inachtneming van de risico’s. Deze term is daarom een breder begrip dan het vermogen, maar is
ook een breder begrip dan het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen richt zich namelijk alleen op de
mogelijkheden tot het opvangen van onverwachte tegenvallers. De uiteenzetting van de financiële positie maakt
duidelijk hoe de gemeente er financieel voor staat.
Financiële positie
Op grond van het BBV dient meerjarig een verplichte basisset aan financiële kengetallen opgenomen te worden.
Voor
de
kengetallen
wordt
verwezen
naar
de
paragraaf
”Weerstandsvermogen
en
risicobeheersing”.
De
kengetallen geven gezamenlijk op eenvoudige wijze inzicht in de financiële positie.
Programmabegroting 2023 en meerjarenraming 2024-2026
Op basis van de vastgestelde kadernota 2023 hebben wij de programmabegroting 2023 en de meerjarenraming
2024-2026 opgesteld. De meerjarenraming laat de volgende positieve saldi zien (bedragen x € 1.000):
Programmabegroting
2023
2024
2025
2026
Saldo
1.183
669
2.040
225
Duurzaam financieel beleid
Op basis van de huidige uitgangspunten ontstaat in 2032 een overschot van € 325.000
Investeringen
Hieronder wordt het totaal van de investeringplanningen 2023 t/m 2026 weergegeven (bedragen x € 1.000):
2023
2024
2025
2026
Geplande investeringen
10.490
1.814
3.603
5.546
Voor een gedetailleerd overzicht van de geplande investeringen voor de jaren 2023 tot en met 2026 wordt
verwezen naar de bijlage ”Investeringsplanning 2023-2026”. Om te zorgen dat de kosten van de investeringen ten
laste komen van burgers en bedrijven die er profijt van hebben, is vanaf 2017 de systematiek van activering en
afschrijving voor alle investeringen gelijk getrokken: ook investeringen met een maatschappelijk nut (bijv.
rehabilitaties van wegen) worden geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven.
Daarmee wordt tegelijkertijd een betere vergelijkbaarheid tussen gemeenten verkregen.
Ontwikkeling van de schuldpositie
Hieronder wordt de ontwikkeling van de schuldpositie weergegeven:
Tholen
Tholen
Tholen
Kritische
R 2021
B 2022
B 2023
norm
Netto schuldquote: netto schuld / exploitatie (%)
49%
54%
76%
130%
Voor
een
gedetailleerde
uiteenzetting
wordt
verwezen
naar
de
paragraaf
”Weerstandsvermogen
en
risicobeheersing”.
Stand en verloop van de reserves
Hieronder wordt het (meerjarig) verloop van de reserves weergegeven:
OVERZICHT VERLOOP STAND RESERVES
periode 1 januari 2023 / 1 januari 2027
1
2
3
4
5
6
saldo per
saldo per
saldo per
saldo per
saldo per
NAAM RESERVE
1 januari
1 januari
1 januari
1 januari
1 januari
2023
2024
2025
2026
2027
Reserves
1a. Algemene reserves
Algemene reserve (vrij besteedbaar)
3.043.000
3.043.000
3.043.000
3.043.000
3.043.000
Idem (niet vrij besteedbaar)
20.090.000
20.090.000
24.590.000
27.787.000
28.745.000
Begrotingssaldo
418.000
1.601.000
2.270.000
4.310.000
4.535.000
1d. Overige bestemmingsreserves
PZEM-dividend
2.336.000
2.336.000
2.336.000
2.336.000
2.336.000
Investeringsfonds samenleving
160.000
310.000
310.000
310.000
310.000
Rekenkamercommissie
38.000
45.000
51.000
57.000
64.000
Studiefaciliteiten
231.000
231.000
231.000
231.000
231.000
Flankerend personeelsbeleid
83.000
108.000
133.000
158.000
183.000
ISV
17.000
17.000
17.000
17.000
17.000
Buitensportaccommodaties
227.000
227.000
227.000
227.000
227.000
Totaal reserves
26.643.000
28.008.000
33.208.000
38.476.000
39.691.000
Mutaties
1.365.000
5.200.000
5.268.000
1.215.000
De reservepositie van de gemeente stijgt naar verwachting van € 26,6 miljoen op 1 januari 2023 naar € 39,7
miljoen op 1 januari 2027. De stijging van met name de algemene reserve niet vrij besteedbaar, komt vooral door
toevoeging van de verwachte winsten op de grondexploitatiecomplexen voor woningbouw en bedrijventerreinen.
Stand en verloop van de voorzieningen
Hieronder wordt het (meerjarig) verloop van de voorzieningen weergegeven:
OVERZICHT VERLOOP STAND VOORZIENINGEN
periode 1 januari 2023 / 1 januari 2027
1
2
3
4
5
6
saldo per
saldo per
saldo per
saldo per
saldo per
NAAM VOORZIENING
1 januari
1 januari
1 januari
1 januari
1 januari
2023
2024
2025
2026
2027
Voorz. voor verplichtingen, verliezen en risico’s
Overdracht pensioenen
2.975.000
3.003.000
3.031.000
3.059.000
3.087.000
Wachtgeldverplichtingen
15.000
0
0
0
0
Precariobelasting
1.750.000
0
0
0
0
Onderhoudsegalisatievoorzieningen
Onderhoudsvoorziening havens
392.000
427.000
467.000
400.000
439.000
Onderhoud wegen
934.000
1.368.000
1.324.000
1.111.000
938.000
Onderhoud openbare verlichting
85.000
82.000
87.000
84.000
81.000
Onderhoud gebouwen
15.000
85.000
180.000
190.000
209.000
Voorz. toekomstige vervangingsinvesteringen
Vervangingsinvesteringen riolering
718.000
1.331.000
2.066.000
1.728.000
1.806.000
Beklemde middelen van derden met spec. aanw.richting
Riolering
333.000
322.000
278.000
168.000
91.000
Afvalstoffenheffing
195.000
0
0
0
0
Begraafplaatsen
219.000
219.000
219.000
219.000
219.000
Legaat mevrouw Vercouteren
22.000
0
0
0
0
Totaal voorzieningen
7.653.000
6.837.000
7.652.000
6.959.000
6.870.000
Mutaties
-816.000
815.000
-693.000
-89.000
Weerstandsvermogen
Bij het proces ‘’Tholen (financieel) in balans’’ is besloten dat wij vanaf 2020 een ratio weerstandsvermogen
nastreven van minimaal 1,5. De ratio weerstandsvermogen is voor 2023 berekend op 9,1. De sterke groei van de
ratio weerstandsvermogen wordt veroorzaakt door de afname van de benodigde weerstandscapaciteit enerzijds.
Anderzijds door het reserveren van verwachte winsten uit de grondexploitatie. Dit laatste is nodig voor de
ontwikkeling van de solvabiliteit. Het door uw raad gewenste solvabiliteitsratio van 20% in 2022 is bereikt. Bij de
behandeling van de kadernota 2022 heeft u via een motie de doelstelling opwaarts bijgesteld naar 30% in 2030.
Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf ”Weerstandsvermogen en risicobeheersing”.
Woonlastendruk
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks een ’Atlas
van de lokale lasten’. Hierin is onder andere een overzicht opgenomen van het gemiddelde lastenniveau in alle
gemeenten in Nederland. In dit overzicht stond de gemeente Tholen in 2022, in de rangorde van ’goedkoop’ naar
’duur’, voor wat betreft de meerpersoonshuishoudens op plaats 39 (2021: 54). De gemiddelde woonlasten in
Nederland bedragen in 2022 voor een meerpersoonshuishouden (eigenaar en gebruiker) € 904 en voor een
eenpersoonshuishouden (eigenaar en gebruiker) € 827. Voor meer informatie verwijzen we u naar de paragraaf
”Lokale heffingen”.
Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume
Onder arbeidskosten gerelateerde verplichtingen worden de aanspraken verstaan op toekomstige uitkeringen
door
het
huidige
dan
wel
voormalige
personeel.
Het
BBV
schrijft
voor
dat
voor
jaarlijks
terugkerende
arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume geen verplichting mag worden opgenomen,
gezien het feit dat het geen nuttige toevoeging is en de jaarlijkse verplichtingen worden opgenomen in de
begroting en de meerjarenraming. Dit biedt voldoende garantie omdat de lasten ieder jaar globaal vergelijkbaar
zijn. Om wel het benodigde inzicht te verkrijgen is de eis gesteld om deze verplichtingen in de toelichting op de
financiële
positie
op
te
nemen.
De
jaarlijks
terugkerende
arbeidskosten
gerelateerde
verplichtingen
van
vergelijkbaar volume betreffen met name de overlopende verlofaanspraken (ca. € 600.000).
Geprognosticeerde begin- en eindbalans
Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo wordt in artikel 20 BBV voorgeschreven dat
bij de uiteenzetting van de financiële positie een geprognosticeerde balans voor het begrotingsjaar wordt
opgenomen. Op grond van artikel 22, eerste lid BBV dient dit ook voor de drie jaren volgend op het begrotingsjaar
te geschieden. Met het opnemen van een geprognosticeerde balans, ook in de meerjarenraming, krijgt uw raad
meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en
in de financieringsbehoefte. De geprognosticeerde balans voor het begrotingsjaar en de meerjarenraming bevat
tenminste de posten die nodig zijn om het gemeentelijke aandeel in het EMU-saldo te kunnen afleiden: de som
van de mutaties van de vaste en vlottende financiële activa minus de som van de mutaties van de vaste en
vlottende schuld.
Activa
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
Vaste activa
Materiële vaste activa
49.759.000
55.887.000
74.465.000
81.132.000
79.709.000
78.806.000
80.266.000
Immateriële vaste activa
1.469.000
1.332.000
1.936.000
1.805.000
1.671.000
1.542.000
1.416.000
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen
272.000
300.000
300.000
300.000
300.000
300.000
300.000
Leningen aan verbonden partijen
8.480.000
2.002.000
2.002.000
2.002.000
2.002.000
2.002.000
2.002.000
Overige langlopende leningen u/g
1.042.000
1.200.000
3.536.000
4.036.000
4.036.000
4.036.000
4.036.000
Overige uitzettingen
2.573.000
2.763.000
2.763.000
2.763.000
2.763.000
2.763.000
2.763.000
Totaal vaste activa
63.595.000
63.484.000
85.005.000
92.038.000
90.481.000
89.449.000
90.783.000
Vlottende activa
Voorraden (bouwgrondexploitatie)
15.743.000
11.266.000
-814.000
6.196.000
9.191.000
11.267.000
8.048.000
Vorderingen
17.426.000
27.757.000
13.079.000
8.057.000
8.057.000
8.057.000
8.057.000
Liquide middelen
396.000
101.000
101.000
101.000
101.000
101.000
101.000
Overlopende activa
521.000
998.000
998.000
998.000
998.000
998.000
998.000
Totaal vlottende activa
34.086.000
40.122.000
13.364.000
15.352.000
18.347.000
20.423.000
17.204.000
Totaal activa
97.681.000
103.606.000
98.369.000
107.390.000
108.828.000
109.872.000
107.987.000
Passiva
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
Eigen vermogen
Eigen vermogen
23.014.000
26.035.000
26.643.000
28.008.000
33.208.000
38.476.000
36.691.000
Totaal eigen vermogen
23.014.000
26.035.000
26.643.000
28.008.000
33.208.000
38.476.000
36.691.000
Vreemd vermogen
Voorzieningen
10.949.000
9.360.000
7.653.000
6.838.000
7.652.000
6.959.000
6.870.000
Langlopende schulden
53.990.000
59.853.000
55.715.000
51.578.000
46.142.000
42.204.000
38.266.000
Totaal vreemd vermogen
64.939.000
69.213.000
63.368.000
58.416.000
53.794.000
49.163.000
45.136.000
Vlottende passiva
Kortlopende schulden
2.757.000
3.191.000
3.191.000
15.799.000
16.659.000
17.066.000
17.993.000
Overlopende schulden
6.971.000
5.167.000
5.167.000
5.167.000
5.167.000
5.167.000
5.167.000
Totaal vlottende passiva
9.728.000
8.358.000
8.358.000
20.966.000
21.826.000
22.233.000
23.160.000
Totaal passiva
97.681.000
103.606.000
98.369.000
107.390.000
108.828.000
109.872.000
107.987.000
Naast het belang van de geprognosticeerde balans voor de raming en beheersing van het EMU-saldo zijn bovengenoemde cijfers tevens benut
als input voor de kengetallen omtrent de financiële positie (zie paragraaf ”Weerstandsvermogen en risicobeheersing”).
EMU-saldo
Het BBV vereist eveneens dat in de uiteenzetting van de financiële positie een berekening van het aandeel van
de gemeente in het EMU-saldo over het vorige begrotingsjaar, de berekening van het geraamde bedrag van het
begrotingsjaar en de berekening van het geraamde bedrag over de drie jaren volgend op het begrotingsjaar,
wordt opgenomen (artikel 23). Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de totale overheid.
Dit EMU-saldo wijkt nogal af van het begrip exploitatiesaldo waarmee lokale overheden werken. Nederland moet
jaarlijks haar EMU-saldo verstrekken aan de Europese Unie. Bij een dreigende overschrijding van een EMU-
tekort van 3% van het bruto binnenlands product (bbp) dienen het Rijk en lokale overheden maatregelen te treffen
om het tekort terug te brengen binnen de toegestane marges. Met het Rijk is een tekortnorm voor het EMU-saldo
van de decentrale overheden afgesproken. Deze bedraagt voor 2022 -0,40% van het bruto binnenlands product
(bbp). Het aandeel voor de gemeenten betreft -0,27% van het bbp.
Omschrijving (bedragen x 1.000)
2023
2024
2025
2026
Exploitatiesaldo voor mutaties reserves
1.365
5.200
5.268
1.215
+
Afschrijvingen
2.704
3.003
3.112
3.166
+
Bruto dotaties aan de post voorzieningen
2.480
2.513
2.568
2.535
-
Uitgaven aan investeringen (iva/mva)
10.501
1.822
3.583
5.555
+
De op investeringen in mindering gebrachte bijdragen
1.264
376
1.503
1.055
-
Uitgaven grondexploitatie etc.
8.900
1.743
1.006
1.151
+
Verkoopopbrengsten van grond
1.890
2.948
1.727
4.929
-
Boekwinst op grondverkopen
-
4.200
2.797
559
-
Betalingen ten laste van voorzieningen
3.295
1.700
3.260
2.547
Berekend EMU-saldo
-12.993
4.575
3.532
3.088