AANBIEDING EN VASTSTELLING
No.: 543908
Portefeuillehouder: allen
Afdeling: Middelen
Behandelaar: A. Moerland
De raad van de gemeente Tholen
Tholen, 4 oktober 2022
Onderwerp:
Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2023 en instemming met de meerjarenraming 2024-2026
Geachte raad,
Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2023 en meerjarenraming 2024-2026 ter vaststelling aan. Deze
begroting is de eerste begroting die gebaseerd is op het beleidsprogramma “Samen leven, ruimte geven”. Op
16 maart 2022 hebben gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden en is een nieuwe raadsperiode van start
gegaan. Een nieuwe beleidsperiode brengt nieuwe uitdagingen met zich mee, o.a. op het vlak van energie,
klimaat, sociaal domein, armoedebeleid en schuldenproblematiek en dienstverlening. De solide financiële positie
van de gemeente Tholen geeft ons de mogelijkheid om die uitdagingen aan te gaan en met de speerpunten aan
de slag te gaan.
Tegelijkertijd zien we ook een zorgwekkend macro-economisch perspectief. Er is forse krapte op de arbeidsmarkt
en de nasleep van de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne zorgen voor grote onzekerheid. Met name de
hoge energie- en grondstofprijzen, met de hoge inflatie als gevolg, baren ons zorgen. Het is lastig de exacte
impact voor onze begroting vanaf 2023 in te schatten. Voor energie heeft u bij de kadernota 2023 ingestemd met
een structurele stijging van de budgetten met € 300.000 en voor de inflatiecorrectie van alle overige budgetten
met een verhoging van € 1.000.000. Van dit bedrag is nog € 40.000 beschikbaar voor prijsstijgingen binnen de
reguliere exploitatie en € 100.000 voor hogere kapitaallasten van geplande investeringen. Verder is voor de
stijging
van
de
dotatie
aan
onderhoudsvoorzieningen
250.000
gereserveerd.
We
actualiseren
de
onderhoudsplannen in 2023. Pas dan zal blijken of het effect van deze actualisatie past binnen het financiële
kader. De beschikbare budgetten voor inflatie zijn voorlopig toegevoegd aan de post onvoorzien.
De hoge inflatie heeft ook gevolgen voor de verwachte salarisontwikkeling van ons ambtelijk personeel en voor
de ontwikkeling van de bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen (GR’en). In afwachting van een nieuwe
CAO voor 2023 hebben wij rekening gehouden met een stijging van de salarissen met € 500.000 (circa 4%). Voor
GR’en is op grond van de VZG-richtlijn rekening gehouden met een stijging van 2,7% (€ 135.000). We krijgen
echter signalen dat dit niet voldoende is en komen daarom bij de 1e begrotingswijziging 2023 hierop bij u terug.
Bij de behandeling van de kadernota 2023 hebben we aangegeven dat de verhoging van de inkomensgrens voor
categoriale minimaregelingen van 110% naar 130% gaat leiden tot hogere uitvoeringskosten. We brengen de
gevolgen voor de formatie momenteel in kaart en komen ook op dit punt bij u terug.
Ook hebben we in de kadernota 2023 vermeld dat de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) gaat zorgen
voor een stuk verlies aan workload bij de (technische) vergunningverlening en daarmee ook voor lagere
legesinkomsten. Dit zou ongeveer 1 op 1 moeten zijn, maar veel gemeenten hebben moeite om het werk en de
betrokken capaciteit te reorganiseren. We hopen hier op korte termijn duidelijkheid over te kunnen geven.
De programmabegroting bestaat uit drie delen:
1.
Het
programmaplan,
bestaande
uit
de
te
realiseren
programma’s,
de
overzichten
algemene
dekkingsmiddelen
en
overhead
en
de
bedragen
voor
vennootschapsbelasting
en
onvoorzien.
Het
programmaplan bevat landelijk verplichte beleidsindicatoren, welke in onderhavige begroting cursief zijn
weergegeven.
2.
De paragrafen, die inzicht geven in weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen,
bedrijfsvoering, financiering, grondbeleid, verbonden partijen en lokale heffingen;
3.
De
financiële
begroting,
bestaande
uit
het
overzicht
van
baten en
lasten,
de
toelichting
hierop,
de
uiteenzetting van de financiële positie en een overzicht van de geraamde baten en lasten per taakveld.
In dit voorstel gaan wij nader in op de volgende zaken:
Relatie kadernota 2023 - programmabegroting 2023;
Doelstellingen ”Tholen financieel in balans”;
Duurzaam financieel beleid;
Ontwikkeling weerstandsvermogen en reservepositie;
Ontwikkeling woonlasten / lastendruk;
Voorstel.
Relatie kadernota 2023 - programmabegroting 2023
In uw vergadering van 7 juli 2022 heeft u de kadernota 2023 vastgesteld. Hierin zijn de uitgangspunten voor de
programmabegroting 2023 geschetst en is het meerjarenperspectief geactualiseerd. Op basis van de kadernota
2023 hebben wij de programmabegroting 2023 en de meerjarenraming 2024-2026 opgesteld. Dit resulteert in de
volgende saldi (bedragen x € 1.000):
2023
2024
2025
2026
Saldo kadernota 2023 na amendementen (voordelig)
1.272
769
2.186
217
Toegankelijkheid gebouwen
-100
-115
-125
0
Duurzaamheidsfonds
-10
-10
-10
-10
Herdenking Watersnoodramp 1953
-30
0
0
0
Compensatie jeugd: lagere baten
0
0
0
-350
Compensatie jeugd: lagere lasten
0
0
0
350
Overige mutaties
51
25
-11
18
Saldo programmabegroting / mjr (voordelig)
1.183
669
2.040
*225
* het relatief lage saldo in 2026 komt mede door een terugval van de Uitkering gemeentefonds (zie toelichting pag. 52).
Toegankelijkheid gebouwen
Bij de behandeling van de kadernota 2023 heeft uw raad een motie aangenomen om een actieplan op te stellen
met maatregelen ter bevordering van de toegankelijkheid van openbare gebouwen ten behoeve van mensen met
een beperking. Vooruitlopend op een actieplan met maatregelen zijn in de programmabegroting 2023 alvast de in
de motie genoemde middelen tot een totaalbedrag van € 340.000 verwerkt.
Duurzaamheidsfonds
Bij de behandeling van de kadernota 2023 heeft uw raad een motie aangenomen om een duurzaamheidsfonds in
te stellen ten behoeve van het verstrekken van renteloze leningen. Het gaat om een bedrag van € 500.000. In de
programmabegroting 2023 zijn de rentelasten verwerkt (2%, € 10.000).
Herdenking Watersnoodramp 1953
Op 1 februari 2023 is het 70 jaar geleden dat de Watersnoodramp heeft plaatsgevonden. Voor de organisatie van
de herdenking in Stavenisse en Sint Philipland hebben we een bedrag van € 30.000 geraamd.
Compensatie jeugd
Het Rijk en de VNG werken momenteel aan de Hervormingagenda jeugdzorg. Deze wordt naar verwachting dit
najaar afgerond. Vooruitlopend hierop zijn voor de jaren 2022 en 2023 al aanvullende, incidentele middelen
toegevoegd aan het gemeentefonds, in lijn met de financiële reeks van de uitspraak van de Commissie van
Wijzen (CvW). Naast de besparingsopgave die volgt uit de uitspraak van de CvW, heeft het kabinet besloten tot
het realiseren van een aanvullende besparing van structureel € 511 miljoen (vanaf 2027). Het rijk heeft de
verantwoordelijkheid om deze de besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. Ook draagt het rijk het
budgettaire risico ingeval (een deel van) deze maatregelen geen of niet tijdig doorgang vinden.
De VNG, het IPO en het Rijk erkennen de noodzaak om op deze ontwikkelingen te anticiperen en hebben
daarom aanvullende afspraken gemaakt ten aanzien van de te verwachten ruimte in de gemeentelijke begroting,
aanvullend op de Meicirculaire 2022. Concreet betekent dit dat gemeenten in hun meerjarenraming rekening
mogen houden met een aanvullende bate, die overeenkomt met een macrobedrag van € 1.265 miljoen in 2024, €
758 miljoen in 2025 en € 367 miljoen in 2026. Daarnaast mogen gemeenten in hun begroting rekening houden
met een besparing die maximaal gelijk is aan een macrobedrag van € 100 miljoen in 2024 en € 500 miljoen in
2025 en 2026.
We ramen voor 2024 en 2025, in lijn met de kadernota 2023, geen baten of besparingen. Dit is zeer voorzichtig.
Voor het jaar 2026 ramen we, in overeenstemming met de landelijke afspraken, een bate van € 500.000. Deze
bate is gebaseerd op het macrobedrag van € 367 miljoen. Verder ramen we in 2026 een besparing op de lasten
voor jeugdzorg van € 350.000, zodat we in totaliteit weer op het bedrag van € 850.000 uit de kadernota 2023
uitkomen. Dit komt overeen met een macro-besparing van circa € 250 miljoen, zodat hier nog ruimte zit.
Doelstellingen ”Tholen financieel in balans”
Een belangrijk uitgangspunt uit het coalitieprogramma is de realisatie van de doelstellingen omtrent de financiële
positie. Bij het traject ”Tholen financieel in balans” zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:
Een sluitende, realistische begroting met 0,4% ruimte voor onvoorzien;
Een ratio weerstandsvermogen van ten minste 1,5 vanaf 2020;
Een solvabiliteit van 20% in 2022. Bij de kadernota 2022 is deze doelstelling bijgesteld naar 30% in 2030;
Een dalende netto-schuldquote op middellange termijn.
De doelstellingen worden gemonitord via onderstaande financiële kengetallen:
Ultimo jaar
R 2021
B 2022
B 2023
B 2024
B 2025
B 2026
Struct. exploitatieruimte
3,9%
2,2%
4,7%
4,0%
5,5%
1,8%
Ratio weerstandsvermogen
7,4
9,1
9,1
10,9
12,2
12,6
Solvabiliteit
25%
27%
26%
31%
35%
37%
Netto schuldquote
49%
54%
76%
73%
70%
67%
De programmabegroting is structureel en reëel in evenwicht met 0,4% ruimte voor onvoorzien. De ratio
weerstandsvermogen voldoet ruimschoots aan de doelstelling en ook de schulden zijn houdbaar. De focus ligt
daarom met name op de solvabiliteit. Het door uw raad gewenste solvabiliteitsratio van 20% in 2022 is bereikt. Bij
de behandeling van de kadernota 2022 heeft u via een motie de doelstelling opwaarts bijgesteld naar 30% in
2030.
Duurzaam financieel beleid
In
het
coalitieprogramma
is
het
principe
van
een
duurzaam
financieel
beleid,
mede
gezien
de
forse
investeringsopgave, gehandhaafd. Dit beleid is gericht op het verwezenlijken van de ambities, onder voorwaarde
van een structureel evenwicht van baten en lasten. Hiervoor maken wij jaarlijks een doorkijk van de globale
financiële consequenties voor de komende 10 jaren. In het overzicht hieronder is deze weergegeven:
bedragen x € 1.000
2027
2028
2029
2030
2031
2032
Saldo programmabegroting 2023 / mjr 2024-2026
225
225
225
225
225
225
Nieuwbouw BBS De Ark Oud-Vossemeer
1.174
27
27
27
27
27
27
Nieuwbouw BBS St. Anthonius Oud-Vossemeer
1.756
39
39
39
39
39
39
Nieuwbouw OBS De Heenetrecht Oud-Vossemeer
1.160
26
26
26
26
26
26
Vervanging voertuigen en machines GB
135
8
8
8
8
8
8
Saldo investeringen
5.528
100
100
100
100
100
100
Totaal
125
125
125
125
125
125
voordeel
voordeel
voordeel
voordeel
voordeel
voordeel
Ontwikkeling woonlasten/lastendruk
Ons tarievenbeleid heeft ertoe geleid dat wij qua woonlasten tot de 50 goedkoopste gemeenten behoren. Volgens
de Atlas van de lokale lasten 2022 van het COELO staan we (van goedkoop naar duur) momenteel op de 39e
plaats (2021: 54e plaats). Deze positie bij de 50 goedkoopste gemeenten willen we handhaven.
Onderstaande overzichten geven een beeld hoe de woonlasten zich in 2023 in een gemiddelde situatie voor
eigenaren / gebruikers ontwikkelen ten opzichte van de vastgestelde tarieven 2022. De verwachte stijging van de
woonlasten in 2023 bevindt zich tussen de 0,3% en 1,1%. Daarmee verwachten we onze positie bij de 50
goedkoopste gemeenten te kunnen handhaven.
Meerpersoonshuishouden
Eigenaar en gebruiker
Gebruiker (geen eigenaar)
2022
2023
2022
2023
Afvalstoffenheffing
€ 276
€ 277
€ 276
€ 277
Rioolheffing
€ 206
€ 206
€ 103
€ 103
Onroerende zaakbelasting
€ 310
€ 316
-
-
Totaal
792
799
379
380
Procentuele stijging
0,9%
0,3%
Eenpersoonshuishouden
Eigenaar en gebruiker
Gebruiker (geen eigenaar)
2022
2023
2022
2023
Afvalstoffenheffing
€ 215
€ 217
€ 215
€ 217
Rioolheffing
€ 179
€ 179
€ 76
€ 76
Onroerende zaakbelasting
€ 310
€ 316
-
-
Totaal
704
712
291
293
Procentuele stijging
1,1%
0,7%
De gemiddelde woonlasten in Nederland bedragen in 2022 voor een meerpersoonshuishouden (eigenaar en
gebruiker) € 904 en voor een eenpersoonshuishouden (eigenaar en gebruiker) € 827. Voor meer informatie
verwijzen we u naar de paragraaf ”Lokale heffingen”.
Voorstel
Samenvattend stellen wij u voor:
a.
De met een overschot van € 1.183.075 sluitende begroting van baten en lasten voor het jaar 2023 vast te
stellen op een bedrag van € 79.727.050;
b.
In te stemmen met de meerjarenraming 2024-2026, met een totaal van baten en lasten van respectievelijk:
€ 77.135.250 in 2024, waarbij inbegrepen een begrotingsoverschot van € 668.879;
€ 75.449.550 in 2025, waarbij inbegrepen een begrotingsoverschot van € 2.039.627;
€ 73.567.950 in 2026, waarbij inbegrepen een begrotingsoverschot van € 224.634.
c.
De kredieten volgens de investeringsplanning 2023 beschikbaar te stellen.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Tholen,
J.K. Fraanje
M.L.P. Sijbers
secretaris
burgemeester
No.: 543908
Hof van Tholen 2
4691 DZ Tholen
Postbus 51
4690 AB Tholen
telefoon: (0166) 66 82 00
telefax: (0166) 66 35 53
bank: BNG 28.50.08.315
De raad van de gemeente Tholen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2022;
b e s l u i t :
a.
De met een overschot van € 1.183.075 sluitende begroting van baten en lasten voor het jaar 2023 vast te
stellen op een bedrag van € 79.727.050;
b.
In te stemmen met de meerjarenraming 2024-2026, met een totaal van baten en lasten van respectievelijk:
€ 77.135.250 in 2024, waarbij inbegrepen een begrotingsoverschot van € 668.879;
€ 75.449.550 in 2025, waarbij inbegrepen een begrotingsoverschot van € 2.039.627;
€ 73.567.950 in 2026, waarbij inbegrepen een begrotingsoverschot van € 224.634.
c.
De kredieten volgens de investeringsplanning 2023 beschikbaar te stellen.
Aldus vastgesteld door de raad van
de gemeente Tholen in zijn openbare
vergadering van 10 november 2022.
, voorzitter
, griffier