TOELICHTING OP HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN
Vergelijkende cijfers vorige jaren
Op grond van artikel 19 BBV worden hieronder de oorzaken gegeven van aanmerkelijke verschillen tussen de
ramingen van het huidige en het vorige begrotingsjaar (na wijziging).
0.
Bestuur en ondersteuning (€ 282.000)
Het nadelige verschil wordt met name veroorzaakt door het budget voor het opstellen van de dorpsagenda’s
(€ 100.000), voor jongerenparticipatie (amendement, € 20.000), voor de Klant Contact Monitor (€ 24.000) en door
een hogere kostenraming voor de verkiezingen in 2023 (€ 40.000). Ook is er een stijging in de geraamde
salariskosten van Burgerzaken (€ 73.000) en zijn verscheidene (ICT)-budgetten opgehoogd als gevolg van de
inflatie (€ 24.000). Daar tegenover staat voor 2023 een voordeel van per saldo circa € 19.000 op de leges.
1.
Veiligheid (€ 172.000)
Het nadelige verschil wordt met name veroorzaakt door de hogere bijdrage aan GR Veligheidsregio Zeeland
(€ 126.000), het budget voor bestrijding van overlast van honden- en kattenpoep (amendement, € 30.000) en een
stijging van diverse budgetten als gevolg van inflatie (€ 11.000).
2.
Verkeer en vervoer (€ 502.000)
Het nadelige verschil wordt veroorzaakt door (1) de tijdelijke verhoging van het onderhoudsniveau van de
openbare ruimte (amendement, € 150.000), (2) de hogere bijdrage aan het waterschap op grond van de Wet
herverdeling wegenbeheer (€ 100.000), (3) de toename van de kapitaallasten voor herinrichting Molenvlietsedijk
(€ 160.000) en (4) de toename van het budget voor openbare verlichting als gevolg van de hogere energieprijzen
(€ 50.000).
3.
Economie (- 553.000)
Het voordelige verschil wordt met name veroorzaakt door:
-
een verschuiving van budgetten van taakveld economische promotie naar taakveld recreatie (€ 250.000) en
taakveld cultureel erfgoed (€ 20.000);
-
het wegvallen van de incidentele budgetten 2022 voor maatregelen vitalisering binnenstad Tholen (€
100.000), Verdronken Stad Reymerswael (€ 150.000) en onderhoud stranden (€ 70.000);
-
de toename van de baten toeristenbelasting en forensenbelasting (€ 65.000).
Daar tegenover staan hogere incidentele lasten voor het uitvoeringsbudget naar aanleiding van het uitgevoerde
arbeidsmarktonderzoek (€ 100.000). De actiepunten liggen in het versterken van de economische infrastructuur
door kwaliteitsverbetering van de voorzieningen voor bedrijven.
4.
Onderwijs (€ 279.000)
Het nadelige verschil wordt met name veroorzaakt door de hogere kapitaallasten vanaf 2023 voor de realisatie
van
de
Brede
school
Sint
Maartensdijk
(€
210.000).
Ook
is
er
sprake
van
een
aantal
doorgeschoven
investeringen in 2022, zoals gymnastieklokaal Stavenisse, renovatie BBS Stavenisse, renovatie OBS / BBS Sint
Philipsland en renovatie BBS Anna-Jacobapolder, waardoor de kapitaallasten in 2022 lager uitvallen (€ 60.000).
5.
Sport, cultuur en recreatie (€ 650.000)
Het nadelige verschil wordt met name veroorzaakt door:
-
de renovatie van het zwembad Sint-Maartensdijk in 2022, waardoor de geraamde exploitatielasten en -baten
in 2023 (per saldo) € 180.000 hoger zijn;
-
overheveling van het budget voor renovatie van de buitensportaccommodaties (€ 50.000) naar het taakveld
sportterreinen; dit bedrag was in 2022 nog als storting in de bestemmingsreserve verwerkt;
-
de verhoging van het budget van de sportaccommodaties als gevolg van de hoge energieprijzen (€ 65.000);
-
een hogere bijdrage aan GR Zeeuwse Muziekschool (€ 10.000);
-
een hoger budget voor maaiwerk naar aanleiding van de aanbesteding (€ 35.000) en een hoger budget voor
areaaluitbreiding groen (€ 20.000);
-
het ophogen van diverse budgetten als gevolg van inflatie (€ 65.000);
-
het budget voor projecten, onderzoek en communicatie op het gebied van erfgoed (€ 10.000);
-
het budget voor de Verdronken Stad Reymerswael (€ 100.000);
-
een verschuiving van budgetten van taakveld economische promotie naar taakveld recreatie (€ 250.000) en
taakveld cultureel erfgoed (€ 20.000);
-
het strandje in Sint Philipsland; voor verbetering van de oeververdediging (om zandsuppletie tegen te gaan)
en voor een kwaliteitsverbetering is in 2023 een eenmalig bedrag benodigd van € 60.000;
-
hogere kapitaallasten, met name door de realisatie van een aanlegsteiger voor riviercruises (€ 25.000).
-
hogere subsidieverstrekkingen aan Stichting BibliOosterschelde (€ 15.000) en Stichting Lokale Omroep
Tholen (mediahub: € 5.000).
Anderzijds vervallen de budgetten voor archeologisch onderzoek kasteel Sint-Maartensdijk (€ 20.000), uitvoering
kerkenvisie fase 2 (€ 20.000), onderzoek toegankelijkheid accommodaties (€ 20.000), beweegbos Sint-Annaland
(€ 35.000), oeverherstel zuidelijke Veste Tholen (€ 50.000), sloop voormalig schoolgebouw De Veste (€ 85.000)
en restauratie van het grafmonument in het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente te Stavenisse (€ 30.000).
6.
Sociaal domein (€ 216.000)
Het nadelige verschil wordt met name veroorzaakt door:
-
de verhoging van het budget voor herijking armoedebeleid (amendement, € 425.000) als gevolg van de
verhoging van de inkomensgrens van 110% naar 130% en uitbreiding van het instrumentarium;
-
een hoger budget voor het verstrekken van loonkostensubsidies (€ 150.000);
-
een verhoging van het budget voor beschut werken van € 130.000 in 2022 naar € 250.000 in 2023 door een
toename van het aantal beschut werkers;
-
verhoging van het budget van de dorpshuizen en gemeenschapscentra door de hoge energieprijzen (€
40.000);
-
het budget voor toegankelijkheid van de gemeentelijke gebouwen in 2023 (motie, € 100.000);
-
het budget voor investeren in jeugd (amendement, € 75.000);
-
een verschuiving van het programma Volksgezondheid en milieu (procescöordinatie, € 50.000);
-
de lagere gebundelde rijksuitkering (€ 195.000);
-
de verhoging van het budget voor de inzet van praktijkondersteuning bij de huisartsen (€ 60.000).
Anderzijds daalt de doorbetaling aan GR De Betho met € 150.000 door een afname van de Integratie-uitkering
Participatie. Verder neemt het budget voor het verstrekken van uitkeringen Partcipatiewet af met € 320.000 en
voor re-integratievoorzieningen met € 25.000. Tenslotte vervalt het budget voor experimenten en pilots in het
sociaal domein (€ 175.000), daalt het budget voor actieplan sociaal domein (€ 30.000) en dalen de bijdragen aan
(1) GR SWVO (uitvoering van de Wmo, € 125.000) en (2) GR GGD Zeeland (uitvoering van de Jeugdwet, €
175.000).
7.
Volksgezondheid en milieu (€ 326.000)
Het nadelige verschil wordt met name veroorzaakt door:
-
de hogere bijdrage aan GR GGD Zeeland vanaf 2023 (€ 50.000);
-
het budget om vanaf 2023 het bewegingsonderwijs naar een hoger plan te brengen (€ 50.000);
-
de stijging van het uitvoeringsbudget visie energiebalans van € 100.000 in 2022 naar € 125.000 in 2023;
-
het budget voor uitvoering van extra bodemtaken in 2023 en 2024 (€ 50.000);
-
het eenmalig budget voor digitalisering van bodemonderzoeksrapporten in 2023 (€ 35.000);
-
de
structurele
verlaging
van
de
tarieven
begraafplaatsrechten
als
gevolg
van
het
verlagen
van
de
kostendekking van 100% naar 85% (amendement, € 65.000);
-
de hogere bijdrage aan GR RUD Zeeland vanaf 2023 (€ 40.000);
-
een nadeel vanwege de tijdelijke verlaging van de kostendekkendheid van de reiniging van 100% naar 95%
(2023 t/m 2025, € 150.000).
Anderzijds vallen de incidentele budgetten 2022 voor klimaatadaptatiestrategie (€ 39.000), circulair werken
(€ 13.000) en actualisatie nota bodembeheer weg (€ 30.000) weg en heeft er een verschuiving plaatsgevonden
naar het programma Sociaal domein (€ 50.000).
8.
VHROSV (- 1.237.000)
Het voordelig verschil wordt met name veroorzaakt door het wegvallen van de incidentele budgetten 2022 voor:
-
de herinrichting van het woonwagenkamp aan de Oudelandsedijk te Tholen (€ 200.000 en €
45.000);
-
de
handhaving
in
verband
met
permanente
(illegale)
bewoning
van
recreatiewoningen
(€ 150.000);
-
extra handhavingscapaciteit om achterstanden weg te werken (€ 50.000);
-
herziening integraal handhavingsbeleid en samenwerking SORBET-gemeenten (€ 25.000 en
€ 20.000);
-
ISV-bodem en Smerdiek-West (€ 150.000, respectievelijk € 115.000);
-
de implementatie van de Omgevingswet (€ 605.000);
Daar tegenover staat een experimenteerbudget voor het wegnemen van knelpunten op de woningmarkt
(amendement, € 75.000), het hogere budget voor de nieuwe applicatie Omgevingswet (€ 25.000) en een
toename van de geraamde juridische kosten (€ 15.000).
Algemene dekkingsmiddelen (€ 3.899.000)
Het negatieve verschil wordt met name veroorzaakt door een hogere algemene uitkering als gevolg van de
herijking van het gemeentefonds (€ 3.495.000). Daarnaast wordt er vanaf 2023 een dividend ontvangen van GBE
Aqua B.V. (€ 230.000) en nemen de baten onroerende zaakbelasting toe (€ 175.000).
Overhead (€ 63.000)
Het nadelige verschil wordt met name veroorzaakt door een hogere bijdrage aan GR ICT WBW (€ 280.000), de
stijging
van
het
energiebudget
voor
het
gemeentehuis
(€
60.000),
de
hogere
brandstoframing
bij
het
gemeentebedrijf (€ 20.000), het budget voor de herdenking van de watersnoodramp in 2023 (€ 30.000), de
uitbreiding van de formatie voor functioneel applicatiebeheer (€ 40.000), het budget voor informatiebeveiliging
(€ 80.000) en het budget voor periodiek medisch onderzoek (€ 40.000).
Daar tegenover staat het wegvallen van de (extra) budgetten 2022 voor (1) het project ‘Tholen met de tijd mee’
(€ 330.000), (2) communicatie (€ 65.000), (3) projecten op subregionaal niveau (€ 50.000) en (4) de training
Office 365 (€ 40.000).
Ramingsgronden
De
belangrijkste
financiële
uitgangspunten
die
wij
hebben
gehanteerd
bij
het
samenstellen
van
de
programmabegroting 2023 en de meerjarenraming 2024-2026 worden hieronder vermeld:
-
Om bij de toezichthouder in aanmerking te komen voor repressief toezicht (controle achteraf) dient de
begroting structureel en reëel in evenwicht te zijn. Mocht dit niet het geval zijn, dan dient de meerjarenraming
voldoende aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in de laatste jaarschijf (2026) wordt hersteld. Er
mag echter geen sprake zijn van een opschuivend sluitend perspectief. Als bij de begroting 2022 alleen de
laatste jaarschijf in evenwicht was, dienen bij de begroting 2023 minimaal de laatste twee jaarschijven in
evenwicht te zijn. In het kader van Duurzaam Financieel Beleid stellen wij een meerjarenperspectief op voor
een periode van 10 jaar. De toezichthouder kijkt bij het beoordelen van structureel en reëel evenwicht niet
verder dan 4 jaar vooruit;
-
De raming van de Algemene Uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2022. Het rijk en de VNG werken
momenteel
aan
de
Hervormingagenda
jeugdzorg.
Deze wordt
naar verwachting
dit najaar afgerond.
Vooruitlopend hierop zijn voor de jaren 2022 en 2023 al aanvullende, incidentele middelen toegevoegd aan
het gemeentefonds, in lijn met de financiële reeks van de uitspraak van de Commissie van Wijzen (CvW).
Naast de besparingsopgave die volgt uit de uitspraak van de Commissie van Wijzen, heeft het kabinet
besloten tot het realiseren van een aanvullende besparing van structureel € 511 miljoen. Het rijk heeft de
verantwoordelijkheid om deze de besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. Ook draagt het rijk het
budgettaire risico ingeval (een deel van) deze maatregelen geen of niet tijdig doorgang vinden. De VNG, het
De VNG, het IPO en het rijk erkennen de noodzaak om op deze ontwikkelingen te anticiperen en hebben
daarom aanvullende afspraken gemaakt ten aanzien van de te verwachten ruimte in de gemeentelijke
begroting,
aanvullend
op
de
meicirculaire
2022.
Concreet
betekent
dit
dat
gemeenten
in
hun
meerjarenraming
rekening
mogen
houden
met
een
aanvullende
bate,
die
overeenkomt
met
een
macrobedrag van € 1.265 miljoen in 2024, € 758 miljoen in 2025 en € 367 miljoen in 2026. Daarnaast mogen
gemeenten
in
hun
begroting
rekening
houden
met
een
besparing
die
maximaal
gelijk
is
aan
een
macrobedrag van € 100 miljoen in 2024, € 500 miljoen in 2025 en € 500 miljoen in 2026.
We ramen voor 2024 en 2025, in lijn met de kadernota 2023, geen baten of besparingen. Dit is zeer
voorzichtig. Voor het jaar 2026 ramen we, in overeenstemming met de landelijke afspraken, een bate van €
500.000. Deze bate is gebaseerd op het macrobedrag van € 367 miljoen. Verder ramen we in 2026 een
besparing op de lasten voor jeugdzorg van € 350.000, zodat we in totaliteit weer op het bedrag van €
850.000 uit de kadernota 2023 uitkomen. Dit komt overeen met een macro-besparing van circa € 250
miljoen, zodat hier nog enige ruimte zit.
-
De
budgetten
voor
Jeugd
en
Wmo
zijn
geraamd
in
overeenstemming
met
de
begroting
2023
van
gemeenschappelijke regeling GGD Zeeland (inclusief IJZ), respectievelijk gemeenschappelijke regeling
SWVO. Door uitvoering van de actieplannen streven we er naar om op de Wmo tot en met 2025 jaarlijks
(minstens) € 100.000 te besparen.
-
Op basis van de programmabegroting 2021 vindt vanaf 2024 een storting in de Algemene reserve niet vrij
besteedbaar plaats van € 300.000 voor het geval de geprognosticeerde winsten op de grondexploitaties
tegenvallen (lagere solvabiliteitsratio). Deze storting wordt in 2025 en 2026 verhoogd naar € 400.000. We
dekken hiermee ook het risico af dat de taakstelling op de Wmo in deze jaren niet of slechts gedeeltelijk
gerealiseerd wordt;
-
Het budget voor onvoorziene uitgaven bedraagt minimaal € 250.000;
-
Wij hanteren de VZG-richtlijn, waardoor de toegestane inflatiecorrectie voor de begroting 2023 van Zeeuwse
gemeenschappelijke regelingen 2,7% bedraagt. Het bestuur van een gemeenschappelijke regeling kan op
basis van een goede inhoudelijke onderbouwing echter altijd een verzoek doen om af te mogen wijken. De
begroting 2023 van gemeenschappelijke regelingen mag op basis van deze uitgangspunten maximaal
102,7% van de goedgekeurde
begroting
2022
(inclusief
evt. goedgekeurde
begrotingswijzigingen)
bedragen;
-
Aan de reserves voegen wij geen rente toe;
-
Bij nieuwe investeringen rekenen wij vanaf 2023 met een rente van 2,0%. Op grond van de notitie
grondexploitaties van de commissie BBV wordt bij de rentetoerekening aan grondexploitaties uitgegaan van
het
gewogen
gemiddelde
rentepercentage
van
de
bestaande
leningenportefeuille
naar
rato
van
de
verhouding vreemd vermogen / totaal vermogen;
-
De huidige CAO voor gemeenteambtenaren loopt af per 31 december 2022. Voor 2023 is rekening
gehouden met een stijging van de kosten van het ambtelijk apparaat
van € 500.000 (CAO-stijging,
pensioenpremie, sociale lasten etc.).
-
Voor een adequate sturing op de kengetallen solvabiliteit en ratio weerstandsvermogen zijn de verwachte
winstnemingen
geactualiseerd
op
grond
van
de
meest
recente
grondexploitaties.
We
hanteren
bij
winstneming de Percentage of completion methode (Poc-methode): voor zover gronden zijn verkocht en
opbrengsten zijn gerealiseerd, wordt tussentijds naar rato van de voortgang winst genomen. De Poc-
methode houdt rekening met de fase waarin de grondexploitatie, zowel wat betreft de opbrengsten als de
kosten, verkeert. Bij de verwerking van de winstnemingen zijn we uitgegaan van het principe t-2. Dit betekent
dat we de verwachte winstneming voor het jaar 2022 in de jaarschijf 2024 hebben opgenomen. Deze
systematiek zorgt er namelijk voor dat we geen uitgaven dekken met winsten die nog niet gerealiseerd zijn.
Incidentele baten en lasten
Bij de wijziging van de artikelen 189 en 203 van de gemeentewet is het begrip ‘evenwicht van baten en lasten’
nader gedefinieerd in ‘structureel en reëel evenwicht’. Het bestaan van structureel evenwicht is vast te stellen als
inzicht bestaat in het deel van de baten en lasten dat structureel respectievelijk incidenteel is. Hieronder wordt
een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma weergegeven.
2023
2024
2025
2026
Incidentele lasten
Bestuur en Ondersteuning
AMENDEMENT 5: Jongerenparticipatie
26.000
-
-
-
Opstellen dorpsagenda’s
100.000
-
-
-
Veiligheid
AMENDEMENT 1: Bestrijding overlast honden- en kattenpoep
30.000
30.000
30.000
-
Verkeer en vervoer
AMENDEMENT 13: Tijdelijke verhoging onderhoudsniveau
150.000
150.000
150.000
-
Digitalisering mobiliteitsgegevens (datagedreven mobiliteit)
4.500
-
-
-
Economie
Bijdrage Stichting Tholen beter bekend
60.000
60.000
60.000
-
Uitvoeringsbudget n.a.v. arbeidsmarktonderzoek
100.000
-
-
-
Onderwijs
Tijdelijke projectleider
95.000
95.000
-
-
Sport, Cultuur en Recreatie
Actieplan bomen
10.000
10.000
-
-
Groene inpassing van inzamelvoorzieningen
35.000
35.000
35.000
-
Opstellen landschapsontwikkelingsplan
-
50.000
-
-
Erfgoed: projecten, onderzoek en communicatie
10.000
10.000
10.000
-
Actiegerichte uitvoering erfgoedvisie
20.000
-
-
-
Verbetering kwaliteit strand Sint Philipsland (haven)
60.000
-
-
-
Cofinanciering belevingsconcept Verdonken stad Reymerswaal
100.000
100.000
100.000
-
Sociaal domein
Actieplan social domein
80.000
80.000
-
-
AMENDEMENT 8: Investeren in jeugd
75.000
75.000
75.000
-
Buurtpedagoog en praktijkondersteuning
75.000
75.000
-
-
Inzet praktijkondersteuning (POH)
60.000
50.000
25.000
-
Projectleiding Thools vervoerssysteem
15.000
15.000
-
-
Motie fysieke en sociale toegankelijkheid
100.000
115.000
125.000
-
Volksgezondheid en Milieu
Duurzaamheidsbeleid (Slok-gelden)
5.000
5.000
-
-
Digitalisering bodemonderzoeksrapporten
35.000
35.000
35.000
-
Uitvoering extra bodemtaken (basistaken)
50.000
50.000
-
-
Uitvoeringsbudget visie energiebalans
125.000
125.000
125.000
-
VHROSV
AMENDEMENT 3: Experimenteren knelpunten woningmarkt
75.000
75.000
75.000
-
Coördinatie woonwagenzaken (inhuur Forticon)
17.000
17.000
17.000
-
Planschade-adviezen SAOZ
7.000
7.000
-
-
Overhead
Herdenking watersnoodramp
30.000
-
-
-
Contractmanagement (Stichting IWB)
35.000
35.000
35.000
-
Data-analyse en innovatie
-
40.000
-
-
Hoger budget communicatie
20.000
20.000
20.000
-
Hoger budget informatiebeveiliging
80.000
80.000
80.000
-
Periodiek medisch onderzoek
40.000
-
-
-
Mutaties in reserves
150.000
4.500.000
3.196.800
958.600
Totaal incidentele lasten
1.874.500
5.939.000
4.193.800
958.600
2023
2024
2025
2026
Incidentele baten
Economie
Tussentijdse winstneming grexen
-
2.730.000
2.025.000
447.400
VHROSV
Tussentijdse winstneming grexen
-
1.470.000
771.800
111.200
Mutaties in reserves
-
-
-
-
Totaal incidentele baten
-
4.200.000
2.796.800
558.600
Saldo incidentele baten en lasten
1.874.500
1.739.000
1.397.000
400.000
Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves
Hieronder wordt een overzicht van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves
weergegeven.
2023
2024
2025
2026
Toevoegingen (lasten)
Reserve rekenkamerfunctie
6.500
6.500
6.500
6.500
Reserve flankerend personeelsbeleid
25.000
25.000
25.000
25.000
Totaal
31.500
31.500
31.500
31.500
Onttrekkingen (baten)
Totaal
0
0
0
0
Saldo
31.500
31.500
31.500
31.500
Structureel begrotingssaldo / structurele exploitatieruimte
Door het betrekken van het saldo van incidentele baten en lasten bij het begrotingssaldo met de cijfers uit het
overzicht van baten en lasten wordt inzicht gegeven in het structureel begrotingssaldo.
2023
2024
2025
2026
Geraamd totaal saldo van baten en lasten
1.364.575
5.200.379
5.267.927
1.214.734
Mutaties in reserves
181.500
4.531.500
3.228.300
990.100
Geraamd resultaat
1.183.075
668.879
2.039.627
224.634
Waarvan incidentele baten en lasten
1.874.500
1.739.000
1.397.000
400.000
Structureel begrotingssaldo
3.057.575
2.407.879
3.436.627
624.634
Post onvoorzien
690.000
690.000
690.000
690.000
Structurele exploitatieruimte
3.747.575
3.097.879
4.126.627
1.314.634