5.6
Financiering
Financiën in control
Wat willen wij bereiken?
Wij willen een financieel gezonde gemeente zijn die in ‘control’ is voor wat betreft onze financiering.
Hierbij wordt het accent gelegd op de schuldenlast omdat deze meer zegt over de financiële positie
van gemeenten dan de hoogte van het eigen vermogen.
Bij de financieringspositie gaat het om de vraag of de gemeente op langere termijn aan haar
betalingsverplichtingen kan voldoen. De gemeentelijke schuld is hierbij van (groot) belang omdat de
omvang van deze schuld de hoogte van de rentelasten bepaald en daarmee onderdeel van
gemeentelijke uitgaven is. Door een solide financieringswijze na te streven is er sprake van zo weinig
mogelijk fluctuaties in deze rentelasten. Als sturingsinstrument worden diverse wettelijke (financiële)
ratio’s, kengetallen en beleidsindicatoren gebruikt. Deze zijn onderdeel van de programma’s en de
paragraaf Weerstandsvermogen.
Naast bovengenoemde kengetallen en beleidsindicatoren huldigen wij de gouden balansregel1:
Vaste activa en de vaste kernen van de vlottende activa2 moeten gefinancierd zijn met lang vermogen
(eigen- en lang vreemd vermogen).
Ratio’s
Wanneer zijn wij tevreden?
Om financieel in ‘control’ te zijn, is ons streven om minimaal een ‘voldoende‘ te scoren op de wettelijke
(financiële) ratio’s, de kengetallen en de goudenbalansregel.
Ratio gouden balansregel
Over de jaren 2016 t/m 2018 geeft de gouden balansregel aan dat we voldoen aan onze doelstelling.
Immers we blijven onder de norm, zoals te zien in onderstaand overzicht:
NORM
Werkelijk 2016
Begroot 2017
Begroot 2018
Gouden Balansregel:
< 1
0,95
0,96
0,95
Wettelijke ratio’s
Indicator
Waarde Ultimo 2016
Streefwaarde
Ultimo 2018
Maximale financiering met een looptijd van korter dan 1 jaar
€ 11,5 miljoen is
€ 11,8 miljoen
blijft binnen 8,5% van het begrotingstotaal (Kasgeldlimiet).
(gemiddeld) niet
overschreden
Herfinanciering en nieuw aantrekken van langvermogen blijft
€ 0,0 miljoen
€ 27,9 miljoen
totaal binnen 20% v.h. begrotingstotaal (Renterisiconorm).
(in 2016 geen langlopende
geldleningen aangetrokken)
Beleidskaders
Vanwege het grote belang dat ook de rijksoverheid hecht aan financiën in ‘control’, zijn er landelijke
beleidskaders en voorschriften voor zowel onze wijze van financiering als ook onze verantwoording
daarover. Onderstaand volgt een opsomming:
Vastgesteld beleid
Vastgesteld in
Besluit begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV)
17 januari 2003
Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO)
14 december 2000
Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO)
14 december 2000
Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF)
1 januari 2013
Financiële verordening gemeente Oldambt 2015
1 januari 2015
Controleverordening en het Treasurystatuut gemeente Oldambt
4 januari 2010
Opmerking: Na vaststelling zijn in de diverse wetten en besluiten wijzigingen doorgevoerd (zie www.wetten.overheid.nl).
1 Formule: Vaste activa + vaste kernen vlottende activa = maximaal 1
Vaste passiva (Eigen en Vreemd Vermogen)
2 Vaste kernen vlottende activa = 70% van de (bouw)gronden, uitgezette gelden < 1 jaar, liquide middelen en de nog te
ontvangen en vooruitbetaalde bedragen.
Ondersteuning financieringsbeleid
Wat gaan wij daarvoor doen?
De gemeente Oldambt werkt vanuit een totaalfinanciering. Het kenmerk hiervan is dat tegoeden dan
wel schulden in onze gemeente als geheel worden bekeken. Deze saldering leidt vervolgens tot het
uitzetten of het aantrekken van gelden via de geld- en of kapitaalmarkt.
Ter ondersteuning van het financieringsbeleid zijn volgende (wettelijke) elementen van belang:
de rentevisie;
de mutaties in de vaste schulden en uitzettingen;
de kasgeldlimiet, de renterisiconorm en schatkistbankieren;
de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende 3 jaren;
de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
Rentevisie
Ten tijde van het schrijven van deze paragraaf (september 2017) is er sprake van stabiele rentes op
de financiële markten, waarbij het rentetarieven voor het aantrekken van langlopende geldleningen,
mede onder invloed van een iets aantrekkende inflatie, naar verwachting iets gaan oplopen.
De centrale banken, waaronder de Europese Centrale Bank (ECB), zal vanwege de gematigde
inflatieverwachtingen een ruim monetair beleid blijven voeren. De officiële tarieven zullen in 2017 naar
verwachting daarom ook ongewijzigd blijven. Hierdoor blijven ook de korte rentes nog geruime tijd laag
(bron: BNG Bank 7 augustus 2017).
Voor het aantrekken van nieuwe langlopende leningen wordt in de begroting 2018 uitgegaan van 2,0%
en voor de interne rekenrente wordt 3,5% gehanteerd. Deze 3,5% komt bij benadering overeen met de
gemiddelde rente die in 2017 werkelijk op alle opgenomen langlopende geldleningen (3,53%) wordt
betaald en de verwachte eindstand 2018 (3,48%).
Mutaties in de vaste schulden en uitzettingen
Het totaal financieel beeld voor de langlopende geldleningen in 2018 is als volgt:
Bedragen x € 1,0 miljoen
Geldleningen opgenomen 2018
Bedrag
Gemiddelde
Invloed op
rente
gem. rente
Beginstand per 1 januari 2018
83,71
3,53%
Nieuwe leningen
0,85
0,00%
Reguliere aflossingen
-5,59
-0,05%
Eindstand per 31 december 2018
78,97
3,48%
-0,05%
Opmerking: de 1e aflossing voor de nieuw aan te trekken lening is in 2019
Bedragen x € 1,0 miljoen
Geldleningen uitgezet 2018
Bedrag
Gemiddelde
Invloed op
rente
gem. rente
Beginstand per 1 januari 2018
11,93
5,70%
Reguliere aflossingen
-0,44
0,00%
Eindstand per 31 december 2018
11,49
5,70%
0,00%
Kasgeldlimiet, renterisiconorm en schatkistbankieren
In deze paragraaf vermelden wij een tweetal ratio’s voor het beperken van de renterisico´s. Het gaat
hierbij om de kasgeldlimiet en de renterisiconorm3. Daarnaast wordt het schatkistbankieren
behandeld.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is voor de gemeente 8,5% van de totale begrotingsomvang 2018 ad € 139,4 miljoen
en bedraagt daarmee gemiddeld circa € 11,8 miljoen.
Renterisiconorm
3 De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar en de rente-risiconorm op leningen met
een looptijd vanaf 1 jaar. Het doel van deze normen, vastgelegd in de wet Fido, is om te voorkomen dat er te grote schokken
optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. Hierin speelt overigens ook een liquiditeitsbegroting een
belangrijke rol. Door een goede liquiditeitsplanning kan tijdig gereageerd worden op toekomstige financieringsbehoeften.
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij (her)financiering te beheersen en wordt
beperkt tot de twee essentiële variabelen: de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen.
Daarnaast verdient het aspect vaste financiering (het tijdig aantrekken van langlopende leningen voor
vooral grote investeringen) voortdurend de aandacht (de leenruimte).
Het bedrag van de renterisiconorm mag jaarlijks niet worden overschreden. Hierdoor ontstaat een
evenwichtige opbouw van de leningen in de tijd.
Voor 2018 is dit percentage 20% van het totale begrotingstotaal ad € 139,4 miljoen.
Hierdoor is het bedrag dat maximaal aan langlopende leningen mag worden aangetrokken (de
renterisiconorm) € 27,9 miljoen en de leenruimte is € 22,5 miljoen.
Omdat we uitgaan van het aantrekken van een langlopende lening van € 850.000 in combinatie met
kasgeldleningen zal deze begrotingsnorm niet worden overschreden.
Bedragen x € 1,0 miljoen
Renterisiconorm 2018 t/m 2021
Begroting
Stap
Variabelen renterisico(norm)
2018
2019
2020
2021
1
Renteherzieningen
0,0
0,0
0,0
0,0
2
Aflossingen
5,4
4,8
4,4
4,5
3
Renterisico (1+2)
5,4
4,8
4,4
4,5
4
Renterisiconorm
27,9
27,9
27,9
27,9
5
Ruimte onder renterisiconorm (leenruimte = 4-3)
22,5
23,0
23,5
23,4
Berekening Renterisiconorm
4a
Begrotingstotaal 2018
139,4
4b
Percentage regeling
20%
4
Renterisiconorm (4a x 4b/100)
27,9
Opmerkingen:
Aflossingen (2) en de renteherzieningen (1) mogen worden geherfinancierd. De berekende leenruimte (5) heeft betrekking
op 'nieuw' aan te trekken leningen. Het totaal van de aan te trekken leningen mag de renterisiconorm (4) niet te boven gaan.
In het overzicht is alleen rekening gehouden met het aantrekken van de geplande lening in 2018 ad € 850.000 miljoen;
aflossing per 2019.
Schatkistbankieren
Per 15 december 2013 is het ‘Schatkistbankieren’ ingevoerd, zodat de totale Nederlandse schuldquote
kan worden bepaald en deze een gunstig effect zal hebben op het Nederlandse EMU-saldo. Dit EMU-
saldo mag voor Nederland, Europees gezien, maximaal 3% van het Binnenlands Bruto Product (bbp)
zijn.
Het schatkistbankieren, houdt in dat voor onze gemeente de som van alle bankrekeningen nooit meer
mag zijn dan positief € 1,02 miljoen (het drempelbedrag). Het meerdere wordt dagelijks naar de
schatkist van het Rijk afgeroomd.
De vergoeding hierop is structureel laag; momenteel 0,0%. De verwachting voor 2018 is dat deze op
hetzelfde niveau zal blijven.
De benutting van het drempelbedrag wordt berekend als gemiddelde over alle dagen in het kwartaal,
dit leidt tot een kwartaalgemiddelde die het drempelbedrag niet mag overschrijden. Deze berekening
gebeurt dus altijd achteraf. Hierover wordt dan ook achteraf gerapporteerd in de jaarrekening.
Liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende 4 jaar
O.b.v. de huidige liquiditeitenraming verwachten wij voor alle huidige lopende en nog op te starten
projecten in totaal per saldo in 2018 ± € 8,6 miljoen uit te geven (stand: 19 september 2017).
Kortlopende geldleningen (Kasgeld)
Uitgangspunt is om zoveel mogelijk investeringen via eigen liquide middelen en/of kortlopende
geldleningen tijdelijk te financieren. Hierbij wordt afgewogen of ‘rood’ staan in de rekening-courant bij
de BNG op dat moment niet gunstiger is. Door het afsluiten van een financieringsovereenkomst met
de BNG kunnen we (relatief goedkoop) maximaal € 11,7 miljoen ‘rood’ staan. Momenteel is echter het
aantrekken van kasgeldleningen nog goedkoper dan ‘rood’ staan en heeft deze manier van financieren
(deels) de voorkeur.
Langlopende geldleningen
Omdat de rente op de kapitaalmarkt historisch laag is, zal o.b.v. het berekende financieringstekort in
combinatie met de liquiditeitsplanning ook nog een langlopende geldlening aangetrokken worden.
De maximale toegestane kasgeldlimiet mag namelijk niet structureel worden overschreden (zie
renterisicobeheer). Indien nodig, kan snel een langlopende geldlening worden aangetrokken mocht de
rente op de kapitaalmarkt gaan stijgen. Hierdoor wordt het renterisico geminimaliseerd.
De volgende prognoses zijn afgegeven voor 2018 t/m eind 2021:
+ = uitgaven en - = inkomsten
stand per 19.09.2017
Bedragen x € 1.000
TOTAAL
Rubriek
2018
2019
2020
2021
2018 - 2021
Geldstromen
14.955
4.429
8.008
5.845
33.236
Financiering
7.433
4.399
5.983
5.845
23.659
Leningen opgenomen (rente & aflossing)
8.558
7.577
6.958
6.819
29.912
Leningen uitgezet (rente & aflossing)
-1.126
-3.178
-975
-974
-6.253
Investeringen
7.522
30
2.025
0
9.577
N.B.: In de liquiditeitenraming zijn alleen investeringen en mutaties in leningen meegenomen en is er (vooralsnog) vanuit
gegaan dat de reguliere inkomsten en uitgaven per saldo tegen elkaar weglopen. Deze zijn daarom buiten beschouwing
gelaten. Vanaf 2019 is rekening gehouden met de 1e aflossing van de begrote aan te trekken lening ad € 0,85 miljoen in 2018.
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat totaal vanaf 2018 naar verwachting per saldo circa € 33,2 miljoen
aan uitgaande geldstromen zijn. Hiervan is circa € 23,7 miljoen nodig voor rente en aflossingen van
leningen en per saldo € 9,6 miljoen voor de investeringen.
Het zwaartepunt van de investeringen ligt hierbij in het jaar 2018.
Dit is te verklaren door grote investeringen in en subsidieontvangsten voor o.a.: de bouw van de Brede
School Scheemda per saldo ad € 4,1 miljoen, diverse Rioleringsprojecten voor € 1,5 miljoen,
Infrastructurele werkzaamheden e.d. voor de nieuwbouw van het ziekenhuis te Scheemda ad
800.000 en investeringen bruggen ad €900.000.
Saldo van de financieringsfunctie
Onderstaand overzicht geeft de verwachte te betalen en te ontvangen rente over 2018 weer:
Bedragen x € 1.000
Begroot
Exploitatie
2017
Betaalde rente kortlopende leningen (< 1 jaar)
18
Betaalde rente op langlopende leningen O/G
2.854
Totaal betaald aan rente
2.871
Ontvangen rente kortlopende leningen (< 1 jaar)
10
Ontvangen rente op langlopende leningen U/G
667
Totaal ontvangen aan rente
677
Saldo financieringsfunctie
2.194